ECLI:NL:OGEAA:2016:13

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 januari 2016
Publicatiedatum
7 januari 2016
Zaaknummer
E.J. 1654 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en de beoordeling van de dringende reden

In deze zaak heeft verzoekster X, die van 1994 tot 21 juli 2006 in loondienst werkte bij de naamloze vennootschap Y, een verzoek ingediend om te verklaren dat haar ontslag op staande voet onregelmatig en kennelijk onredelijk was. X was op 3 februari 2015 op staande voet ontslagen wegens verdenking van frauduleuze handelingen, specifiek verduistering van een bedrag van Afl. 12.370,00. Y had het ontslag echter ingetrokken en X opnieuw in dienst genomen per 21 augustus 2006, met een nieuwe arbeidsovereenkomst waarin een verbod op nevenwerkzaamheden was opgenomen.

Tijdens de procedure werd vastgesteld dat X, samen met haar levenspartner Z en collega A, nevenwerkzaamheden had verricht die in strijd waren met de arbeidsovereenkomst. Y stelde dat dit een dringende reden vormde voor het ontslag op staande voet. X betwistte dit en voerde aan dat andere collega's ook nevenwerkzaamheden verrichtten en dat zij niet eerder was gewaarschuwd. Het gerecht oordeelde echter dat een waarschuwing niet noodzakelijk was, gezien het feit dat X eerder op staande voet was ontslagen en dus op de hoogte was van de ernst van haar handelen.

De rechter concludeerde dat Y een dringende reden had om het dienstverband per direct te beëindigen en dat het ontslag derhalve niet onregelmatig of kennelijk onredelijk was. Het verzoek van X werd afgewezen en zij werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Y op Afl. 3.400,00 werd begroot voor het salaris van de gemachtigde.

Uitspraak

Beschikking van 5 januari 2016
Behorend bij E.J. 1654 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
X
wonende te Aruba,
verzoekster, hierna ook te noemen: X,
gemachtigde: de advocaat mr. R.A. Wix
tegen:
de naamloze vennootschap
Y
gevestigd te Aruba,
verweerster, hierna ook te noemen: Y,
gemachtigde: de advocaten mrs. W.G.T.M. Kloes en J.L. Peterson

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de brief van 12 november 2015 met producties;
- de overgelegde pleitaantekeningen ter zitting;
- de behandeling ter zitting van 17 november 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
X heeft van 1994 tot 21 juli 2006 in loondienst gewerkt bij Y als administratief medewerkster.
2.2
Op laatste genoemde datum is zij op staande voet ontslagen wegens verdenking van frauduleuze handelingen, te weten verduistering van een bedrag ad Afl. 12.370,00.
2.3
Vanwege de persoonlijke omstandigheden van X heeft Y besloten het ontslag in te trekken en haar per 21 augustus 2006 opnieuw in dienst te nemen. Hierbij zijn partijen een nieuwe schriftelijke arbeidsovereenkomst aangegaan.
2.4
Artikel 12 van deze arbeidsovereenkomst luidt:
‘U zult zich onthouden van nevenwerkzaamheden, zowel tijdens als buiten werkuren al dan niet tegen betaling. Overtreding van deze verplichting wordt gelijk gesteld aan contractbreuk.’
2.5
Y is een bedrijf dat zich bezig houdt met ontwerp, verkoop en installatie van elektrische en mechanische installaties, waaronder airconditioning, ventilatie, loodgieters-, brandbeveiligings- en zonnepaneelinstallaties.
2.6
Levenspartner van X is Z, die bij Y werkzaam was als voorman elektrotechnische installaties/installateur.
2.7
Uit intern onderzoek is gebleken dat X tezamen met Z en collega A gedurende hun dienstverband nevenwerkzaamheden hebben verricht. De rol die X vervulde was het maken en/of versturen van offertes en facturen ten behoeve van door Z en/of A te verrichten of verrichtte werkzaamheden in opdracht van derden.
2.8
X is op 3 februari 2015 op staande voet ontslagen.
2.9
Bij beschikking van het GEA d.d. 21 april 2015 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen voorwaardelijk ontbonden, zonder toekenning van een vergoeding aan X.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
X verzoekt bij beschikking - uitvoerbaar bij voorraad - te verklaren voor recht dat het ontslag onregelmatig en kennelijk onredelijk is en Y te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding ad Awg. 43.442,27.
3.2
X grondt het verzoek, samengevat, erop dat het ontslag, gelet op de lengte van het dienstverband en de overige omstandigheden kennelijk onredelijk is.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voorop wordt gesteld dat een terecht gegeven ontslag op staande voet nimmer onregelmatig noch kennelijk onredelijk kan zijn. Dit heeft tot gevolg dat als eerste beoordeeld dient te worden of X Y een dringende reden heeft gegeven om het dienstverband per direct te beëindigen. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.2
Vast staat dat X gedurende haar dienstverband met regelmaat werkzaamheden heeft verricht die niet voortvloeiden uit haar arbeidsovereenkomst met Y. X heeft dit erkend. X is echter van mening dat haar dit niet tegen geworpen kan worden, omdat andere collega’s en ook de directie van Y zich hier schuldig aan maken. Het enkele feit dat het verrichten van nevenwerkzaamheden op grond van haar arbeidsovereenkomst verboden was, is - aldus X – niet relevant, nu dit feitelijk werd gedoogd. Y had haar dan ook eerst dienen te waarschuwen. Nu Y dit niet heeft gedaan, is het ontslag op staande voet volgens X prematuur.
4.3
Met Y is het gerecht van oordeel dat een waarschuwing in casu niet noodzakelijk was. X was immers een gewaarschuwd mens, nadat zij eerder op staande voet was ontslagen op verdenking van frauduleus handelen. Ondanks de kans die Y haar heeft geboden, heeft X willens en wetens het verbod in haar arbeidsovereenkomst genegeerd en samen met Z en A haar werkgever gedurende lange tijd onder de duiven geschoten. Dit is een dermate ernstig feit dat een waarschuwing niet meer aan de orde is. Zelfs indien er veronderstellenderwijs vanuit moet worden gegaan dat menigeen sidejobs had, heeft dit niet tot gevolg dat X een vrijbrief had om
zonder toestemmingvan Y nevenwerkzaamheden te verrichten.
4.4
Met Y is het gerecht dan ook van oordeel dat X haar hand ver heeft overspeeld en Y een dringende reden heeft gegeven om haar op staande voet te ontslaan. Dit heeft tot gevolg dat het ontslag niet onregelmatig noch kennelijk onredelijk kan zijn.
4.5
Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen worden afgewezen.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
wijst het verzoek af;
5.2
veroordeelt X in de kosten van de procedure, aan de zijde van Y begroot op Afl. 3.400,00 voor salaris gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 5 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.