ECLI:NL:OGEAA:2016:131

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 februari 2016
Publicatiedatum
1 maart 2016
Zaaknummer
A.R. 768 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verjaring van huurpenningen en schadevergoeding in huurovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, stond de verjaring van huurpenningen en een schadevergoeding centraal. De eiser, Supercar Rentals N.V., had een huurovereenkomst gesloten met de gedaagde, X, voor de huur van een Toyota Camry. De huurovereenkomst liep van 29 april 2009 tot 8 juli 2009, waarna Supercar Rentals een factuur voor huurpenningen en schade aan de auto indiende. X voerde aan dat de vordering op huurpenningen was verjaard en dat hij de auto schadevrij had ingeleverd. De rechter oordeelde dat de vordering tot betaling van de huurpenningen niet was verjaard, omdat de verjaringstermijn was gestuit door een deurwaardersexploot op 28 december 2010. De eis was tijdig ingediend op 15 april 2015, voor het verstrijken van de verjaringstermijn. De rechter wees het bedrag van Afl. 6.489,00 toe, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 3 januari 2011. Wat betreft de schadevergoeding werd geoordeeld dat Supercar Rentals niet voldoende bewijs had geleverd dat de schade door X was veroorzaakt, waardoor deze vordering werd afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien beide partijen deels in het ongelijk waren gesteld.

Uitspraak

Vonnis van 24 februari 2016
Behorend bij A.R. 768 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
SUPERCAR RENTALS N.V.,
gevestigd te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Supercar Rentals,
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen:
X,
wonende te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: X,
gemachtigde: de advocaat mr. R.C. Samuels.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingediend op 15 april 2015.
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek, tevens wijziging van eis
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 29 april 2009 is tussen partijen een huurovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot een huurauto, Toyota Camry met kenteken [nummer 1], voor de duur van 10 weken tegen een huurprijs van USD 350,00 per week. De huurovereenkomst eindigde op 8 juli 2009. Op 27 mei 2009 is deze auto ingeruild voor een andere Camry met kenteken [nummer 2].
2.2
Op 16 november 2009 heeft Supercar Rentals aan X een factuur gezonden voor een bedrag ad USD 3.605,00.
2.3
Op 1 oktober 2009 wordt een ‘survey-report’ opgemaakt met betrekking tot de Toyota Camry [nummer 2], waaruit volgt dat er schade is aan de motor en de totale reparatiekosten Afl. 6.697,35 bedragen.
2.4
Op dezelfde dag stuurt Supercar Rentals aan X een factuur voor een bedrag ad Afl. 6.697,35, in verband met schade aan de [nummer 2].
2.5
Op 28 december 2010 heeft Supercar Rentals bij deurwaardersexploot X gesommeerd binnen 7 dagen na dagtekening een bedrag van Afl. 14.704,99 te betalen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Supercar Rentals vordert - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – na vermindering van eis veroordeling van X tot betaling van een bedrag ad Afl. 12.427,35, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2011 tot de dag der voldoening, met veroordeling van X tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Aan deze vordering legt Supercar Rentals - samengevat - het volgende ten grondslag.
X heeft nimmer de huurprijs betaald en de auto beschadigd ingeleverd.
3.3
X voert hiertegen - samengevat - het volgende verweer.
De gevorderde huurpenningen zijn verjaard en de auto is schadevrij ingeleverd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag wat X verschuldigd is op basis van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst in 2009.
4.2
Als eerste wordt behandeld het meest verstrekkende verweer, namelijk dat de vordering ter zake de huurpenningen is verjaard. In gevolge het bepaalde artikel 3:308 Rv verjaart een vordering tot betaling van huren door verloop van vijf jaar na aanvang van de dag, volgend op die waarop de vordering opeisbaar is geworden. Ten einde de aanvang van de verjaringstermijn te kunnen bepalen dient eerst bepaald te worden op welke dag de vordering opeisbaar werd. Vast staat dat partijen zijn overeengekomen dat X de huurpenningen ‘achteraf’ mocht betalen. Aldus wordt aangenomen dat de vordering opeisbaar werd op 8 juli 2009, zijnde de dag waarop de huurovereenkomst expireerde. De verjaringstermijn ving derhalve aan op 8 juli 2009. Nu X stelt dat hij de factuur van 16 november 2009 niet heeft ontvangen, wordt hier verder geen rekening mee gehouden. Op 28 december 2010 is X bij deurwaardersexploot gesommeerd om binnen 7 dagen te betalen en heeft Supercar Rentals de verjaring gestuit. Op deze datum is derhalve een nieuwe verjaringstermijn gaan lopen, eindigend op 28 december 2015. De eis is op 15 april 2015, derhalve voor het verstrijken van de verjaringstermijn, ingediend.
Het beroep op verjaring wordt derhalve verworpen.
4.3
Wat betreft de gevorderde huurpenningen wordt als volgt overwogen.
Uit de overgelegde huurovereenkomst volgt dat X de contractuele wederpartij is van Supercar Rentals. De stelling van X dat niet hij, maar Y gehouden is de huurpenningen te betalen wordt om deze reden verworpen. Voor zo ver X van mening is dat Y gehouden is de huurpenningen te voldoen, had hij Y in vrijwaring kunnen oproepen.
4.4
Nu partijen niet van mening verschillen over de huurprijs ad Afl. 6.489,00 wordt dit bedrag toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2011 - zijnde de eerste verzuimdag van X - tot de dag der voldoening.
4.5
Wat betreft de gevorderde schadevergoeding wordt als volgt overwogen. Vast staat dat de auto met kenteken V-2426 op 8 juli 2009 is ingeleverd. Het survey-report waar Supercar Rentals zich op beroept dateert van 1 oktober 2009. Uit dit rapport volgt niet wat de oorzaak is van de schade noch wanneer deze is ontstaan. Niet uit te sluiten is dan ook dat de schade na 8 juli 2009 is ontstaan. Indien de auto door X beschadigd zou zijn ingeleverd, lag het op de weg van Supercar Rentals hiervan aanstonds melding te maken. Gesteld noch gebleken is dat Supercar Rentals dat heeft gedaan. Het aanbod van Supercar Rentals om haar stelling dat ‘de schade is veroorzaakt door X’ te bewijzen, is niet feitelijk van aard en wordt om deze reden verworpen.
4.6
Uit het voorgaande volgt dat de gevorderde schadevergoeding wordt afgewezen.
4.7
Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt X tot betaling aan Supercar Rentals van een bedrag ad Afl. 6.489,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 januari 2011 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
5.2
verklaart de veroordeling in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.3
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 24 februari 2016 in aanwezigheid van de griffier.