Ter gelegenheid van de eerste comparitie van partijen is afgesproken dat het recht van erfpacht met woning te Hooiberg 12 zou worden toegedeeld aan [naam] tegen een waarde van Afl. 88.000,-, dat hij een overbedelingsvergoeding zou betalen aan [nama] van 15/26e van Afl. 88.000,- en aan de 10 andere deelgenoten van 1/26e van Afl. 88.000,- en dat levering en betaling in de eerste helft van mei 2006 zouden geschieden.2.2 [naam] is deze afspraak niet nagekomen, onder meer omdat hij het onroerend goed bij nader inzien niet op zijn naam wil hebben. Hij heeft aangegeven de woning op naam van zijn zoon te willen zetten, maar hij noch zijn zoon hebben op de drie zittingen na mei 2006, ondanks dat daarom uitdrukkelijk is verzocht, deze wens onderbouwd met stukken waaruit blijkt dat dit te financieren is en dat de deelgenoten dit steunen.2.3 Bij de laatste comparitie van partijen heeft [naam] een verklaring overgelegd waaruit blijkt dat het merendeel der deelgenoten een toedeling van het onroerend goed aan haar steunt. Voorts heeft zij aannemelijk gemaakt dat zij de andere deelgenoten zal kunnen uitkopen; [naam] via een renteloze lening van Afl. 50.000,- die zij in 50 maandtermijnen van Afl. 1.000,- per maand zal aflossen. Het gerecht zal in overeenstemming met haar voorstel beslissen, aangezien - net als gold in geval van toedeling aan [naam] - (a) het onroerend goed op die wijze in de familie blijft, (b) het onroerend goed op naam komt van een van de personen die het bewoont en (c) deze toedeling gesteund wordt door op zijn minst het merendeel van de deelgenoten.Ter zitting hebben [naam] en zijn zoon met [naam] afgesproken dat zij, vanaf de maand dat zij alleen de eigenaresse van het onroerend goed is, voor hun gebruik daarvan ieder maandelijks Afl. 200,- als een soort gebruiksvergoeding aan haar zullen betalen.2.4 Het voorgaande impliceert de volgende verdeling.Het recht van erfpacht op het perceel met woning, kadastraal bekend als Eerste Afdeling, Sectie [nummer], plaatselijk bekend als [adres], wordt toegedeeld aan [naam] tegen een waarde van Afl. 88.000,-, Zij wordt als overbedelingsvergoeding verschuldigd:Afl. 50..000,- aan [naam],1/26e van Afl. 88.000,- aan ieder der vier gedaagden en aan [naam], [naam], [naam], [naam], [naam] en [naam].2.5 Een aantal van de deelgenoten heeft, toen alleen nog de toedeling aan [naam] aan de orde was, te kennen gegeven af te zien van een overbedelingsvergoeding. Of dit ook voor [naam] geldt, is in deze procedure niet aan de orde geweest.2.6 De gedaagden en de andere deelgenoten zijn gehouden om mee te werken aan de totstandbrenging van de verdeling. Gezien het aantal deelgenoten en de gespannen verhoudingen tussen een deel van hen, zal het gerecht [naam] machtigen om zo nodig namens weigerachtige deelgenoten op te treden.(…)3.DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht,
stelt vast de verdeling conform het onder 2.4 overwogene,
wijst, voorzover de gedaagden en de andere deelgenoten na een daartoe strekkend verzoek van de notaris weigerachtig blijken om mee te werken aan een met deze verdeling overeenstemmende verdelingsakte, [naam] aan als degene die als vertegenwoordiger van bedoelde deelgenoot of deelgenoten de handelingen, nodig voor bedoelde medewerking, kan verrichten,(…)