ECLI:NL:OGEAA:2016:157

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 maart 2016
Publicatiedatum
17 maart 2016
Zaaknummer
B.B. 778 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betalingsverplichting uit leenovereenkomst tussen Aruba Bank N.V. en G*

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Aruba Bank N.V. (hierna: Aruba Bank) een vordering ingesteld tegen G*, die in persoon procedeerde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 15 april 2015 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift op 30 juni 2015 en een conclusie van repliek op 28 oktober 2015. Op 13 januari 2016 vond er geen duplicatie plaats van de zijde van G*.

De kern van de zaak betreft een leenovereenkomst tussen Aruba Bank en G*, waarbij G* tekort is geschoten in de nakoming van zijn betalingsverplichtingen. Aruba Bank vordert een bedrag van Afl. 4.195,72, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. G* erkent dat hij in gebreke is, maar betwist de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.

De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van Aruba Bank toewijsbaar is, aangezien G* geen verweer heeft gevoerd tegen de buitengerechtelijke incassokosten. De rechter heeft G* veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en incassokosten, en heeft G* ook veroordeeld in de proceskosten van Aruba Bank, die zijn begroot op Afl. 600,-. Het vonnis is uitgesproken op 9 maart 2016 en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 9 maart 2016
Behorend bij B.B. 778 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA BANK N.V.,
te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaten mr. M.E.D. Brown en mr. A.E. Barrios,
tegen:
[naam],
te Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: G*,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 15 april 2015;
- het verweerschrift van 30 juni 2015;
- de conclusie van repliek van 28 oktober 2015;
- op 13 januari 2016 is niet gedupliceerd zijdens G*.
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen Aruba Bank en G* is een leenovereenkomst gesloten.
2.2
G* is tekort geschoten in de nakoming van de uit die overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Aruba Bank vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van G* tot betaling van Afl. 4.195,72, te vermeerderen met de overeengekomen rente 1,5% per maand vanaf 6 maart 2015 over de hoofdsom ad Afl. 4.068,08 voorts te vermeerderen met de 15% overeengekomen en gemaakte buitengerechtelijke incassokosten zijnde Afl. 610,21 en met veroordeling van G* tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
G* voert verweer tegen de buitengerechtelijke incassokosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
G* erkent dat hij in gebreke is in de nakoming van zijn betalingsverplichting maar betwist de buitengerechtelijke incassokosten. De hoofdvordering komt derhalve voor toewijzing in aanmerking.
4.2
Aruba Bank heeft in dit kader gesteld dat de verschuldigdheid van de buitengerechtelijke incassokosten voortvloeit uit artikel 31 van de bij Aruba Bank geldende algemene voorwaarden. Nu G*, ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, geen verder verweer heeft gevoerd omtrent de buitengerechtelijke incassokosten, zal het gerecht dit verzoek toewijzen.
4.3
Als de in het ongelijk te stellen partij zal G* de proceskosten van Aruba Bank moeten vergoeden, welke tot op heden zijn begroot op Afl. 100,- aan griffierecht en Afl. 500,- aan salaris van de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 2, ad Afl. 250,- per punt).

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt G* tot betaling aan Aruba Bank van een bedrag van Afl. 4.195,72, te vermeerderen met de overeengekomen rente 1,5% per maand vanaf 6 maart 2015 over de hoofdsom ad Afl. 4.068,08 voorts te vermeerderen met 15% incassokosten zijnde Afl. 610,211,
veroordeelt G* in de kosten van de procedure die tot de datum van uitspraak aan de kant van Aruba Bank worden begroot op Afl. 100,- aan griffierecht en Afl. 500,- aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.