ECLI:NL:OGEAA:2016:184
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag en nietigheid van arbeidsovereenkomst in arbeidsrechtelijke procedure
In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben verzoeksters, vertegenwoordigd door advocaat mr. David G. Kock, een verzoek ingediend tegen verweerder, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.F. Falconi. De procedure begon met een verzoekschrift op 2 oktober 2015, waarin verzoeksters vroegen om het ontslag door verweerder, dat per 30 augustus 2014 was ingegaan, nietig te verklaren en om doorbetaling van het loon vanaf die datum. Verweerder had het dienstverband zonder opgave van reden beëindigd, wat verzoeksters aanvoerden als onterecht.
Tijdens de zitting op 16 februari 2016 werd het verweer van verweerder besproken, dat onder andere stelde dat de vordering tardief was ingesteld. De rechter oordeelde dat volgens de Landsverordening Beëindiging Arbeidsovereenkomsten (LBA) een arbeidsovereenkomst niet zonder toestemming van de Directeur van de Directie Arbeid kan worden opgezegd. Verzoeksters hadden niet aangetoond dat zij tijdig de nietigheid van het ontslag hadden ingeroepen, wat hen in een nadelige positie bracht.
De rechter concludeerde dat de vordering van verzoeksters was verjaard, aangezien het verzoekschrift pas op 2 oktober 2015 was ingediend, terwijl de verjaringstermijn al was verstreken. De rechter wees het verzoek af en veroordeelde verzoeksters in de kosten van de procedure, die aan de kant van verweerder werden begroot op Afl. 1.800,00 aan salaris van de gemachtigde. Deze beschikking werd uitgesproken op 22 maart 2016.