ECLI:NL:OGEAA:2016:19
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Verklaring derdenbeslag en proceskostenveroordeling in civiele procedure tussen DUVIT ARUBA N.V. en LAND ARUBA
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap DUVIT ARUBA N.V. (hierna: Duvit) een verzoek ingediend tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon LAND ARUBA (hierna: Land Aruba). De procedure volgde op een executoriaal derdenbeslag dat door een deurwaarder was gelegd onder Land Aruba op 24 mei 2013. Dit beslag was gelegd met de aanzegging dat Land Aruba binnen vier weken na de beslaglegging een verklaring moest afleggen, zoals bedoeld in artikel 476a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Duvit vorderde in het inleidend verzoek dat Land Aruba werd veroordeeld tot betaling van het bedrag waarvoor beslag was gelegd, of het bedrag dat zou blijken uit een goedgekeurde verklaring onder het beslag. Daarnaast vorderde Duvit vergoeding van de proceskosten. Land Aruba heeft in het geding een verklaring afgelegd, welke door Duvit is goedgekeurd. De rechter heeft vastgesteld dat met de goedkeuring van de verklaring het belang aan de hoofdvordering ontvalt, maar dat Duvit wel belang heeft bij de toewijzing van de proceskostenveroordeling, aangezien Land Aruba pas in het geding een verklaring heeft afgelegd.
In de uitspraak van 6 januari 2016 heeft de rechter geoordeeld dat Duvit de verklaring heeft goedgekeurd en heeft Land Aruba veroordeeld in de kosten van de procedure. De kosten zijn begroot op Afl. 380 aan griffierecht, Afl. 193,10 aan explootkosten en Afl. 1.800 aan salaris van de gemachtigde. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Deze uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier tijdens de openbare terechtzitting.