ECLI:NL:OGEAA:2016:20

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 januari 2016
Publicatiedatum
8 januari 2016
Zaaknummer
A.R. 133 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake verklaring derdenbeslag en proceskosten tussen DUVIT ARUBA N.V. en LAND ARUBA

In de zaak tussen DUVIT ARUBA N.V. en LAND ARUBA heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 6 januari 2016 uitspraak gedaan. DUVIT ARUBA N.V., vertegenwoordigd door mr. W.G.T.M. Kloes, had een verzoek ingediend om LAND ARUBA te veroordelen tot betaling van een bedrag waarvoor derdenbeslag was gelegd. Dit beslag was gelegd door een deurwaarder op 22 mei 2013, waarbij LAND ARUBA werd aangemaand om binnen vier weken een verklaring af te leggen conform artikel 476a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Tijdens de procedure heeft LAND ARUBA een verklaring afgelegd, die door DUVIT ARUBA N.V. is goedgekeurd. De rechter oordeelde dat met de goedkeuring van de verklaring het belang aan de hoofdvordering ontvalt. Echter, DUVIT ARUBA N.V. had wel belang bij de toewijzing van de proceskosten, aangezien LAND ARUBA pas in het geding een verklaring had afgelegd.

De rechter heeft LAND ARUBA veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van DUVIT ARUBA N.V. zijn begroot op Afl. 450 aan griffierecht, Afl. 193,10 aan explootkosten en Afl. 1.800 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Deze uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

Vonnis van 6 januari 2016
Behorend bij A.R. 133 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
DUVIT ARUBA N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Duvit,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Land Aruba,
gemachtigde: dhr. A. Lumenier.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating productie.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij proces-verbaal van 22 mei 2013 heeft de deurwaarder executoriaal derdenbeslag gelegd onder Land Aruba met aanzegging dat Land Aruba vier weken na beslaglegging verklaring als bedoeld in artikel 476a Wetboek van burgerlijke rechtsvordering moest doen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Duvit heeft bij inleidend verzoek gevorderd Land Aruba te veroordelen tot betaling van de som waarvoor beslag was gelegd dan wel het bedrag dat blijkens een goedgekeurde verklaring onder het beslag zou (komen te) vallen, met veroordeling van Land Aruba tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Land Aruba heeft in dit geding een verklaring afgelegd.
3.3
Duvit heeft die verklaring goedgekeurd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Met de goedkeuring van de verklaring ontvalt belang aan toewijzing van de hoofdvordering.
4.2
Wel heeft Duvit belang bij toewijzing van de proceskostenveroordeling nu Land Aruba pas in dit geding een verklaring heeft afgelegd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verstaat dat Duvit de verklaring heeft goedgekeurd;
veroordeelt Land Aruba in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Duvit worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 193,10 aan explootkosten en Afl. 1.800, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.