ECLI:NL:OGEAA:2016:221

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 april 2016
Publicatiedatum
11 april 2016
Zaaknummer
E.J. no. 663 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurprijsverhoging en niet-ontvankelijkheid in beroep tegen huurcommissie beslissing

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft appellante [X] beroep ingesteld tegen een beschikking van de huurcommissie van 16 maart 2015. De huurcommissie had vastgesteld dat de historische bouwwaarde van de door [X] gehuurde woning hoger was dan Afl. 100.000,--, waardoor de woning niet onder de Huurcommissieverordening viel en geen toestemming van de huurcommissie nodig was voor huurprijsverhoging. [X] was het niet eens met deze beslissing en verzocht het Gerecht om de beschikking te vernietigen.

Tijdens de zitting op 23 februari 2016 verschenen zowel [X] als geïntimeerde [Y] met haar gemachtigde, mr. M.B. Boyce. [X] stelde dat zij de beschikking pas op 30 maart 2015 had ontvangen, wat betekende dat zij tijdig in beroep was gekomen. Echter, het beroep richtte zich niet tegen de beslissing van de huurcommissie, maar tegen een opmerking in de beschikking die suggereerde dat [X] akkoord ging met de huurprijsverhoging. Het Gerecht oordeelde dat deze opmerking niet leidde tot de beslissing van de huurcommissie en verklaarde [X] niet-ontvankelijk in haar beroep.

Het Gerecht overwoog verder dat [X] onbestreden had gesteld dat zij niet had verklaard akkoord te gaan met de huurprijsverhoging. Aangezien [X] niet-ontvankelijk werd verklaard, werd zij ook veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [Y], die werden begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 5 april 2016.

Uitspraak

Beschikking van 5 april 2016
Behorend bij E.J. no. 663 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING in de zaak van
[X],
wonende in Aruba,
appellante,
hierna ook te noemen: [X],
procederende in persoon,
tegen:
[Y],
wonende in Aruba,
geïntimeerde,
hierna ook te noemen: [Y],
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift, met producties;
- het verweerschrift, met producties;
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak op 23 februari 2016.
1.2
Uit die aantekeningen blijkt dat [X] in persoon en dat [Y] samen met haar gemachtigde ter zitting zijn verschenen. [X] heeft ter zitting gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om te reageren op het verweerschrift van [Y]. Vervolgens heeft [Y] gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om nog te reageren op voormelde reactie van [X].
1.3
Beschikking is bepaald op heden.

2.HET BEROEP

2.1
Bij beschikking van de huurcommissie van 16 maart 2015, met kenmerk DHC/HPVH/009/14 (hierna: de beschikking) heeft de huurcommissie beslist dat de historische bouwwaarde van de door [X] van [Y] gehuurde woning gelegen in Aruba te [adres] hoger dan Afl. 100.000,-- bedraagt, en dat die woning daarom niet onder de bepalingen van de Huurcommissieverordening valt waardoor geen toestemming van de huurcommissie is vereist tot verhoging van de huurprijs.
2.2 [
X] heeft op 31 maart 2015 beroep ingesteld tegen de beschikking. [X] verzoekt het Gerecht om de beschikking te vernietigen en de huurcommissie op te dragen de hierna onder 3.2 vermelde opmerking van de huurcommissie te wijzigen, in die zin dat daarvoor in de plaats komt (zo het Gerecht begrijpt): “
dat zij niet akkoord gaat met de huurprijsverhoging”. [Y] voert verweer en concludeert dat [X] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar beroep, althans tot ongegrondverklaring daarvan, kosten rechtens.

3.DE BEOORDELING

3.1 [
X] heeft onbestreden gesteld dat zij de beschikking eerst op 30 maart 2015 heeft ontvangen per post. Daaruit volgt dat [X] tijdig in beroep is gekomen, zodat zij in zoverre daarin ontvankelijk is.
3.2
Het beroep richt zich echter niet tegen de hiervoor vermelde beslissing van de huurcommissie, doch tegen het gegeven dat de huurcommissie in de beschikking schrijft of opmerkt dat [X] akkoord gaat met de door [Y] beoogde huurprijsverhoging. Nu dit het geval is in verbinding met het gegeven dat voormelde opmerking niet heeft geleid tot de beslissing van de huurcommissie zal [X], zoals ter zitting reeds besproken en aangekondigd, niet-ontvankelijk worden verklaard in haar beroep.
3.3
Ten overvloede wordt nog overwogen dat [X] onbestreden heeft gesteld dat zij bij of ten overstaan van de huurcommissie niet heeft verklaard dat zij akkoord gaat met de door [Y] beoogde huurprijsverhoging van Afl. 1.200,-- naar Afl. 1.500,--. Die stelling staat daarom - en daar is het [X] in dit geschil om voor haar moverende reden te doen - vast tussen partijen.
3.4 [
X] zal, als de niet-ontvankelijk te verklaren partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [Y], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 900,-- per punt).

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
-verklaart [X] niet-ontvankelijk in haar beroep;
-veroordeelt [X] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [Y], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 5 april 2016.