ECLI:NL:OGEAA:2016:226

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 maart 2016
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
A.R. 1729 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incassozaak tussen Island Finance Aruba N.V. en Gedaagde betreffende betalingsverplichtingen uit geldleningsovereenkomst

In deze civiele zaak, geregistreerd onder A.R. 1729 van 2015, heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert. De zaak betreft een overeenkomst van geldlening die op 2 maart 2010 is gesloten. De gedaagde heeft zich niet gehouden aan de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst.

De eiseres vordert na vermindering van eis een veroordeling van de gedaagde tot betaling van Afl. 6.946,76, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 2 september 2012 en 15% aan incassokosten. De gedaagde heeft de vordering erkend en aangegeven dat er een betalingsregeling is getroffen met de eiseres.

De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de vordering niet heeft weersproken en niet is verschenen ter comparitie, ondanks dat hij behoorlijk is opgeroepen. Gezien de omstandigheden en het feit dat de eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat er buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt, heeft de rechter de vordering toewijsbaar geacht.

In de uitspraak is de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten, en is bepaald dat de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad zijn. Dit vonnis is uitgesproken op 2 maart 2016 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Uitspraak

Vonnis van 2 maart 2016
Behorend bij A.R. 1729 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
gevestigd te Aruba,
EISERES, hierna ook te noemen: IFA,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
Gedaagde,
wonende te [adres] in Aruba,
GEDAAGDE, hierna ook te noemen: Gedaagde,
procederend in persoon

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verloop van de verdere procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 oktober 2015;
- de akte vermindering van eis van 18 november;
- de comparitie van partijen van 18 november 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Island Finance en Gedaagde hebben op 2 maart 2010 een overeenkomst van geldlening gesloten.
2.2
Gedaagde heeft zich niet gehouden aan de uit de leningsovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Island Finance vordert na vermindering van eis uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van Gedaagde tot betaling van Afl. 6.946,76, te vermeerderen met de wettelijke rente per jaar vanaf 2 september 2012 en vermeerderd met 15% overeen gekomen incassokosten ad Afl. 1.042,01, met veroordeling van Gedaagde tot vergoeding van de proceskosten waaronder de beslagkosten.
3.2
Island Finance grondt de vordering erop dat Gedaagde toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting.
3.3
Gedaagde erkent de vordering en geeft verder aan dat zij een betalingsregeling heeft getroffen met Island Finance.

4.DE BEOORDELING

4.1.
Gedaagde heeft de vordering niet weersproken en is, ondanks behoorlijk te zijn opgeroepen via deurwaardersexploot, niet verschenen ter comparitie van partijen.
4.2.
Nu de inhoud niet verder wordt weersproken en voldoende aannemelijk is dat Island Finance buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt die overigens redelijk voorkomen, is de vordering toewijsbaar.
4.3.
De vordering komt voor toewijzing in aanmerking. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Gedaagde de proceskosten van Island Finance moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt Gedaagde tot betaling aan Island Finance van een bedrag van Afl. 6.946,76, te vermeerderen met de wettelijke rente per jaar vanaf 2 september 2012 vermeerderd met 15% overeengekomen incassokosten ad Afl. 1.042,01;
veroordeelt Gedaagde in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Island Finance worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 1.099,45, aan explootkosten en Afl. 1.200, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.