Uitspraak
1.DE PROCEDURE
in conventie en in reconventie
2.DE VERDERE BEOORDELING
in conventie en in reconventie
dat Gedaagde gerekend vanaf 3 april 1992 US$ 850.000,-- aan huurinkomsten heeft ontvangen uit hoofde van de verhuur van 7 op het recht van erfpacht gebouwde appartementen (en dat door storting of overschrijving van die huurpenningen op de bankrekening van Gedaagde met rekeningnummer 101193106). In deze omstandigheid ziet het Gerecht grond voor de aanname van het rechterlijk vermoeden dat die door hem onderstreepte stelling juist is. Gedaagde zal in de gelegenheid worden gesteld om zich bij akte uit te laten of hij al dan niet tegenbewijs wenst te leveren ter ontzenuwing van dat vermoeden, en - zo ja - op welke wijze hij dat wenst te doen. De aard van die door Gedaagde te nemen akte brengt met zich dat Eiseres niet in de gelegenheid zal worden gesteld om een antwoord- of contra-akte te nemen.