ECLI:NL:OGEAA:2016:23

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 januari 2016
Publicatiedatum
8 januari 2016
Zaaknummer
A.R. no. 1445 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldvordering door Aruba Bank tegen G*

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Aruba Bank N.V. een vordering ingesteld tegen G*, die in persoon procedeerde. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 30 september 2015, waarna een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 12 november 2015. Aruba Bank, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.E.D. Brown, vorderde betaling van een bedrag van Afl. 23.577,51, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. G* heeft de vordering erkend, maar verzet zich tegen de gevorderde incassokosten.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling de eerdere overwegingen uit het tussenvonnis bevestigd en de hoofdsom en de daarover gevorderde rente toegewezen. Echter, het verweer van G* tegen de buitengerechtelijke incassokosten werd gegrond verklaard. Het Gerecht oordeelde dat Aruba Bank niet voldoende had aangetoond dat de aanmaningen G* hadden bereikt, wat leidde tot de afwijzing van de vordering voor de incassokosten. G* werd wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Aruba Bank, die zijn begroot op Afl. 1.157,04 aan verschotten en Afl. 1.800,- aan salaris voor de gemachtigde.

De uitspraak werd gedaan op 6 januari 2016 en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het Gerecht wees het meer of anders gevorderde af.

Uitspraak

Vonnis van 6 januari 2016
Behorend bij A.R. no. 1445 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA BANK N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[naam],
wonende in Aruba te [adres],
gedaagde,
hierna ook te noemen: G*,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 30 september 2015 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 12 november 2015. Aruba Bank is toen verschenen bij mr. A.E. Barrios, die occupeerde voor haar gemachtigde, vergezeld van dhr. [naam] (manager special assets bij de Aruba Bank). G* is in persoon ter zitting verschenen. Partijen hebben het woord gevoerd, Aruba Bank mede aan de hand van toegelaten nadere producties, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Aruba Bank vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis G* veroordeelt:
om aan Aruba Bank te betalen Afl. 23.577,51, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% maandelijks gerekend vanaf 5 maart 2015 over het bedrag van Afl. 2.653,10, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% maandelijks gerekend vanaf 5 maart 2015 over het bedrag van Afl. 20.614,43, voorts te vermeerderen met 15% buitengerechtelijke incassokosten over het bedrag van Afl. 2.653,10 (ad Afl. 397,97) en tot slot te vermeerderen met 15% buitengerechtelijke incassokosten over het bedrag van Afl. 20.614,43 (ad Afl. 3.092,16) tot aan de algehele voldoening en met veroordeling van G* in de proceskosten.
2.2
G* heeft verweer gevoerd met betrekking tot de door Aruba Bank gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Overigens heeft G* de vordering van Aruba Bank erkend.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.5 van het tussenvonnis zal het in hoofdsom gevorderde en de daarover gevorderde overeengekomen rente worden toegewezen.
3.3
Het door G* onder rechtsoverweging 2.2 gevoerde verweer treft doel. Uit artikel 3:37 lid 3 BWA volgt dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon moet hebben bereikt (behoudens enkele in die bepaling genoemde ‘risico-uitzonderingen’). In de jurisprudentie is uitgemaakt dat een verklaring (ook een aanmaning) een persoon heeft bereikt in de zin van deze bepaling als deze door de geadresseerde is ontvangen (Hoge Raad 14 juni 2013 ECLI:NL:HR:2013:BZ4104, Centavos/Nieuwenhuis).
3.4
G* heeft de ontvangst van de door de Aruba Bank verzonden aanmaningen betwist en heeft bovendien onbestreden gesteld dat hij in april 2012 zijn oude adres (L.G. Smith Boulevard 502) bij de Noord-branch van Aruba Bank heeft gewijzigd naar zijn huidige adres (…), alwaar hij op enig in het verleden gelegen moment een stuk van de Aruba Bank heeft ontvangen dat geen betrekking had op de onderhavige kwestie. In het licht van dit alles heeft te gelden dat de stelling van Aruba Bank dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht door G* meermalen tot betaling van het door hem verschuldigde bedrag aan te manen, voldoende grondslag mist. Niet komt vast te staan derhalve dat die aanmaningen G* hebben bereikt, terwijl de oorzaak daarvan bij Aruba Bank zelf ligt. De vordering ter zake van vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte zal daarom worden afgewezen. Het feit dat partijen vergoeding van die kosten overeen zijn gekomen, doet aan het voorgaande niets af.
3.5
G* zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld tot betaling van de door Aruba Bank gemaakte proceskosten tot aan deze uitspraak begroot op (750,-- + 223,85 + 183,19 =) Afl. 1.157,04 aan verschotten en Afl. 1.800,-aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 5, ad Afl. 900,-- per punt).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
- veroordeelt G* om tegen kwijting aan Aruba Bank te betalen Afl. 23.577,51, te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% maandelijks gerekend vanaf 5 maart 2015 over het bedrag van Afl. 2.653,10 en te vermeerderen met de overeengekomen rente ad 1,5% maandelijks gerekend vanaf 5 maart 20015 over het bedrag van Afl. 20.614,43 tot en met de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt G* in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Aruba Bank, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 1.157,04 aan verschotten en Afl. 1.800,-- aan salaris voor de gemachtigde;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.