ECLI:NL:OGEAA:2016:233

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 maart 2016
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
K.G. 144 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding tussen Gallow Corporation N.V. en Island Homes N.V. inzake overlegging van bescheiden

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde Gallow Corporation N.V. (hierna: Gallow) van Island Homes N.V. (hierna: Island Homes) de overlegging van alle bescheiden, waaronder een vaststellingsovereenkomst, die verband hielden met een eerdere juridische kwestie tussen Island Homes en Tierra del Sol Real Estate N.V. Gallow stelde dat zij een rechtmatig belang had bij deze documenten, aangezien zij een aanzienlijk bedrag had geïnvesteerd in de aandelen van Island Homes en de uitkomst van de overeenkomst tussen Island Homes en Tierra del Sol van invloed kon zijn op de waarde van deze aandelen.

De procedure begon met een kort geding dat op 2 maart 2016 werd behandeld. Gallow had eerder in een kort geding op 2 december 2015 al een vordering ingediend, maar deze was afgewezen. De rechter oordeelde toen dat Gallow onvoldoende bewijs had geleverd voor haar vordering. In de huidige procedure werd echter duidelijk dat er wel degelijk een vaststellingsovereenkomst was gesloten tussen Island Homes en Tierra del Sol, zoals bevestigd door een e-mail van E. Friedman.

De rechter oordeelde dat Gallow recht had op inzage in de vaststellingsovereenkomst, omdat dit van belang was voor haar belangen als aandeelhouder. De rechter wees de vordering van Gallow toe en veroordeelde Island Homes om de gevraagde documenten te overleggen. Tevens werd Island Homes veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Gallow. De rechter stelde een dwangsom vast voor het geval Island Homes niet aan de veroordeling voldeed.

Dit vonnis benadrukt het belang van transparantie in juridische overeenkomsten en de rechten van aandeelhouders om inzicht te krijgen in relevante documenten die hun belangen kunnen beïnvloeden.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 2 maart 2016
Behorend bij K.G. 144 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
GALLOW CORPORATION N.V.,
te Curaçao,
hierna ook te noemen: Gallow,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock,
tegen:
de naamloze vennootschap
ISLAND HOMES N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Island Homes,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Gallow;
- de pleitnota van Island Homes;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 4 februari 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij vonnis in kort geding van 2 december 2015 (KG 2409 van 2015) heeft de kortgedingrechter de volgende feiten vastgesteld die nu niet ter discussie zijn gesteld.
2.1
Tussen Gallow en EAB Holdings Inc is op 3 juli 2012 een koopovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de aandelen in IH tegen een koopsom van
US$ 1.000.000,00, te betalen in termijnen van verschillende bedragen.
2.2
Op 8 september 2008 is een overeenkomst tot stand gekomen tussen IH, Tierra del Sol (hierna TdS) en ADA Acquisitions N.V., op grond waarvan IH de rechten, titels en belangen heeft verkregen met betrekking tot het recht van erfpacht op een perceel bekend als Catalina, gelegen in het TdS-project, inclusief de rechten om daarop woonunits te bouwen en te verkopen.
2.3
Ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomst tussen Gallow en IH verkeerde TdS in zwaar weer en waren IH en TdS verwikkeld in diverse juridische kwesties. Dit is tot uitdrukking gebracht in de derde ‘whereas’ in de koopovereenkomst tussen partijen.
2.4
Naar aanleiding van een kort geding vonnis van 30 april 2014, gewezen tussen TdS en onder meer Gallow respectievelijke hoger beroep procedures, zijn deze partijen met elkaar in onderhandeling getreden teneinde een oplossing te bereiken voor de diverse juridische kwesties.
2.2
De vordering tot overlegging van alle bescheiden aan Gallow die de regeling met TdS weergeven c.q. daarmee verband houden werd in dat vonnis afgewezen. De kortgedingrechter overwoog daartoe:
4.3
Voorop wordt gesteld dat Gallow een rechtmatig belang heeft om te weten wat TdS en IH[Island Homes]
met elkaar overeenkomen, nu zij een aanzienlijk bedrag heeft geïnvesteerd teneinde de aandelen in IH in handen te krijgen. Niet uit te sluiten is dat een tussen TdS en IH gesloten of nog te sluiten overeenkomst van invloed zal zijn op de waarde van deze aandelen en de vanuit IH te ontplooien activiteiten, waaronder het ontwikkelen van woonunits in Catalina.
4.4
De stelling van Gallow dat TdS en IH een overeenkomst hebben gesloten heeft de gemachtigde van IH ontkend noch bevestigd. Naar het oordeel van het gerecht sluit deze processuele houding het bestaan van een overeenkomst op zich zelf niet uit, doch dit enkele feit is voor toewijzing van het gevorderde onvoldoende. Voor toewijzing is noodzakelijk dat het gaat om bepaalde bescheiden. Het lag dan ook op de weg van Gallow om concreet aan te geven dat de pretense overeenkomst op schrift is gesteld, wanneer deze is ondertekend en wie de partijen waren dan wel dat er andere documenten zijn, zoals (e-mail) correspondentie waaruit het bestaan van overeenstemming volgt. Nu Gallow op dit punt geen dan wel onvoldoende feiten heeft gesteld, dient de onderhavige vordering aangemerkt te worden als een fishing expedition, die niet voor toewijzing vatbaar is.
2.3
De hoger beroepsprocedure onder nummer H-206/20813 waaraan onder 2.4 van dat vonnis wordt gerefereerd is inmiddels doorgehaald.
2.4
Bij e-mail van 17 november 2015, namens Tierra del Sol Real Estate N.V., heeft E. Friedman aan Gallow laten weten:
With respect to what you claim Gabri has said, let me be clear that we were bound not to disclose the terms of the Settlement which indeed were honored by me and by my partners or you would not have indicated your intention to petition the Courts to compel us to disclose such.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Gallow vordert overlegging door Island Homes van alle bescheiden, waaronder de “Settlement agreement”, met veroordeling van Island Homes tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Gallow grondt de vordering erop dat uit de e-mail van E. Friedman blijkt dat tussen Island Homes en Tierra del Sol Real Estate een vaststellingsovereenkomst werd gesloten en zij er belang bij heeft inzage in de afspraak tussen de contractanten te krijgen.
3.3
Island Homes voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Gallow in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ook in dit geding is de kortgedingrechter van oordeel dat Gallow een rechtmatig belang heeft bij afgifte van een vaststellingsovereenkomst tussen Island Homes en Tierra del Sol Real Estate.
4.2
Anders dan de kortgedingrechter op 2 december 2015 nog moest oordelen is nu wel voldoende duidelijk dat tussen Island Homes en Tierra del Sol Real Estate N.V. een vaststellingsovereenkomst werd gesloten. Daarnaar verwijst immers E. Friedman met zoveel woorden in zijn e-mail van 17 november 2015. De omstandigheid dat (onder andere) Island Homes en Tierra del Sol Real Estate N.V. het hoger beroep tegen vonnissen van dit gerecht onder nummers AR 3053, 3097 en 2650 van 2010 hebben doen doorhalen toont eens te meer aan dat tussen de in die gedingen betrokken partijen, waaronder Island Homes en Tierra del Sol Real Estate N.V. tot enige overeenstemming over hun in die gedingen aan de orde zijnde geschillen zijn gekomen. Dat die overeenstemming niet op papier is gesteld is, gezien de partijen en de belangen waarom het gaat, dermate onaannemelijk dat dit verweer nadere toelichting behoeft, die ontbreekt.
4.3
Anders dan Island Homes betoogt is voor toewijzing van de vordering op basis van artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet nodig dat bekend is op welke datum de vaststellingsovereenkomst werd ondertekend, of zelfs dat deze überhaupt werd ondertekend. Evenmin is nodig dat alleen Island Homes en Tierra del Sol Real Estate N.V. partij bij de vaststellingsovereenkomst zouden zijn. Voldoende is dat in ieder geval zij partij daarbij zijn.
Of de rechten of de verhaalsmogelijkheden van Gallow in gevaar komen door de vaststellingsovereenkomst is op dit moment niet vast te stellen. Daarvoor wenst Gallow terecht over de tekst van de inhoud daarvan te beschikken. Daarbij heeft Gallow voldoende concreet belang in het licht van het feit dat zij eigenaar van de aandelen Island Homes zou worden na verkoop daarvan door EAB Holdings Inc. en thans in ieder geval nog aanspraak maakt op levering van 77% van de aandelen. In dit verband oordeelt de rechter in kort geding nog dat het in dit geding bij pleidooi zonder nadere verduidelijking verwijzen naar stellingen uit de pleitnota in het kort geding KG 2409 van 2015 in strijd is met de goede procesorde.
4.4
Niet toewijsbaar, want te vaag, is de herhaalde vordering tot overlegging van “alle bescheiden” die “de regeling (…) weergeven c.q. daarmee verband houden”.
4.5
Als de in overwegende mate in het ongelijk te stellen partij zal Island Homes de proceskosten van Gallow moeten vergoeden.
4.6
De rechter in kort geding zal de gevorderde dwangsom (ambtshalve) maximeren tot Afl. 1.000.000,.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
veroordeelt Island Homes om Gallow afschrift te verstrekken van de vaststellingsovereenkomst tussen – in ieder geval – Island Homes en Tierra del Sol Real Estate N.V. die heeft geleid tot de doorhaling van de procedure in hoger beroep tussen – in ieder geval – Island Homes en Tierra del Sol Real Estate onder nummer H-206/20813, op straffe van een na twee werkdagen na betekening van dit vonnis verschuldigde dwangsom van Afl. 100.000,- per dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat Island Homes daarmee in gebreke blijft, met een maximum van Afl. 1.000.000,;
veroordeelt Island Homes in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Gallow worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 213,83 aan explootkosten en Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.