ECLI:NL:OGEAA:2016:234

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 maart 2016
Publicatiedatum
12 april 2016
Zaaknummer
K.G. 258 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over aandeelhoudersgeschillen en bestuurscrisis bij Aruba Airlines

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, heeft de naamloze vennootschap Seastar Holding N.V. een kort geding aangespannen tegen Gedaagde 1 en Gedaagde 2, die betrokken zijn bij de Arubaanse Luchtvaart Maatschappij (ALM). De zaak draait om een bestuurscrisis binnen ALM en de geldigheid van besluiten genomen tijdens een aandeelhoudersvergadering op 2 februari 2016. Seastar, als meerderheidsaandeelhouder, vordert onder andere de schorsing van Gedaagde 1 in zijn functies en de benoeming van een interim-directeur. De kortgedingrechter heeft vastgesteld dat de besluiten van de vergadering van 2 februari 2016 nietig zijn, omdat de vereiste meerderheid van stemmen niet aanwezig was. De rechter heeft Gedaagde 1 geschorst en Gedaagde 2 als interim-directeur benoemd. Tevens is Gedaagde 1 bevolen om het originele aandeelhoudersregister binnen 24 uur te deponeren bij de notaris. De rechter heeft de vorderingen van Seastar grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele vorderingen die als niet-ontvankelijk werden beschouwd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van transparantie en de juiste procedures binnen vennootschappen, vooral in situaties van machtsstrijd en aandeelhoudersconflicten.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 2 maart 2016
Behorend bij K.G. 258 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
SEASTAR HOLDING N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Seastar,
gemachtigde: de advocaat mr. G.W. Rep,
tegen:
Gedaagde 1
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde 1,
gemachtigde: de advocaat mr. C. H. Lejuez, ,
en
Gedaagde 2,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde 2,
gemachtigde de advocaat mr. G. F. Croes.
DE PROCEDURE
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Seastar;
- de pleitnota van Gedaagde 1;
- de pleitnota van Gedaagde 2;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 19 februari 2016.
Ter zitting is door de door de kortgedingrechter aangestelde interim-directeur Naam 3 een toelichting gegeven op zijn op papier gestelde en voor de behandeling toegezonden bevindingen. Het bezwaar daartegen door Gedaagde 1 is verworpen.
Op 10 februari 2016 is in deze zaak een ordemaatregel getroffen. Daaraan komt met deze uitspraak werking te ontvallen.
Aan partijen is ter zitting meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
De naamloze vennootschap Arubaanse Luchtvaart Maatschappij, verder: ALM, exploiteert onder de handelsnaam Aruba Airlines een luchtvaartonderneming. De vennootschap is opgericht in 2006 door Gedaagde 1 en diens echtgenote. Het maatschappelijk kapitaal bedroeg bij oprichting Afl. 50.000, verdeeld over 500 aandelen, waarvan 100 aandelen zijn geplaatst en volgestort voor Afl. 100, per stuk.
2.2
Artikel 4 van de statuten in de akte van oprichting luidt, voor zover voor de beslissing van belang:
1. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt VIJFTIG DUIZEND FLORIN Arubaans Courant (Afl. 50.000,--) verdeeld in vijf honderd (500) aandelen van EEN HONDERD FLORIN Arubaans Courant (Afl. 100,--) elk, waarvan een honderd (100) aandelen zijn geplaatst en zullen worden volgestort.2. De overige aandelen zullen worden geplaatst op zodanige tijdstippen en onder zodanige bepalingen als de algemene vergadering van aandeelhouders zal vaststellen, mits volgestort en niet beneden pari. Bij zodanige plaatsing van aandelen hebben de aandeelhouders recht van voorkeur in verhouding tot hun aandelenbezit. De algemene vergadering kan besluiten bij een bepaalde emissie de voorkeursregeling niet van toepassing te verklaren.
2.3
Artikel 8 van de statuten in de akte van oprichting luidt, voor zover voor de beslissing van belang:
1. Het bestuur van de vennootschap is opgedragen aan een directie, bestaande uit één of meer directeuren. (…)2. De directeuren worden door de algemene vergadering van aandeelhouders benoemd en kunnen te allen tijde door haar worden geschorst en ontslagen.
2.4
Artikel 15 van die statuten bepaalt, voor zover van belang:
1. Een besluit tot wijziging van de bepalingen dezer akte (…) kan slechts genomen worden in een algemene vergadering van aandeelhouders, waarin tenminste drie/vierde (3/4) gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is.2. Indien in die vergadering niet het vereiste geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is, wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden binnen twee maanden na de eerste, in welke tweede vergadering, alsdan ongeacht het vertegenwoordigde kapitaal, geldige besluiten met betrekking tot het vorenstaande kunnen worden genomen.
2.5
Er hebben zich in de jaren na 2006 meerdere wijzigingen in de eigendom van de aandelen voorgegaan. Tot februari 2016 was de aandeelhoudersverhouding aldus, dat Gedaagde 2 10 aandelen hield en Seastar 90 aandelen.
2.6
Op 14 januari 2016 schreef Gedaagde 2 op het briefpapier van het advocatenkantoor James Martin & Associates, het kantoor waarbinnen Gedaagde 2 een advocatenpraktijk voert, aan, onder andere, de heer Naam 1, directeur van de trustmaatschappij IMC International Management & Trust Company N.V. [1] , voor zover nu van belang:
In both my capacities as attorney of managing-director of Aruba Airlines (“AA”) Mr. Gedaagde 1 and 10% stakeholder of the shares issued in the capital stock of afore-mentioned company, I inform you as follows.(…)To ward off these creditors, avoid the bankruptcy of Aruba Airlines and make Aruba Airlines a viable and profitable airline an immediate turnaround is required. Aruba Airlines urgently needs an expansion of its destinations, the use of adequate aircraft for its destinations and compliance with the official regulations and its creditors with a capitalization of US$ 8,679,043.Gedaagde 1 prepared a projection of what is needed in capital to make Aruba Airlines a viable and profitable airline. As you may appreciate an amount of approximately, US$ 8,679,043 is required to be injected urgently in Aruba Airlines. Considering this please advise whether you are willing to contribute the capital required.Since the financial pressures are mounting, please let me have your reply by return on business day on January 19, 2016. In case I don’t receive a positive reaction on time, in order to save Gedaagde 1 from Loonbelasting liability, on his behalf I must notify the tax inspector of “inability to pay”.The situation is (very) critical and important decisions had to be made.
2.7
Op 21 januari 2016 schreef Gedaagde 1 in zijn hoedanigheid van “managing director” aan Seastar en Gedaagde 1 in hun hoedanigheid van aandeelhouders, voor zover voor de beslissing van belang:
In my capacities of managing director of Arubaanse Luchtvaart Maatschappij N.V. (“the company”), I, herewith, convoke and invite you to attend the extraordinary general meeting of shareholders of the company, to be held on February 2, 2016 at L.G. Smith Boulevard 50, in Oranjestad, Aruba. (…)The agenda of the meeting is the following:1. (…)2. Proposal to the issue of 1.001 (…) shares in the capital stock of the company at their nominal value.3. Proposal to disregard the rules of preference in the acquisition of the shares, to be issued as per the proposal sub 1[lees: 2]
above, and to issue all the shares to be issued, pursuant the proposal sub 2 hereinabove, to Black Brothers N.V.,4. Proposal to instruct the management of the company to enter into loan agreement in behalf of the company to the amount of US$ 6,000,000.
2.8
Volgens de door Gedaagde 2 opgemaakte notulen van de vergadering van 2 februari 2016 is het voorstel om 1.001 aandelen uit te geven aan Black Brothers N.V. aangenomen. Ook is aangenomen het voorstel om een lening aan te gaan voor US$ 6.000.000 “against the issue of 1.001 shares in the capital stock of ALM” alsmede het voorstel om het voorkeursrecht van artikel 4 lid 2 van de statuten buiten toepassing te laten. Seastar was bij die vergadering niet vertegenwoordigd [2] .
2.9
Bij brief van 4 februari 2016, geschreven op briefpapier van Aruba Airlines, heeft Gedaagde 1 de heer Naam 2 (verder: Naam 2) als Chief Executive Officer (CEO), “Accountable Manager” en werknemer op staande voet ontslagen. In correspondentie presenteert Gedaagde 1 zich vanaf 4 februari 2016 als CEO.
2.1
Bij kennisgeving van 5 februari 2016 heeft Seastar Gedaagde 2 als medeaandeelhouder en Gedaagde 1 als “Managing Director” uitgenodigd voor een bijzondere aandeelhoudersvergadering op 18 februari 2016. De voorgestelde agendapunten waren, voor zover van belang:
2. Proposal to dismiss Mr. Gedaagde 1 Gedaagde 1 as Managing Director of the Company effective as of the date of this meeting.3. Proposal to appoint Mr. Naam 2, as Managing Director of the Company effective as of the date of the meeting.4. Proposals to nullify any and all decisions taken in the Meeting on February 2, 2016.5. Proposal to authorize Seastar Holding N.V. and/or its appointed attorney in fact to do any and all things necessary in connection with the above mentioned matter.
2.11
Bij brief van 9 februari 2016 heeft Gedaagde 1 in zijn hoedanigheid van “Managing Director” aan de directeur-generaal van de directie luchtvaart Aruba te kennen gegeven dat Black Brothers N.V. een nieuwe aandeelhouder van ALM is [3] . Volgens de in dit geding overgelegde kopie van het aandeelhoudersregister zou Black Brothers N.V. houder van de aandelen 101 [4] tot en met 500 zijn.
2.12
Op 10 februari 2015 om 17:00 heeft de kortgedingrechter de heer Naam 3 als interim directeur en enig directielid aangewezen met schorsing van de overige directieleden. Tevens werden alle oproepen voor een algemene vergadering van aandeelhouders geschorst.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Seastar vordert, na eiswijziging en samengevat, schorsing van Gedaagde 1 in elke functie, benoeming van Naam 2 tot interim-directeur, bevel aan Gedaagde 1 c.s. zich te onthouden van gedragingen die in strijd zijn met de overeenkomst van aandelenverkoop van 4 april 2012, een bevel aan Gedaagde 1 c.s. om stukken met betrekking tot Black Brothers N.V. over te leggen, een bevel aan Gedaagde 1 c.s. om het originele aandeelhoudersregister onder de notaris te deponeren met machtiging op Seastar om de uitgifte van 1001 aandelen door te halen, en Gedaagde 1 c.s. te gebieden zich te gedragen als ware de uitgifte en besluiten op de vergadering van 2 februari 2016 nietig, met machtiging van Seastar om een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen.
3.2
Seastar grondt de vordering erop dat Gedaagde 1 c.s. niet gerechtigd waren de vergadering van 2 februari 2016 uit te schrijven en daar de gewraakte besluiten te nemen.
3.3
Gedaagde 1 c.s. voeren hiertegen verweer. Gedaagde 1 vordert in reconventie schorsing van Naam 2 in elke functie binnen ALM.

4.DE BEOORDELING

4.1
Naam 2 is geen partij in dit geding. Vordering tegen hem is niet-ontvankelijk. Daaraan doet niet af dat de kortgedingrechter bij wijze van ordemaatregel Naam 3 als enig bevoegd interim-directeur heeft aangesteld, hetgeen noodzakelijkerwijs schorsing van Naam 2 als directeur moest meebrengen.
4.2
Gedaagde 1 stelt allereerst in twijfel of mr. Rep gemachtigd is om Seastar te vertegenwoordigen. Mr. Rep heeft erop gewezen dat hij door de bestuurder van Seastar, nu de trustmaatschappij, ATS Holding N.V., als enige die in dit verband relevant is, werd gemachtigd om de onderhavige procedure te entameren [5] . Omdat het verweer met betrekking tot zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid pas bij de behandeling is gevoerd, heeft hij geen uitgebreid onderzoek naar de achter het trustverband liggende verhoudingen gedaan en hoefde hij dat ook niet te doen, aldus mr. Rep.
4.3
Mr. Rep is ingeschreven als advocaat op het tableau van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. Als zodanig wordt hij, anders dan gemachtigden die geen advocaat zijn, ingevolge de vaste regel op zijn woord vermoed gemachtigd te zijn om namens de door hem vertegenwoordigde partij in rechte op te treden, zonder dat hij een schriftelijke volmacht hoeft te tonen. Er is geen aanleiding daarover in deze zaak anders te oordelen.
Het verweer van Gedaagde 1 komt er dan ook niet zozeer op neer dat mr. Rep niet door de bestuurder van Seastar werd gemachtigd de onderhavige vorderingen in stellen. Het verweer behelst vooral dat de trustmaatschappij niet de instructies van de uiteindelijk belanghebbende heeft opgevolgd. Die belanghebbende (de ultimate benificiary owner) zou de Aruba Dream Private Foundation zijn, een “private foundation” naar het recht van Curaçao. Daarin zouden zowel Gedaagde 1 als Naam 2, als de op 15 december 2015 overleden marmer- en graniethandelaar [6] Naam 3 belanghebbenden zijn. En wel met Gedaagde 1 als 77% belanghebbende. Dat laatste ontkent Seastar. In kort geding is niet relevant of dat juist is. Onvoldoende toegelicht is waarom mr. Rep ervan uit had moeten gaan dat in het geval Gedaagde 1 inderdaad 77% belanghebbende in de stichting Aruba Dream Private Foundation zou zijn, zoals Gedaagde 1 stelt [7] maar Seastar betwist ATS Holding in strijd met de instructie zou hebben gehandeld door hem opdracht te geven deze procedure voor Seastar te entameren. Eventuele onzekerheid over de vraag of de trustmaatschappij zijn bevoegdheden overschrijdt komt voor rekening van degene die ervoor kiest zich achter een trustmaatschappij te verschuilen in plaats van voor iedereen klip en klaar duidelijk te maken wie, waar, welke belangen heeft. Als Gedaagde 1 inderdaad de grootste ultimate benificionary owner bij de hele constructie zou zijn en hij daarom uiteindelijk de zeggenschap had, moet hij van de onzekerheid die zo’n constructie meebrengt en de kans dat de trustmaatschappij zich niet aan instructies houdt de gevolgen dragen. Mr. Rep was dus gemachtigd om deze zaak aan te spannen. Niet is gebleken dat zijn opdracht inmiddels door de bestuurder van Seastar is ingetrokken. Seastar is dus in rechte verschenen en ontvankelijk.
4.4
Naar oordeel van de kortgedingrechter heeft Seastar, gegeven de bestuurscrisis waarin ALM zich bevindt en de onduidelijkheid in de aandeelverhoudingen, voldoende spoedeisend belang bij haar vorderingen. Daaraan doet de complexiteit van het geschil niet af.
4.5
Gedaagde 2 heeft bij pleidooi te kennen gegeven van mening te zijn dat de besluiten op de vergadering van 2 februari 2016 nietig zijn en hij daarin zal berusten. Wel wijst Gedaagde 2 erop dat de vennootschap zelf een vordering tot nietigverklaring zal dienen in te stellen. Gedaagde 2 zegt toe daaraan waar nodig medewerking te verlenen.
4.6
Gedaagde 1 heeft bij pleidooi (onder 47 en 48) betoogd dat het plan om 1.001 aandelen ALM uit te geven en die onder voorbijgaan van het voorkeursrecht van bestaande aandeelhouders aan te bieden aan Black Brothers N.V. van Gedaagde 2 afkomstig was. Gedaagde 1 is op het advies van Gedaagde 2 afgegaan. Dat blijkt nu volgens (ook) Gedaagde 1 in strijd met de statuten te zijn geweest. Gedaagde 1 begrijpt thans dat het “geen goed advies was [en] dus teruggedraaid moet worden” [8] . Hij biedt aan daaraan medewerking verlenen.
4.7
Zowel Gedaagde 1 als Gedaagde 2 hebben met het voorgaande gelijk. Zoals uit de hierboven geciteerde artikelen in de akte van oprichting blijkt, kan een besluit tot wijziging van de akte, behoudens in het zich hier niet voordoende geval de procedurevoorschriften van artikel 15 tweede lid van de akte zijn gevolgd, alleen genomen worden door een gekwalificeerde meerderheid van ¾ van de aandelen. Daarvan was op de vergadering van 2 februari 2016 geen sprake. De bevoegdheid om het maatschappelijk kapitaal van ALM te verhogen door uitgifte van 1.001 aandelen kwam daarom niet aan de vergadering van 2 februari 2016 toe.
4.8
Datzelfde laatste geldt overigens ook voor de bevoegdheid om de laatste 400 aandelen in het statutaire maatschappelijk kapitaal te plaatsen en als eerste aan te bieden aan anderen dan de bestaande aandeelhouders. Niet gebleken is overigens, dat de aandeelhouders voor een tot een besluit daartoe te houden vergadering deugdelijk zijn opgeroepen [9] .
4.9
In kort geding moet er daarom vanuit worden gegaan dat in een bodemprocedure, of in onderling overleg conform de toezeggingen van Gedaagde 1 en Gedaagde 2, de besluiten van 2 februari 2016 (ver)nietig(d) worden verklaard dan wel anderszins teruggedraaid. En daarmee ook de besluiten die door Gedaagde 1 als directeur na 2 februari 2016 zijn genomen, waaronder het besluit om Naam 2 op staande voet te ontslaan, een (eventueel) besluit om 400 aandelen van het maatschappelijk kapitaal te plaatsen en uit te geven aan Black Brothers N.V., en het besluit om het maatschappelijk kapitaal met 1.001 aandelen te verhogen en deze uit te geven aan Black Brothers N.V.
4.1
Daarmee doet zich de situatie voor dat Gedaagde 1 door zijn handelen zacht gezegd de wrevel heeft opgewekt van de 90% meerderheidsaandeelhouder. Met zijn daden uit het recente verleden heeft Gedaagde 1 zijn hand overspeeld. Dat de sturing van die hand (mede) ingegeven zou zijn door slechte adviezen van Gedaagde 2 brengt niet mee, dat Seastar daaraan, via de algemene vergadering van aandeelhouders als veruit grootste aandeelhouder, geen verstrekkende gevolgen mag verbinden. De vorderingen onder I en II (deels) komen daarom voor toewijzing in aanmerking. Niet toewijsbaar is het verbod aan Gedaagde 1 om mededelingen aan derden te doen. Een zo algemeen verbod zou het grondrecht van Gedaagde 1 op vrije meningsuiting te zeer beperken. Waar Gedaagde 1 zich concreet aan onrechtmatige uitlatingen schuldig maakt kan Seastar (of ALM) Gedaagde 1 in rechte betrekken.
4.11
Getwijfeld kan eraan worden of Seastar nog belang heeft bij het gevorderde onder III. Doordat er in kort geding vanuit gegaan wordt dat de besluiten van 2 februari 2016 en daarna ongeldig zullen worden geacht, komt aan het ontslag van Naam 2 op 4 februari 2016 ook grondslag te ontvallen. Ter voorkoming van misverstanden zal de kortgedingrechter de vordering tot toewijzen. Het betoog van Gedaagde 1 dat Naam 2 niet in het belang van ALM handelt of gehandeld heeft ziet eraan voorbij dat de laatste het vertrouwen van de veruit grootste aandeelhouder heeft en Seastar uiteindelijk op grond van artikel 8 lid 2 van de oprichtingsakte de directeur benoemt en ontslaat, althans in de algemene vergadering van aandeelhouders in het daartoe besluiten als enige een doorslaggevende stem heeft. In kort geding is niet aannemelijk geworden dat Naam 2 zodanig in strijd met het ondernemingsbelang van ALM heeft gehandeld, dat de meerderheidsaandeelhouder in redelijkheid in de algemene vergadering van aandeelhouders niet tot de conclusie zou mogen komen dat Naam 2 (enig) lid van de directie is (en dat ook steeds is geweest). Een kort geding leent zich niet voor een uitvoerig onderzoek naar de juistheid van in het verleden genomen directiebesluiten van Gedaagde 1 en/of Naam 2 waarbij bovendien geldt, dat partijen over en weer de juistheid van bepaalde besluiten in twijfel trekken, respectievelijk voor het door de wederpartij in twijfel getrokken besluit een niet onmiddellijk volstrekt onwaarschijnlijke verklaring geven.
4.12
Trans Amico Trust Company N.V., voorheen de trustmaatschappij die de door Seastar gekochte 90 aandelen hield, is geen partij in dit geding. Gedaagde 1 c.s. zijn geen partij bij de koopovereenkomst tussen Trans Amico Trust Company N.V. en Seastar. Het onder IV gevorderde bevel of gebod aan Gedaagde 1 c.s. om zich te onthouden van gedragingen in strijd met die koopovereenkomst komt, bij gebrek aan nadere toelichting, niet voor toewijzing in aanmerking. Het belang daarbij valt in het licht van de wel toegewezen vorderingen ook niet in te zien.
4.13
Met het voorlopig oordeel dat de besluiten van de algemene vergadering van aandeelhouders van 2 februari 2016 (ver)nietig(baar) zullen zijn komt het belang aan overlegging van – samengevat – de nodige documentatie rond Black Brothers N.V. te ontvallen. De vordering onder V zal dus worden afgewezen.
4.14
Met het voorlopige oordeel omtrent de (ver)nietig(baarheid) van de besluiten in de algemene vergadering van aandeelhouders van 2 februari 2016 komt aan een machtiging van Seastar om een algemene vergadering van aandeelhouders bijeen te roepen in beginsel belang te ontvallen. Die machtiging heeft Seastar immers niet nodig. Om discussie en misverstanden daarover te voorkomen zal de kortgedingrechter de daarop betrekking hebbende vordering onder VI zekerheidshalve toch toewijzen.
4.15
In het dossier bevinden zich twee verschillende kopieën van wat het aandelenregister van ALM zou moeten zijn. Het (kopie) aandelenregister dat de mutaties tot en met 12 november 2012 bestrijkt laat een geregistreerde aandelenomvang van 100 aandelen zien waarin 90 aandelen van Seastar zijn en 10 aandelen van Gedaagde 2. Een (kopie) aandelenregister waarin de mutaties tot en met 6 februari 2016 zouden zijn aangetekend laat een geregistreerde aandelenomvang van 500 aandelen [10] zien waarin 90 aandelen van Seastar zijn, 10 aandelen van Gedaagde 2 en de aandelen genummerd 101 [11] tot en met 500 aan Black Brothers N.V. zouden toebehoren [12] . Voor alle (recente) mutaties is klaarblijkelijk getekend door Gedaagde 1.
4.16
Naar stelling van Seastar bevindt het originele aandelenregister zich niet op het kantoor van ALM. Gedaagde 1 c.s. ontkennen het aandelenregister in hun macht te hebben.
4.17
Op grond van het Wetboek van Koophandel (artikel 54) houdt het bestuur van de naamloze vennootschap een register van aandeelhouders bij. Nu Gedaagde 2 niet in dat bestuur heeft gezeten ligt het niet voor de hand dat hij daarover nu zou beschikken. Concrete aanwijzingen van het tegendeel zijn er niet. Hij kan daarom niet tot afgifte daarvan aan de notaris worden veroordeeld. Gedaagde 1 daarentegen was, tot de afkondiging van de ordemaatregel in deze zaak, (onrechtmatig) enig bestuurder van de vennootschap en oefende, zoals blijkt uit de niet weersproken stukken, op het kantoor van ALM ook de feitelijke macht uit [13] . Gedaagde 1 is bovendien de persoon die nog op 6 februari 2016 heeft getekend voor de (betwiste) overdracht van de aandelen 101 tot en met 500 aan Black Brothers B.V. Het verweer van Gedaagde 1 dat hij het originele aandeelhoudersregister niet in zijn macht heeft komt de kortgedingrechter, mede in het licht van de hiervoor reeds besproken gedragingen van Gedaagde 1, daarom onwaarschijnlijk voor. Gedaagde 1 zal op straffe van een dwangsom worden veroordeeld om tot afgifte van het originele aandelenregister aan de door Seastar aangewezen notaris over te gaan.
4.18
Bij het gevorderde onder VIII heeft Seastar geen voldoende kenbaar belang. Uit dit vonnis, maar ook uit de houding van Gedaagde 1 c.s. ter zitting, blijkt dat redelijkerwijs geen kans meer bestaat dat Gedaagde 1 c.s. zich met succes zouden kunnen gedragen als hadden de gebeurtenissen tussen 2 februari 2016 en 10 februari 2016 (17:00 uur) enige rechtsgrond.
4.19
Waar mogelijk zal een dwangsom ten laste van Gedaagde 1 c.s. worden opgelegd zoals gevorderd, met voor ieder een maximum van Afl. 25.000.000,.
4.2
Als de in het ongelijk te stellen partijen zullen Gedaagde 1 c.s. worden veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, daaronder begrepen de kosten van de behandeling van de ordemaatregel.
4.21
Het voorgaande betekent dat aan het (enig) interim-directeurschap van de heer Naam 3 met deze beslissing in kort geding een einde komt, onder dankzegging aan de heer Naam 3 voor zijn bereidheid in te springen op een moment dat ALM in een ernstige bestuurscrisis verkeerde.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
in conventie
schorst Gedaagde 1 in elke functie binnen de ALM en gebiedt Gedaagde 1 zich te onthouden van het uitvoeren van enige (rechts)handeling namens ALM, totdat de algemene vergadering van aandeelhouders anders heeft besloten;
beveelt Gedaagde 1 zich niet actief met ALM bezig te houden, alle eventuele volmachten aan derden in te trekken en mee te werken aan hetgeen de interim-directeur hem in het kader van de overdracht van (directie)werk opdraagt (met bepaling dat de schorsing en het verbod zich tot die handelingen niet uitstrekt);
benoemt de heer Naam 2 tot interim-directeur van ALM totdat de algemene vergadering van aandeelhouders anders zal besluiten en machtigt de heer Naam 2 deze benoeming in te doen schrijven in de daartoe stekkende registers, waaronder die van de kamer van koophandel;
machtigt Seastar om een bijzondere vergadering van de aandeelhouders van ALM bijeen te roepen met als agendapunten:
1. Opening of the meeting and the appointment of the president of the meeting.
2. Proposal to – to the extent necessary- dismiss Mr. Gedaagde 1 Gedaagde 1 as Managing Director of the Company effective as of the date of this meeting.
3. Proposal to appoint Mr. Naam 2 as Managing Director of the Company effective as of the date of the meeting.
4. Proposal to – to the extent necessary – nullify any and all decisions taken in the Meeting of February 2, 2016.
5. Proposal to authorize Seastar and/or its appointed attorney in fact to do any and all things necessary in connection with the above mentioned matter.
6. Closure;
veroordeelt Gedaagde 1 het originele aandeelhoudersregister van ALM binnen 24uur na betekening van dit vonnis te deponeren bij notaris mr. R.E. Yarzagaray, met - voorzover nodig – machtiging op Seastar, althans Naam 2 als interim-directeur, om registraties gedateerd op of na 2 februari 2016 door te halen totdat in een bodemprocedure daaromtrent anders wordt beslist;
met veroordeling van Gedaagde 1 en Gedaagde 2, ieder voor zover een ge- of verbod hen aangaat, tot betaling van een onmiddellijk te verbeuren dwangsom van Afl. 25.000, voor iedere dag, gedeelte van een dag daaronder begrepen, of keer dat zij ieder voor zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in gebreke blijven aan het ge- of verbod te voldoen, met ieder voor zich een maximum van Afl. 25.000.000,;
veroordeelt Gedaagde 1 c.s. (hoofdelijk voor zover het betreft het griffierecht en het gemachtigdensalaris) in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Seastar worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl. 427,66 aan explootkosten en Afl. 3.000, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
verklaart Gedaagde 1 niet-ontvankelijk;
veroordeelt Gedaagde 1 in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Seastar worden begroot op Afl. 750, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.De heer Naam 1 was tot 1 februari 2016 directeur van Seastar.
2.Hetgeen niet verrassend is aangezien haar directeur, dhr. Naam 1, op 1 februari 2016 ontslag genomen had. Een nieuwe directeur was nog niet benoemd. Dat zou op 5 februari 2016 ATS Holding N.V. worden.
3.Bewijs van het bestaan van een naamloze vennootschap met de naam Black Brothers N.V. is, ondanks verzoek daartoe van Seastar, niet bijgebracht. De ‘vennootschap’ zou ‘gevestigd’ zijn op het kantooradres van Gedaagde 2. Volgens de uitnodiging d.d. 9 februari 2016 zijdens Gedaagde 1 voor een bijzondere aandeelhoudersvergadering op 20 februari 2016 zou WJS Attroneys Aruba N.V. – de praktijkvennootschap van mr. Gedaagde 2 – (mede) de handelsnaam Black Brothers voeren, nu zonder de toevoeging “N.V.”. Dan is er dus geen sprake van een separate vennootschap en zou de directie luchtvaart onjuist zijn geïnformeerd. Dat geldt uiteraard ook als er overigens geen naamloze vennootschap Black Brothers zou bestaan. Seastar heeft de mogelijkheid geopperd dat Black Brothers de naam is waaronder de broers Gedaagde 1, waaronder gedaagde sub 1, opereren. Gedaagde 1 c.s. hebben zich hierover niet uitgelaten.
4.De kopie is niet geheel duidelijk.
5.Dat ATS Holding de aandelen Seastar houdt en als trustkantoor optreedt wordt door Gedaagde 1 erkend.
6.Aldus diens overlijdenscertificaat; volgens diens in het door Gedaagde 1 overgelegde businessplan opgenomen CV had Naam 3 een meer gevarieerde ondernemingspraktijk die een paar fastfoodrestaurants, een ijsfabriek en nachtclub Rosalinda in Caracas en projectontwikkeling in Venezuela en de Dominicaanse Republiek omvatte.
7.Dat blijkt in ieder geval niet uit de oprichtingsakte van de stichting; noch blijkt dat Gedaagde 1 belanghebbende is bij de “founder” van die stichting, te weten de rechtspersoon naar het recht van Curaçao Yvomante Corporation N.V. Uit de akte blijkt dat alleen dat de “founder” “whises” kenbaar kan maken aan de “board of directors, te weten Intertrust (Curaçao) B.V. te Curaçao. Het betoog van Gedaagde 1 dat, om toestemming te krijgen op de Verenigde Staten te vliegen “Naam 3 niet anders [kon] dan Gedaagde 1 de meerderheid te geven in de [Aruba Dream Private] Foundation hetgeen [eerder] niet het geval was” zoals in de pleitnota van Gedaagde 1 wordt gesteld, is rechtspersonenrechtelijke nonsens en is ook overigens niet erg logisch; in het zakelijk verkeer worden (meerderheids)belangen niet zo maar weggegeven omdat dat op enig moment beter uitkomt.
8.Pleitnota Gedaagde 1 onder 48.
9.Van een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders daartoe is niet gebleken, anders dan dat er een kopie aandelenregister is overgelegd waarop lijkt te staan aangetekend dat deze 400 aandelen zijn geplaatst en op 6 februari 2016 aan Black Brothers N.V. zijn geleverd, en de brief van 9 februari 2016 van Gedaagde 1 aan de directie luchtvaart dat Black Brothers N.V. een nieuwe aandeelhouder van ALM is.
10.Dus toch niet 1.501.
11.Naar de kortgedingrechter aanneemt, de overgelegde kopie is niet helemaal duidelijk.
12.Dat vóór of op 6 februari 2016 een (desnoods nietig) besluit tot plaatsing van 400 - en niet 1.001 - nieuwe aandelen zou zijn genomen door de algemene vergadering van aandeelhouders is, zoals eerder opgemerkt, nergens uit gebleken; in het licht van de door Gedaagde 1 op 9 februari 2016 uitgeschreven (tweede) bijzondere vergadering van aandeelhouders voor 20 februari 2016 lijkt dit een, al dan niet door Gedaagde 2 ingegeven, noodsprong om aan de beperking van artikel 15 van de oprichtingsakte te ontkomen. Die uitnodiging van 9 februari 2016 behelst overigens plots het voorstel van Gedaagde 1 om aandelen uit te geven met nummers 501 tot en met 150.000; enigszins meer dus dan de eerder voorgenomen aandelenemissie tot en met aandeelnummer 1.001. Tot een vergadering op 20 februari 2016 is het niet gekomen in verband met de ordemaatregel.
13.Gedaagde 1 heeft Naam 1 ontslagen, alle e-mailadressen van alle volgens hem niet daadwerkelijk aan ALM verbonden personen geblokkeerd en is met een opschoning (van het personeelsbestand) begonnen die niet in goede aarde viel bij de “groep ‘Naam 1’ c.s.”, aldus de pleitnota van Gedaagde 1 onder punt 50,