ECLI:NL:OGEAA:2016:243

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 maart 2016
Publicatiedatum
13 april 2016
Zaaknummer
A.R.B.B. nr. 1181 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over huurovereenkomst en betalingsverplichtingen

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is eiseres, wonende in Sint Maarten, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. E.E. Rosenstand, in geschil met gedaagde, wonende in Aruba, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.G. Figaroa. De zaak betreft een huurovereenkomst en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen. De procedure is gestart met een inleidend verzoekschrift, waarna een tussenvonnis is gewezen op 30 september 2015. Tijdens de comparitie van partijen op 5 november 2015 is eiseres niet verschenen, terwijl gedaagde en zijn gemachtigde wel aanwezig waren en het woord voerden.

Eiseres verzoekt het Gerecht om gedaagde te veroordelen tot betaling van Afl. 1.825,00, vermeerderd met 15% incassokosten en wettelijke rente. Gedaagde verzet zich tegen dit verzoek en concludeert tot afwijzing. Het Gerecht heeft in zijn beoordeling de eerdere overwegingen uit het tussenvonnis herhaald en geconcludeerd dat gedaagde Afl. 2.000,-- verschuldigd is aan eiseres voor onbetaald gelaten huur over oktober en november 2014. Gedaagde heeft een beroep gedaan op verrekening met de borg van Afl. 1.000,-- die hij onder eiseres heeft gestort, en dit beroep is door het Gerecht gehonoreerd.

Het Gerecht heeft de vordering van eiseres tot vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er meer werkzaamheden zijn verricht dan waarvoor artikel 63a Rv een voorziening biedt. In de uitspraak heeft het Gerecht de proceskosten gecompenseerd, zodat ieder van de partijen de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 16 maart 2016 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 16 maart 2016
Behorend bij A.R.B.B. nr. 1181 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres,
wonende in Sint Maarten,
eiseres,
hierna ook te noemen: Eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen:
Gedaagde,
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa.

1.

1.1
Het verloop van de procedure tot 30 september 2015 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De ingevolge dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 5 november 2015. Eiseres noch zijn gemachtigde zijn toen ter zitting verschenen. Gedaagde is samen met zijn gemachtigde verschenen, en hebben het woord gevoerd.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Eiseres verzoekt dat het Gerecht uitvoerbaar bij voorraad en kosten rechtens Gedaagde beveelt om aan Eiseres te betalen Afl. 1.825,00, te vermeerderen met 15% aan incassokosten en met wettelijke rente.
2.2
Gedaagde voert verweer en concludeert tot afwijzing van het door Eiseres verzochte, kosten rechtens

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Gedaagde heeft ter zitting gemotiveerd gesteld dat de door Eiseres gestelde schade aan het gehuurde reeds bestond of aanwezig was bij het sluiten van de huurovereenkomst. Eiseres heeft de juistheid van die stelling niet nader bestreden. Dat brengt met zich dat de stelling van Eiseres, dat Gedaagde door hem te vergoeden schade heeft toegebracht aan het gehuurde voldoende nadere grondslag mist. Die stelling wordt daarom gepasseerd.
3.3
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.5 van het tussenvonnis luidt de slotsom dat Gedaagde Afl. 2.000,-- verschuldigd is aan Eiseres uit hoofde van onbetaald gelaten huur over de maanden oktober en november 2014. Tegen die achtergrond doet Gedaagde - zo het Gerecht begrijpt - een beroep op verrekening met de borg ad Afl. 1.000,-- die zij heeft gestort onder Eiseres. Dat niet of onvoldoende bestreden beroep slaagt, nu is gesteld noch gebleken dat Eiseres die borgsom niet terug hoeft te betalen aan Gedaagde. Gedaagde zal worden veroordeeld tot betaling van Afl. 1.000,-- aan achterstallige huur na verrekening met bedoelde borgsom.
3.4
De nevenvordering ter zake van wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag zal, als zijnde onbestreden, worden toegewezen, met dien verstande dat als ingangsdatum van die rente de datum van indiening van het inleidend verzoekschrift in aanmerking zal worden genomen nu er geen andere ingangsdatum is verzocht.
3.5
De vordering ter zake van vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte zal worden afgewezen, omdat is gesteld noch gebleken dat er te dezen meer werkzaamheden zijn verricht dan die waarvoor artikel 63a Rv een voorziening geeft.
3.6
In de uitkomst van deze procedure - partijen zijn over en weer in het (on)gelijk gesteld - ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-beveelt Gedaagde om aan Eiseres te betalen Afl. 1.000,-- aan achterstallige huur na verrekening met de door Gedaagde onder Eiseres gestorte borgsom, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 1 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 maart 2016 in aanwezigheid van de griffier.