ECLI:NL:OGEAA:2016:275

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 april 2016
Publicatiedatum
2 mei 2016
Zaaknummer
A.R. 1344 van 2013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade door schending zorgplicht in arbeidsrelatie

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is eiser, die in persoon procedeerde, een rechtszaak gestart tegen de naamloze vennootschap HIM (Aruba) N.V., h.o.d.n. Holiday Inn Resort Aruba. De zaak betreft een geschil over de schending van de zorgplicht door HIM, zoals vastgelegd in artikel 7A:1614x van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Eiser stelt dat hij letsel heeft opgelopen als gevolg van zijn werkzaamheden als barback bij HIM, en dat deze letselschade het gevolg is van de schending van de zorgplicht door zijn werkgever.

Tijdens de procedure is er een deskundigenrapport overgelegd door HIM, waarin werd gesteld dat de rugklachten van eiser niet het gevolg waren van zijn werkzaamheden, maar eerder veroorzaakt werden door andere factoren zoals lichaamsbouw en stress. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat HIM niet voldoende bewijs heeft geleverd om het vermoeden van causaliteit te ontkrachten. Het gerecht heeft vastgesteld dat eiser tot 20 maart 2005 geen rugproblemen had en dat deze zich pas manifesteerden tijdens het werk. Bovendien heeft HIM nagelaten adequate maatregelen te nemen ter voorkoming van letsel, zoals het verstrekken van hulpmiddelen en het geven van tilinstructies.

Het gerecht heeft geconcludeerd dat HIM aansprakelijk is voor de schade van eiser, omdat het niet is gelukt om het bewijsvermoeden te weerleggen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol voor akte onderbouwing van de schade aan de zijde van eiser, met een vervolg voor contra akte aan de zijde van HIM. De uitspraak werd gedaan op 13 april 2016 door mr. Y.M. Vanwersch, en de zaak is verder behandeld in een openbare terechtzitting.

Uitspraak

Vonnis van 13 april 2016
Behorend bij A.R. 1344 van 2013
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiser,
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiser,
procederend in persoon,
tegen:
de naamloze vennootschap HIM (Aruba) N.V.,
h.o.d.n. Holiday Inn Resort Aruba,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: HIM,
gemachtigde: de advocaten mrs. R.T.J.M. Oomen en D.L. Carolina.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Het verloop van de verdere procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 maar t2015;
- de akte aan de zijde van HIM;
- de antwoordakte aan de zijde van Eiser;
- de akte uitlating producties aan de zijde van HIM.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Voorop wordt gesteld dat volhard wordt in hetgeen is overwogen en geoordeeld bij tussenvonnis van 25 maart 2015.
2.2
Bij tussenvonnis is geoordeeld dat HIM haar zorgplicht ex artikel 7A:1614x BWA jegens Eiser geschonden heeft en dat hierdoor het vermoeden van causaliteit (tussen het werk bij HIM en het bij Eiser ontstane letsel) is ingetreden. HIM is vervolgens in de gelegenheid gesteld om dit bewijsvermoeden te ontkrachten, door aan te tonen dat Eiser, ook indien er geen sprake zou zijn geweest van schending van haar zorgplicht, Eiser de zelfde schade zou hebben geleden.
2.3
HIM heeft hiertoe een deskundigen rapport laten opstellen door [deskundige], een BIG-geregistreerde neuroloog te Nederland. De heer [deskundige] heeft geconcludeerd dat de werkzaamheden als ‘barback’ en het tillen van bierfusten door Eiser slechts uitlokkende momenten zijn geweest, omdat de rugklachten ook zonder het tillen van de bierfusten zouden zijn ontstaan. Volgens [deskundige] heeft literatuur uitgewezen dat niet alleen rug belastende werkzaamheden de oorzaak zijn van rugklachten, maar ook factoren zoals lichaamsbouw, lichaamsgewicht, stressfactoren, de algehele en lokale (spier)conditie en sportieve activiteiten. [deskundige] ontkent dat er enige causaliteit bestaat tussen de klachten en het werk. Hij concludeert dat - gelet op het recidiverend drugs en alcoholgebruik - niet altijd sprake is geweest van een optimale conditie bij Eiser en dat dit de belangrijkste bijdragende factor is geweest bij het ontstaan van degeneratieve afwijkingen van zijn rug. Vervolgens concludeert HIM dat er geen sprake is van schending van haar zorgplicht.
2.4
Naar het oordeel van het gerecht rechtvaardigt het partijrapport van [deskundige] deze conclusie van HIM niet. Vast staat dat Eiser tot 20 maart 2005 onbekend was met rugproblemen en dat deze zich spontaan manifesteerden tijdens het verplaatsen van een fust bier. Tot begin 2010 heeft Eiser zijn werkzaamheden als barback vervuld. Afgezien van het verstrekken van karretjes heeft HIM gedurende de jaren dat Eiser werkzaam was voor HIM, niets gedaan ter voorkoming van letsel tijdens de uitoefening van de werkzaamheden als barback. De stelling van [deskundige] dat het rug letsel van Eiser is veroorzaakt door degeneratieve veranderingen van de rug, zoals deze bij elke persoon in de tijd kunnen optreden en volledig los staan van de werkzaamheden van Eiser, acht het gerecht onaannemelijk. Daar komt bij dat dit rapport is opgesteld op basis van verkregen schriftelijke informatie, terwijl Eiser zelf niet is gehoord, laat staan onderzocht. [deskundige] heeft er voorts geen blijk van gegeven rekening te hebben gehouden met het feit dat HIM aan Eiser geen hulpmiddelen heeft verstrekt - zoals steunriemen - ter voorkoming van rugletsel, noch duidelijke tilinstructies heeft gegeven aan Eiser.
2.5
Uit het voorgaande volgt dat HIM er - ondanks het rapport van [deskundige] - niet in is geslaagd het bewijsvermoeden te ontkrachten. Aldus is HIM aansprakelijk voor de schade van Eiser.
2.6
De zaak wordt naar de rol verwezen voor akte onderbouwing schade aan de zijde van Eiser.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
3.1
verwijst de zaak naar de rol van 11 mei 2016 voor akte onderbouwing schade aan de zijde van Eiser;
3.2
bepaalt dat de zaak aansluitend op de rol komt voor contra akte aan de zijde van HIM;
3.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 april 2016 in aanwezigheid van de griffier.