ECLI:NL:OGEAA:2016:279
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.W. van Schendel
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling uit een leenovereenkomst met verweer over betalingsregeling
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: Island Finance) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 25 augustus 2015 werd ingediend, gevolgd door een conclusie van antwoord op 30 september 2015, een conclusie van repliek op 6 januari 2016, en een akte van niet dienen op 2 maart 2016. De zaak betreft een leenovereenkomst die op 24 juni 2013 tussen Island Finance en de gedaagde is gesloten. De gedaagde is tekortgeschoten in de nakoming van de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit deze overeenkomst.
Island Finance vorderde uitvoerbaar bij voorraad de veroordeling van de gedaagde tot betaling van Afl. 14.471,15, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde erkende de hoofdsom, maar voerde aan dat er een betalingsregeling was getroffen met een medewerker van Island Finance. Dit verweer werd door Island Finance gemotiveerd weersproken, en de gedaagde heeft hierop niet meer gereageerd. De rechter oordeelde dat de ontkenning van Island Finance dat er een betalingsregeling was getroffen, voor juist moest worden gehouden.
De rechter heeft de vorderingen van Island Finance toegewezen, omdat deze op de wet zijn gegrond. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van Island Finance, die in totaal op Afl. 2.455,10 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 13 april 2016 door mr. P.W. van Schendel, en de uitspraak vond plaats in aanwezigheid van de griffier.