ECLI:NL:OGEAA:2016:283

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 april 2016
Publicatiedatum
2 mei 2016
Zaaknummer
K.G. no. 384 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over huurachterstand en ontruiming van gehuurde woning

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Marchena, een kort geding aangespannen tegen verweerder, die in persoon procedeerde. De procedure volgde op een huurachterstand van verweerder, die sinds augustus 2015 geen huur meer had betaald voor de woning die hij sinds 2006 huurt van verzoekster. De huurachterstand was op 1 april 2016 opgelopen tot Afl. 10.000,-. Verzoekster vorderde ontruiming van de woning en betaling van een voorschot op de schade die zij had geleden door de huurachterstand.

Tijdens de zitting erkende verweerder de vordering van verzoekster en voerde geen verweer. Het gerecht oordeelde dat er sprake was van spoedeisend belang bij de ontruiming, gezien de lange periode van huurachterstand en het gebrek aan vertrouwen van verzoekster in verweerder. Het gerecht stelde vast dat een huurachterstand van meer dan drie maanden een tekortkoming is die een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt.

Het vonnis, uitgesproken op 13 april 2016, verplichtte verweerder om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutel aan verzoekster te overhandigen. Daarnaast werd verweerder veroordeeld tot betaling van Afl. 10.500,- wegens huurachterstand en in de kosten van de procedure. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 13 april 2016
Behorend bij K.G. no. 384 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Verzoekster,
wonende te Aruba,
verzoekster,
hierna ook te noemen: Verzoekster,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
Verweerder,
wonende te Aruba,
verweerder,
hierna ook te noemen: Verweerder,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 26 februari 2016;
  • de aantekeningen van griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 24 maart 2016.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Verweerder huurt vanaf 2006 van Verzoekster de woning gelegen aan [perceelnummer] in Aruba. De verschuldigde huurprijs bedraagt Afl. 1.300,-, laatstelijk Afl. 1.250,- per maand.
2.2
Verweerder heeft vanaf augustus 2015 geen huur meer aan Verzoekster betaald. De huurachterstand beloopt per 1 april 2016 Afl. 10.000,-.
2.3
Op 7 december 2015 heeft Verzoekster Verweerder gesommeerd de huurachterstand te voldoen binnen tien dagen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Verzoekster vordert Verweerder te bevelen, in kort geding bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, binnen zeven dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis het gehuurde te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en goederen en de woning met afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Verzoekster stellen, voor zover nodig Verzoekster te machtigen om indien Verweerder met de ontruiming in gebreke blijft, deze zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm, met veroordeling van Verweerder tot betaling van een bedrag van Afl. 10.500,-bij wege van voorschot op de door Verzoekster geleden schade, met veroordeling van Verweerder in de kosten van het geding.
3.2
Verweerder voert hiertegen geen verweer en erkent de vordering.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht stelt voorop dat een vordering tot ontruiming in kort geding alleen toewijsbaar is als aan twee voorwaarden is voldaan. In de eerste plaats moet spoedeisend belang bij de vordering bestaan. In de tweede plaats moet aannemelijk zijn dat de rechter in de bodemprocedure de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst toewijsbaar acht.
4.2
De vraag of een partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening dient te worden beantwoord aan de hand van een afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak (zie HR 29 november 2002, LJN: AE4553).
4.3
Tegenover het evidente belang van Verweerder bij voortzetting van de huur, heeft Verzoekster gesteld dat haar concrete belang bij ontruiming van het gehuurde is gelegen in de omstandigheid dat Verweerder al acht maanden geen huur meer heeft betaald, ondanks zijn herhaalde toezeggingen. Verzoekster heeft geen vertrouwen meer in Verweerder.
4.4
In het licht van deze omstandigheden is van spoedeisend belang genoegzaam gebleken.
4.5
Het gerecht overweegt voorts dat een huurachterstand van meer dan drie maanden een tekortkoming is die een ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Verweerder heeft de huurachterstand ter zitting erkend. Gelet hierop zal het gerecht de vordering tot ontruiming toewijzen.
4.6
Uit het eerste lid van artikel 556 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba (hierna: Rv.) volgt dat Verzoekster de ontruiming niet zelf ter hand mag nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. Verzoekster heeft voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als Verweerder niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaat. In het licht daarvan heeft Verzoekster dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan Verweerder wordt betekend, en dat aan Verweerder overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen zeven dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien Verweerder medewerking aan de ontruiming weigert. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening – zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is – bijstand van de politie inroepen. In het licht van het voorgaande heeft Verzoekster geen belang bij de verzochte machtiging.
4.7
Verzoekster vordert tevens een bedrag ad Afl. 10.500,- in verband met geleden schade. Hoewel Verzoekster haar schade niet dan wel onvoldoende feitelijk heeft onderbouwd, is dit bedrag toewijsbaar vanwege de huurachterstand.
4.8
Verweerder zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het geding.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht, recht doende in kort geding:
5.1
veroordeelt Verweerder om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning en het perceel aan [perceelnummer] te ontruimen, met alle daarin aanwezige personen en zaken tenzij deze zaken van Verweerder zijn, en de sleutel af te geven aan Verzoekster;
5.2
veroordeelt Verweerder tot betaling van een bedrag van Afl. 10.500,- wegens huurachterstand;
5.3
veroordeelt Verweerder in de kosten van de procedure, aan de zijde van Verzoekster begroot op Afl. 1.200,- aan griffierecht, Afl. 225,80 aan explootkosten en Afl. 1.000,- salaris gemachtigde;
5.4
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 april 2016 in aanwezigheid van de griffier.