In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de huwelijkse goederen gemeenschap tussen een vrouw en een man, die in 2003 in Colombia zijn getrouwd en in 2014 zijn gescheiden. De vrouw heeft de man aangeklaagd met het verzoek om de gemeenschap te verdelen en om een uitkering wegens overbedeling en een gebruiksvergoeding voor het alleen gebruik van de echtelijke woning. De man verzet zich tegen de verdeling, stellende dat de vrouw slechts anderhalf jaar bij hem heeft gewoond en dat het zijn woning is.
De rechter heeft vastgesteld dat de huwelijkse goederen gemeenschap nog niet is verdeeld en dat de waarde van de gemeenschap op de dag van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand moet worden bepaald. De rechter heeft een deskundige benoemd om de waarde van de woning te taxeren en heeft de vrouw opgedragen een voorschot voor de kosten van de deskundige te betalen. De man is verplicht om informatie te verstrekken over zijn hypothecaire lening en pensioen, terwijl de vrouw een lijst moet opstellen van de inboedelgoederen die zij wil verdelen.
De rechter heeft de gevorderde gebruiksvergoeding van de vrouw afgewezen, omdat zij slechts kort in de woning heeft gewoond en geen bijdrage heeft geleverd aan de kosten van de woning. De zaak is verwezen naar de rol voor akte na deskundigenbericht en verdere producties. De rechter heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het deskundigenonderzoek en dat de deskundige een rapport moet opstellen binnen een maand na betaling van het voorschot.