ECLI:NL:OGEAA:2016:293

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 april 2016
Publicatiedatum
3 mei 2016
Zaaknummer
A.R. 1625 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de huwelijkse goederen gemeenschap na echtscheiding met verzoek om deskundigenonderzoek

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om de verdeling van de huwelijkse goederen gemeenschap tussen een vrouw en een man, die in 2003 in Colombia zijn getrouwd en in 2014 zijn gescheiden. De vrouw heeft de man aangeklaagd met het verzoek om de gemeenschap te verdelen en om een uitkering wegens overbedeling en een gebruiksvergoeding voor het alleen gebruik van de echtelijke woning. De man verzet zich tegen de verdeling, stellende dat de vrouw slechts anderhalf jaar bij hem heeft gewoond en dat het zijn woning is.

De rechter heeft vastgesteld dat de huwelijkse goederen gemeenschap nog niet is verdeeld en dat de waarde van de gemeenschap op de dag van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand moet worden bepaald. De rechter heeft een deskundige benoemd om de waarde van de woning te taxeren en heeft de vrouw opgedragen een voorschot voor de kosten van de deskundige te betalen. De man is verplicht om informatie te verstrekken over zijn hypothecaire lening en pensioen, terwijl de vrouw een lijst moet opstellen van de inboedelgoederen die zij wil verdelen.

De rechter heeft de gevorderde gebruiksvergoeding van de vrouw afgewezen, omdat zij slechts kort in de woning heeft gewoond en geen bijdrage heeft geleverd aan de kosten van de woning. De zaak is verwezen naar de rol voor akte na deskundigenbericht en verdere producties. De rechter heeft benadrukt dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het deskundigenonderzoek en dat de deskundige een rapport moet opstellen binnen een maand na betaling van het voorschot.

Uitspraak

Vonnis van 20 april 2016
Behorend bij A.R. 1625 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres
wonende te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: de vrouw,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
Gedaagde,
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: de man,
procederend in persoon

1.DE PROCEDURE

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- akte eiswijziging;
- de aantekeningen van de comparitie na antwoord op 8 maart 2016;
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen zijn in 2003 in Colombia in het huwelijk gereden.
2.2
Bij beschikking van 22 september 2014 is de echtscheiding tussen hen uitgesproken.
2.3
De huwelijkse goederen gemeenschap is nog niet verdeeld.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
De vrouw vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en na wijziging van eis - samengevat - de verdeling van de gemeenschap en de man te veroordelen aan de vrouw te betalen een uitkering wegens overbedeling, alsmede de man te veroordelen een gebruiksvergoeding te betalen voor het alleen gebruik van de echtelijke woning.
3.2
De man verzet zich tegen de verdeling omdat de vrouw slechts anderhalf jaar bij hem gewoond heeft. Hij stelt dat het zijn woning is, waarin hij sinds 2002 woont.

4.DE BEOORDELING

4.1
Vast staat dat de huwelijkse goederen gemeenschap van partijen nog niet is verdeeld.
De omvang van de gemeenschap wordt bepaald op de dag van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers va de burgerlijke stand. De waarde wordt bepaald op de dag van de verdeling.
4.2
Tot de te verdelen gemeenschap behoren;
1. Het woonhuis, plaatselijk bekend als (Adres), kadastrale aanduiding (nummer);
2. het restant hypothecaire geldlening;
3. de inboedel;
4. het saldo van een geldlening bij CMB;
5. een auto Toyota RAV 4, bouwjaar 2007;
6. restitutie inkomstenbelasting over de jaren 2010-2014.
4.3
Hoewel de man niet bereid is tot verdeling over te gaan, zal zijn verzet hem niet baten. Er is immers sprake van een huwelijkse goederengemeenschap, waarvan de rechter reeds de verdeling heeft bevolen. Ter gelegenheid van de comparitie na antwoord is besproken dat de waarde van de woning getaxeerd dient te worden en dat hiertoe een deskundige dient te worden benoemd. De heer A.S Rosenstand heeft zich bereid verklaard en zijn voorschot bedraagt Afl .450,00, dat door de vrouw dient te worden betaald. Dit voorschot kan te zijner tijd verrekend worden met een eventuele uitkering wegens overbedeling van de man.
4.4
Wat betreft de overige te verdelen activa en passiva ontbreekt vooralsnog de benodigde informatie.
De mandient de volgende gegevens over te leggen bij akte na deskundigenbericht:
1. De actuele stand van de hypothecaire geldlening;
2. een overzicht van zijn tijdens het huwelijk opgebouwd en te verrekenen pensioen bij Apfa;
3. een bewijs dat de auto Totoya RAV 4 uit 2007 op naam van zijn zus staat , zoals hij verklaarde ter comparitie.
De vrouwdient de volgende gegevens over te leggen bij akte na deskundigenbericht:
1.De overeenkomst van geldlening met CMB en de actuele stand van het restant van de geldlening bij CMB;
2. de aanslagen IB 2010-2014.
De zaak wordt verwezen naar de rol voor akte na deskundigenbericht en overlegging producties aan de zijde van de vrouw. Aansluitend krijgt de man gelegenheid om een akte te nemen en producties over te leggen.
4.5
Wat betreft de inboedel van de woning wordt als volgt overwogen. De vrouw dient een lijst te maken van goederen behorende tot de inboedel waarvan zij verdeling verlangt. Niet uit te sluiten is dat de samenstelling van de inboedel na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking is gewijzigd omdat de man zaken heeft aangeschaft en/of vervangen. De vrouw dient deze lijst over te leggen bij de hiervoor genoemde akte. De man zal te zijner tijd bij de door hem te nemen akte hierop kunnen reageren.
4.6
Het ter gelegenheid van de comparitie na antwoord aangekondigde deskundigenbericht zal nu worden bevolen. Ir. A.S Rosenstand (Arcotec)heeft zich bereid verklaard om als deskundige op te treden. Aan deze deskundige zullen de in de beslissing vermelde vragen worden voorgelegd. Ter gelegenheid van de comparitie is reeds besproken dat de vrouw met het voorschot zal worden belast.
4.7
Het gerecht wijst erop dat partijen op grond van artikel 174b lid 3 Rv wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. Het gerecht zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan het gerecht daaruit de gevolgtrekking maken die hij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
4.8
Als een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan onmiddellijk afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
4.9
De gevorderde gebruikersvergoeding van de vrouw wordt afgewezen. Vast staat partijen slechts korte duur hebben samengewoond en dat de vrouw is ingetrokken in het huis van de man. De vrouw heeft na korte tijd de echtelijke woning verlaten en gesteld noch gebleken is dat zij bijdrage aan de hypothecaire verplichtingen, de verzekeringen cq het onderhoud van de woning heeft geleverd. In het licht hiervan acht het gerecht een gebruikersvergoeding niet op zijn plaats.
4.9
Het gerecht zal iedere verdere beslissing aanhouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
  • wat is de vrije marktprijs van de woning, plaatselijk bekend als (Adres), kadastrale aanduiding (Nummer);
  • zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
5.2
benoemt tot deskundige:
Ir. A.S. Rosenstand
Moko 32Tel: 583-7437
Cell: 593-3918
Fax: 583-9569
Email: arcotec@setarnet.aw
5.3
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundig(n) vast op het door de deskundige begrote bedrag van AWG 450,00;
bepaalt dat de vrouw het voorschot dient over te maken
- op het bankrekeningnummer 601347606
t.n.v. gemeenschappelijk hof van justitie
CARIBBEAN MERCANTILE BANK
CAYA BETICO CROES 53
ORANJESTAD, ARUBA
SWIFT CODE: CMBAAWAX
onder vermelding van "voorschot deskundigenrapport zaak AR 1625 van 2015 en wel
binnen vier weken na deze beslissing;
5.4
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
5.5
draagt de griffier op zorg te dragen voor toezending in kopie van het dossier aan de deskundige;
5.6
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
5.7
wijst de deskundige er op dat:
de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op
www.rechtspraak.nlof desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact op te nemen met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
als partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
5.8
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken als daarom verzocht wordt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
5.9
draagt de deskundige op om uiterlijk 1 maand na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend rapport in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
5.1
de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, zodat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
5.11
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
5.12
wijst de deskundige er op dat, indien schriftelijk wordt gerapporteerd:
uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, zodat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover opmerkingen te maken, en dat de deskundig in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
5.13
bepaalt dat de zaak op de parkeerrol zal komen van
woensdag 29 juni 2016;
5.14
draagt de griffier op de zaak op een eerdere rol te plaatsen als het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
na ontvangst ter griffie van het rapport: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van de vrouw op een termijn van vier weken,
5.15
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
5.16
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr.Y.M. Vanwersch rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 april 2016 in aanwezigheid van de griffier.