ECLI:NL:OGEAA:2016:294

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 april 2016
Publicatiedatum
3 mei 2016
Zaaknummer
A.R. 1826 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Burengeschil over perceelgrens en schade door palmbomen

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een burengeschil tussen eiseres en gedaagden over de plaatsing van palmbomen nabij de perceelgrens. Eiseres heeft in 2000 een muur opgetrokken op de perceelgrens, terwijl gedaagden acht palmbomen hebben geplant op ongeveer 20 centimeter afstand van deze muur. Eiseres vordert de verwijdering of verplaatsing van de bomen, omdat de wortels een bedreiging vormen voor de fundering van haar muur. Gedaagden betwisten de vordering en stellen dat de bomen al zes jaar op hun perceel staan en dat het verplaatsen van de bomen kosten met zich meebrengt.

De rechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba bomen niet dichter dan twee meter bij de perceelgrens mogen staan. Aangezien de palmbomen dichterbij staan en er geen toestemming van eiseres is gegeven voor het planten van de bomen, komt de vordering van eiseres voor toewijzing in aanmerking. Gedaagden worden veroordeeld om de bomen binnen acht weken na betekening van het vonnis te verwijderen of verplaatsen, op straffe van een dwangsom van Afl. 300,-- per dag, met een maximum van Afl. 10.000,--. Daarnaast worden gedaagden veroordeeld in de proceskosten van eiseres.

Dit vonnis is uitgesproken op 20 april 2016 door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 20 april 2016
Behorend bij A.R. 1826 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres,
wonende te Aruba,
hierna te noemen: eiseres,
procederend in persoon,
tegen:
Gedaagde 1,
Gedaagde 2,
wonende te Aruba,
gedaagden,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Voor het eerdere verloop van de procedure wordt verwezen naar het tussenvonnis van 18 november 2015. Ingevolge dat vonnis heeft op 2 december 2015 een comparitie van partijen plaats gevonden, waar partijen zijn verschenen. De zaak werd hierna verwezen naar de rol voor het nemen van een conclusie van repliek. Vervolgens werd tegen gedaagden een akte niet-dienen verleend. De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
Partijen zijn buren. Eiseres heeft op de perceelgrens in 2000 een muur opgetrokken. Gedaagden hebben op circa 20 centimeter afstand van de muur acht palmbomen gepland. De palmbomen zijn gegroeid en vormen met hun wortels een bedreiging voor de fundering van de muur, waardoor eiseres schade dreigt te lijden. Ondanks aanmaning blijven gedaagden in gebreke met het verwijderen of verplaatsen van de bomen. In deze procedure vordert eiseres veroordeling van gedaagden tot verwijdering of verplaatsing van de bomen, op straffe van een dwangsom van Afl. 300,-- per dag dat zij daarmee in gebreke blijven. Voorts vordert zij veroordeling van gedaagden in de kosten van de procedure.
2.2
Gedaagden weerspreken de vordering. Zij voeren aan dat de palmbomen er al zes jaar staan. Hun perceel betreft huurgrond, geen erfpacht. Ter comparitie hebben gedaagden hieraan toegevoegd dat de wortels van palmbomen recht de grond ingaan en geen bedreiging vormen voor het fundament van de muur. Het verplaatsen van de bomen zou ongeveer Afl. 100,-- per boom kosten.

3.DE BEOORDELING

3.1
Ingevolge artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba mogen bomen in beginsel niet dichter bij de grenslijn van de buren staan dan twee meter. Als niet betwist staat vast dat de palmbomen dichter op de perceelgrens staan dan twee meter. De palmbomen komen, blijkens de door eiseres ter comparitie overgelegde foto’s, boven de muur uit. Gesteld noch gebleken is dat eiseres toestemming heeft gegeven voor het planten van bomen binnen twee meter. Gedaagden hebben aangegeven geen eigenaar maar huurder te zijn van de grond. Niet weersproken is echter dat gedaagden de bomen hebben geplant. Dat de grondeigenaar bezwaar zou kunnen hebben tegen het verplaatsen of verwijderen van de bomen, is niet aangevoerd of aannemelijk.
3.2
Nu de bomen zich bevinden op kortere afstand van de perceelgrens van eiseres dan de wettelijke afstand van twee meter en geen argumenten zijn aangevoerd of gebleken die een uitzondering op de regel zouden rechtvaardigen, komt de vordering voor toewijzing in aanmerking. Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres. Aan gedaagden zal een iets langere termijn worden gegund om de bomen te verwijderen of verplaatsen dan eiseres heeft verzocht. De gevorderde dwangsom zal aan een maximum worden verbonden.

3.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
Veroordeelt gedaagden om binnen acht weken na betekening van dit vonnis de palmbomen in geding te verwijderen of verplaatsen naar een afstand van ten minste twee meter als bedoeld in artikel 5:42, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, op verbeurte van een dwangsom ten behoeve van eiseres van Afl. 300,-- per dag of gedeelte daarvan dat gedaagden hiermee in gebreke blijven met een maximum van Afl. 10.000,--;
Veroordeelt gedaagden in de kosten van de procedure tot op heden begroot op Afl. 450,-- aan griffierechten en Afl. 459,54 aan verschotten;
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 april 2016 in aanwezigheid van de griffier.