ECLI:NL:OGEAA:2016:301
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Verjaring van rechtsvordering in arbeidsovereenkomst tussen verzoekster en het Land Aruba
In deze zaak verzoekt verzoekster [X] het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba om een beschikking waarbij het Land Aruba wordt veroordeeld om een sociale risicodekkingsverzekering voor haar af te sluiten, of om de premiekosten van een dergelijke verzekering te vergoeden. De procedure is gestart met een verzoekschrift en een verweerschrift, waarbij partijen op 23 juni 2015 ter zitting zijn verschenen. Na het sluiten van het partijdebat is de zaak verwezen naar de parkeerrol in verband met te voeren onderhandelingen. Op 29 december 2015 heeft [X] om beschikking gevraagd, welke op 3 mei 2016 is gegeven.
De kern van het geschil betreft de vraag of de rechtsvordering van [X] is verjaard. [X] stelt dat het Land verplicht was om een sociale risicodekkingsverzekering af te sluiten voor de periode van 2002 tot 2005, terwijl het Land aanvoert dat de rechtsvordering van [X] is verjaard. Het Gerecht overweegt dat de vordering van [X] in begin 2010 is verjaard, omdat zij in de periode van begin 2005 tot vijf jaren daarna geen verjaring stuitende rechtshandeling heeft verricht. Het beroep van [X] op redelijkheid en billijkheid wordt door het Gerecht niet gehonoreerd, omdat dit onvoldoende zwaarwegend is om het beroep van het Land op verjaring onaanvaardbaar te verklaren.
Uiteindelijk wijst het Gerecht de vordering van [X] af en veroordeelt haar in de kosten van de procedure, die aan de zijde van het Land op nihil zijn begroot, aangezien het Land procedeerde met een ambtenaar in dienst.