ECLI:NL:OGEAA:2016:308
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldlening met beroep op verjaring
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. (hierna: Island Finance) een vordering ingesteld tegen G*, die een geldlening van Island Finance heeft ontvangen. De overeenkomst van geldlening werd op 17 februari 2005 gesloten, waarbij G* zich verplichtte om het geleende bedrag met rente terug te betalen. Island Finance vorderde een bedrag van Afl. 11.584,21, vermeerderd met rente en incassokosten, en stelde dat G* toerekenbaar tekortkwam in de nakoming van haar betalingsverplichtingen.
G* voerde verweer en stelde zich op het standpunt dat de vordering was verjaard, aangezien de laatste betaling in 2007 had plaatsgevonden en zij pas in augustus 2015 was gesommeerd om te betalen. Het Gerecht oordeelde echter dat G* in 2012 een betalingsregeling had getroffen met Island Finance, waarbij zij haar werkgever machtigde om betalingstermijnen op haar loon in te houden en rechtstreeks aan Island Finance te betalen. Dit werd beschouwd als een overeenkomst die de verjaringstermijn had gestuit, waardoor de vordering van Island Finance toewijsbaar was.
De rechter veroordeelde G* tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 6 april 2016, waarbij de rechter de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaarde en het meer of anders gevorderde afwees.