Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VERDERE BEOORDELING
Omgangsregeling
3.DE BESLISSING
definitieveomgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In de zaak met EJ nr. 2537 van 2015 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 mei 2016 een beschikking gegeven in een alimentatiezaak tussen de moeder en de vader van een minderjarige. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, en de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena, hebben met behulp van de Voogdijraad een omgangsregeling overeengekomen. Deze regeling is vastgelegd in een rapport van de Voogdijraad van 10 maart 2016.
Tijdens de zitting op 29 maart 2016 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de Voogdijraad vertegenwoordigd was door mevrouw [naam A] en mevrouw [naam B]. De vader heeft verzocht om een beslissing over de omgang met de minderjarige op speciale dagen zoals Vaderdag, kerst, oud- en nieuw, en de verjaardag van de minderjarige. Het gerecht heeft de verzoeken van de vader in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat de voorgestelde omgangsregeling in het belang van de minderjarige is.
De beschikking bepaalt dat de omgangsregeling als volgt is: de vader haalt de minderjarige elke dinsdag en vrijdag bij de crèche op en brengt hem terug naar de moeder. Daarnaast is er een regeling voor een weekend per maand, speciale dagen en vakanties. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door rechter mr. E.M.D. Angela.