In deze zaak verzoekt een werknemer, die op staande voet is ontslagen, om de voorwaardelijke ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. De werknemer heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen. Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba heeft op 12 januari 2016 uitspraak gedaan. De werknemer verzoekt primair om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van gewichtige redenen, met toekenning van een billijkheidsvergoeding van Afl. 212.062,--. Subsidiair verzoekt hij om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog bestaat, met dezelfde vergoeding. De werkgever, Costa del Sol Development Company N.V. (CDS), verzet zich tegen het verzoek en concludeert tot afwijzing, met een lagere vergoeding van Afl. 21.308,25.
De procedure heeft plaatsgevonden op 7 december 2015, waarbij beide partijen zijn verschenen met hun gemachtigden. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de werknemer op 6 juli 2009 in dienst is getreden bij CDS en dat hij op 24 november 2015 op staande voet is ontslagen. Dit ontslag is door de werknemer nietig verklaard op 1 december 2015. Het Gerecht oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is totdat het tegendeel in rechte is vastgesteld, waardoor de werknemer niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn primaire verzoek.
Wat betreft het subsidiaire verzoek tot voorwaardelijke ontbinding, oordeelt het Gerecht dat er sprake is van gewichtige redenen voor ontbinding. Het Gerecht kent de werknemer een billijkheidsvergoeding toe van Afl. 175.000,--, afhankelijk van de uitkomst van de rechtszaak over de nietigheid van het ontslag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.