ECLI:NL:OGEAA:2016:34

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
19 januari 2016
Publicatiedatum
20 januari 2016
Zaaknummer
E.J. 2099 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van arbeidsovereenkomst op verzoek van werknemer na incident met dochter werkgever

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, verzoekt E*, een 70-jarige werknemer, om te verklaren dat haar ontslag op staande voet door werkgever G* kennelijk onredelijk is. E* is sinds 1974 in dienst bij G* en heeft een incident meegemaakt waarbij zij foto's nam van de dochter van G* in diens tuin. Dit leidde tot een handgemeen en haar ontslag. E* vordert onder andere een schadevergoeding en betaling van niet nagekomen opzegtermijn. G* voert verweer en vraagt om vergoeding van proceskosten. De rechter oordeelt dat E* niet goed werknemerschap heeft getoond door zonder toestemming foto's te maken en dat het ontslag gerechtvaardigd was. De vordering van E* wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van G*.

Uitspraak

Beschikking van 19 januari 2016
Behorend bij E.J. 2099 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[naam eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: E*,
gemachtigde: de advocaat mr. H.G. Figaroa,
tegen:
[naam gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: G*,
gemachtigde: de advocaat mr. A.A. Ruiz.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de behandeling ter zitting van 1 december 2015 en de daarvan gemaakte aantekeningen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
E* is 70 jaar oud. Zij werkt sinds 1974 in dienst van G* als hulp in de huishouding. G* is bijna 79 jaar oud.
2.2
De gezondheid van G* is slecht. Hij is afhankelijk van zijn zoon en dochter, van E* en van professionele thuiszorg.
2.3
Op 13 april 2015 heeft zich thuis bij G* een incident voorgedaan waarbij enerzijds E* betrokken was en aan de andere kant de dochter van G*. De directe aanleiding voor het incident was dat E* foto’s nam vanuit de woning van G*. Zij fotografeerde onder meer de dochter van G* die in de tuin stond. Ook zijn delen van de achtergevel van de woning van G* gefotografeerd. De dochter heeft toen geprobeerd de fotocamera van E* af te nemen. Daarbij is een handgemeen tussen E* en de dochter ontstaan. E* heeft de dochter van G* in haar hand gebeten. Op enig moment heeft E* een ijzeren voorwerp gepakt en daarmee gedreigd om de dochter bang te maken. E* is daarna weggegaan. Het is de dochter niet gelukt om het fototoestel van E* af te pakken.
2.4
Daarop is E* op staande voet ontslagen.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
E* verzoekt het gerecht – in hoofdzaak – om voor recht te verklaren dat het ontslag kennelijk onredelijk is en G* te veroordelen om Afl. 28.846,15 aan cessantia, Afl. 8.000, ter zake de niet in acht genomen opzegtermijn en Afl. 50.000, in verband met schadevergoeding naar billijkheid.
3.2
E* grondt het verzoek, samengevat, erop dat sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag omdat er geen aanleiding was haar op staande voet te ontslaan.
3.3
G* voert gemotiveerd verweer dat voor zover voor de beslissing van belang hieronder zal worden besproken en vordert veroordeling van E* tot vergoeding van de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
G* is op de zitting niet verschenen omdat zijn gezondheid dat niet toestaat. Wel heeft hij zijn zoon gemachtigd. Die heeft, net als E*, het woord gevoerd.
4.2
Partijen zijn het over de aanleiding voor het incident niet eens. Duidelijk is wel dat het al enige tijd niet boterde tussen E* en de kinderen van G* en diens (andere) verzorgers. Dat heeft geresulteerd in een rapport over een arbeidsgeschil door de Directie Arbeid en Onderzoek en een schriftelijke waarschuwing zijdens de zoon van G*.
4.3
Volgens E* ontstond het incident van 13 april 2015 toen de dochter van G* haar letterlijk dicht op de huid zat toen E* in de tuin aan het werk was. De dochter zou E* daarbij hebben toegevoegd dat zij haar heel nauw in de gaten zou houden. Om bewijs van het opdringerige gedrag van de dochter te hebben is E* haar digitale fototoestel uit de woning gaan halen. Zij heeft toen foto’s genomen, die ter zitting zijn getoond. Deze laten de dochter op enige afstand in de tuin zien en overigens delen van de gevel van het huis.
4.4
Volgens E* heeft de dochter haar gesommeerd om het fototoestel af te geven. Volgens G* wilde de dochter dat de reeds genomen foto’s werden gewist en E* zou ophouden met het fotograferen van de dochter en van de woning in verband met de privacy en de veiligheid van G*. Toen E* daaraan niet voldeed heeft de dochter geprobeerd het toestel af te pakken waarna het onder de feiten gerelateerde handgemeen is ontstaan.
4.5
Het gerecht stelt voorop dat niet betwist is dat door de zoon van G* namens zijn vader aan E* bij brief van 16 januari 2015 te kennen is gegeven, dat ook de dochter E* namens G* instructies kon geven. Het gerecht is verder van oordeel dat het nemen van foto’s van gezinsleden van G* en/of diens woning door E* niet getuigt van goed werknemerschap. Zeker in het geval waar E* bij G* thuis werkte had zij de privacy en de noodzaak van het bewaken van de veiligheid van G* moeten respecteren en had zij alleen met uitdrukkelijke toestemming foto’s mogen maken. Daar komt nog bij, dat op de zitting niet duidelijk is geworden waarom E* het nodig vond om speciaal (het was geen telefoon met fotografeer mogelijkheid) een fototoestel naar het werk mee te nemen. E* heeft daarmee de verhoudingen met familieleden van G*, die toch al niet optimaal waren, op scherp gezet. Het gerecht is van oordeel dat onder die omstandigheden de dochter van G*, namens deze, het recht had om te verlangen dat E* de door haar genomen foto’s voor de dochter controleerbaar zou wissen. Als juist is dat de dochter daarbij heeft geprobeerd om het fototoestel van E* af te nemen is zij daarmee in principe een stap te ver gegaan maar niet gebleken is, dat E* ook maar op enig moment bereid is geweest toe te zeggen te zullen stoppen met fotograferen en de genomen foto’s te wissen. Daar komt bij dat E* te ver is gegaan door de dochter te bijten en haar met een ijzeren voorwerp met opgeheven arm te bedreigen.
4.6
Niettegenstaande de leeftijd van E* en haar lange dienstverband bij G* is E* bij brief van 14 april 2015 op staande voet ontslagen. Dat brengt mee dat van kennelijk onredelijk ontslag geen sprake kan zijn.
4.7
De vordering zal worden afgewezen Als de in het ongelijk te stellen partij zal E* de proceskosten van G* moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
wijst het verzoek af;
veroordeelt E* in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van G* worden begroot op Afl. 3.400, aan salaris van de gemachtigde;
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen., rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 19 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.