ECLI:NL:OGEAA:2016:352

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
24 mei 2016
Publicatiedatum
3 juni 2016
Zaaknummer
E.J. 2328 en EJ 2329 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onregelmatig ontslag en toewijzing van schadevergoeding aan werknemers van Bellagio N.V.

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben de werknemers van Bellagio N.V. een verzoek ingediend na hun onregelmatige ontslag op 6 oktober 2014. De werknemers, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.S. Edwards, hebben verzocht om hen kosteloos te laten procederen en om Bellagio te veroordelen tot betaling van verschillende schadevergoedingen, waaronder bedragen voor opzegtermijnen, niet genoten vakantiedagen en cessantia-uitkeringen. Bellagio, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Marchena, heeft verweer gevoerd tegen de eisen van de werknemers.

De procedure omvatte verschillende stukken, waaronder verzoekschriften en verweerschriften, en de behandeling vond plaats op 2 februari 2016. De rechter heeft vastgesteld dat de werknemers recht hebben op schadevergoeding, omdat Bellagio de dienstbetrekking heeft beëindigd zonder inachtneming van de opzegtermijn, wat als onregelmatig werd beschouwd. De rechter heeft de vorderingen van de werknemers toegewezen, inclusief de cessantia-uitkering en een billijke schadevergoeding, en heeft Bellagio veroordeeld tot betaling van de gevorderde bedragen.

De rechter heeft ook geoordeeld dat Bellagio geen verweer heeft gevoerd tegen de berekeningen van de werknemers en dat de omstandigheden van de werknemers in aanmerking moeten worden genomen bij het toekennen van de schadevergoeding. Uiteindelijk zijn de werknemers in het gelijk gesteld en zijn de vorderingen toegewezen, met veroordeling van Bellagio in de proceskosten.

Uitspraak

Beschikking van 24 mei 2016
Behorend bij E.J. 2328 en EJ 2329 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaken van:
1.
,
2.
[Y],
3.
[Z],
4.
[A],
5.
[B],
6.
[C]
allen wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: de werknemers,
gemachtigde: de advocaat mr. C.S Edwards,
tegen:
de naamloze vennootschap,
BELLAGIO N.V.
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Bellagio,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzoekschriften;
- de verweerschriften;
- de overgelegde aantekeningen ter zitting van mr. Edwards;
- de behandeling ter zitting van 2 februari 2016 en de daarvan gemaakte aantekeningen van de griffier;
- de akte eiswijziging;
- de antwoord akte.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
De werknemers zijn tot 6 oktober 2014 werkzaam geweest bij Bellagio.
Op deze datum zijn zij naar huis gezonden, onder de belofte dat indien er in de toekomst weer werk zou zijn, zij weer ter werk gesteld zouden worden.
2.2
Op 16 juli 2015 heeft de directeur van de Directie Arbeid en Onderzoek toestemming verleend aan Bellagio om de dienstverbanden met de werknemers op te zeggen, onder de voorwaarde dat binnen zes maanden geen werknemer in dienst wordt genomen voor het verrichten van werkzaamheden van dezelfde aard, alvorens degene voor wie hierbij toestemming voor ontslag wordt verleend, in de gelegenheid is gesteld zijn vroegere werkzaamheden te hervatten op dezelfde of gunstiger voorwaarden dan die laatstelijk voor hem/haar golden.
2.3
Bellagio heeft geen gebruik gemaakt van de verkregen ontslagvergunningen.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1
De werknemers verzoeken - na wijziging van eis - bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad hen toe te laten kosteloos te procederen en Belagio te veroordelen te betalen aan:
[A]
  • een bedrag ad Afl. 10.400,00 ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.350,00 voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 10.500,00 zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 18.200,00 zijnde een billijke schadevergoeding,
  • Totaal Afl. 40.450,00 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
[B]
  • een bedrag ad Afl. 13.866,68 ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.800,00 voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 29.200,00 zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 20.800,00 zijnde een billijke schadevergoeding,
  • Totaal Afl. 65.666,70 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
[C]
  • een bedrag ad Afl. 4.593,34 ,00 ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 692,50 voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 4.770,00 zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 9.186,68,00 zijnde een billijke schadevergoeding,
  • Totaal Afl. 19.242,52 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
[X]
  • een bedrag ad Afl. 4.593,34 ,00 ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.192,50 voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 4.770,00 zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 11.483,35 zijnde een billijke schadevergoeding,
  • Totaal Afl. 20.039,19 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
[Y]
  • een bedrag ad Afl. 10.400,00 ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.350,00 voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 14.700,00 zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 10.400,00 zijnde een billijke schadevergoeding,
  • Totaal Afl. 36.850,00 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente vanaf 2 f februari 2015 tot de dag der voldoening;
[Z]
  • een bedrag ad Afl. 11.440,00 ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.485,00 voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 14.850,00 zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 17.160,00 zijnde een billijke schadevergoeding,
  • Totaal Afl 44.935,00 te vermeerderen met de wettelijke verhoging en rente vanaf 18 februari 2015 tot de dag der voldoening;
3.2
De werknemers baseren hun gewijzigde eis - samengevat – op het volgende.
Zij berusten in het ontslag per 6 oktober 2014 en stellen zich op het standpunt dat het onregelmatig en kennelijk onredelijk is.
3.3
Bellagio voert hiertegen verweer, dat zo nodig bij de beoordeling aan de orde komt.

4.DE BEOORDELING

4.1
Aan de orde is de vraag of Bellagio aan de werknemers nog een en ander verschuldigd is uit hoofde van de tussen hen bestaand hebbende arbeidsrelatie. De werknemers hebben hun eis conform het bepaalde in artikel 429i Rv gewijzigd. Het verweer van Bellagio dat deze eiswijziging tardief is, faalt dan ook.
4.2
Op de eerste plaats twisten partijen over de respectievelijke data van indiensttreding van de betrokken werknemers. Nu het op de weg van Bellagio lag om de stelling ten aanzien van de datum indiensttreding
gemotiveerdte betwisten, bijvoorbeeld door overlegging van de arbeidsovereenkomsten, de aanmeldingen van betrokken werknemers bij SVB of fiscus, de polissen van eventueel afgesloten ongevals- of andere verzekeringen ten behoeve van de werknemers etc etc. Bellagio heeft haar stelling ten aanzien van de respectievelijke data indiensttreding evenwel op geen enkele wijze onderbouwd. Om deze reden wordt uitgegaan van de door de werknemers ingenomen standpunten. Aldus wordt uitgegaan van de door de werknemers gestelde datum indiensttreding.
4.3
Vast staat dat Bellagio de dienstbetrekking heeft beëindigd zonder in achtneming van de opzegtermijn. De opzegging is derhalve onregelmatig. Dit heeft tot gevolg dat Bellagio aan betrokken werknemers het loon over de opzegtermijn verschuldigd is. Dit wordt toegewezen zoals gevorderd, nu Bellagio hiertegen geen separaat verweer heeft gevoerd.
4.4
Voorts is Bellagio gehouden de cessantia-uitkering te betalen, nu vast staat dat de beëindiging van het dienstverband niet het gevolg is van een omstandigheid die voor rekening en risico van de werknemers komt. Hiervoor geldt dat voor de berekening van de hoogte van de cessantia-uitkering uitgegaan wordt van de door de werknemers gestelde datum indiensttreding. Nu Bellagio voorts geen afzonderlijk verweer heeft gevoerd tegen de berekende cessantia-bedragen, zijn deze toewijsbaar zoals gevorderd.
4.5
Bij het einde van de dienstbetrekking dient de werkgever de eindafrekening op te maken, bestaande uit de niet-genoten vakantiedagen en/of de resterende vakantietoeslag. Het is de taak van de werkgever om een deugdelijke vakantieadministratie bij te houden. Doet hij dit niet, dan wordt in het algemeen uitgegaan van juistheid van de opgave van de werknemer. Vast staat tevens dat Bellagio de opgave van de niet-genoten vakantiedagen niet gemotiveerd heeft weersproken. Dit heeft tot gevolg dat de bedragen worden toegewezen zoals gevorderd.
4.6
Ten aanzien van de gevorderde billijkheidsvergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag wordt als volgt overwogen. Een ontslag kan kennelijk onredelijk zijn, indien de gevolgen van de werknemer voor hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever bij de beëindiging. Bellagio heeft verklaard dat zij de betrokken werknemers noodgedwongen naar huis heeft gestuurd omdat zij het loon niet langer kon doorbetalen, aangezien zij sedert september 2014 geen werk meer heeft. Desalniettemin heeft Bellagio het loon doorbetaald tot en met 5 november 2014. Nu de werknemers er - al dan niet ten dele - in zijn geslaagd vervangend werk te vinden en gelet op haar slechte financiële positie, verzoekt Bellagio de verzochte billijkheidsvergoedingen af te wijzen cq te matigen.
4.7
Het door Bellagio gevoerde ‘Habe-nichts-verweer’ wordt afgewezen, nu dit niet is onderbouwd met verifieerbare stukken, zoals de jaar- en de winst- en verliesrekeningen van de afgelopen drie jaar. Bellagio heeft zelfs geen enkel financieel stuk overgelegd, waaruit de juistheid van haar stelling kan volgen. Dit heeft tot gevolg dat met de economische situatie van Bellagio geen rekening wordt gehouden.
4.8
Hoewel de omstandigheden van de werknemers verschillend zijn, acht het gerecht termen aanwezig om aan elke werknemer een zelfde bedrag toe te kennen ter compensatie van het abrupte verlies van hun inkomen. Uit hetgeen de werknemers ter zitting hebben verklaard, volgt dat zij na de beëindiging van hun dienstverband bij Bellagio kortere of iets langere termijn werkloos zijn geweest. In het licht van deze feiten en omstandigheden alsmede het feit dat Bellagio gedurende korte tijd het loon heeft doorbetaald, zonder dat hiertegen een arbeidsprestatie stond, acht het gerecht een bedrag ad Afl. 5.000,00 bruto per werknemer billijk. Aldus worden aan de werknemers de navolgende bedragen toegewezen:
4.8.1 [
[A]
Toewijsbaar is:
  • een bedrag ad Afl. 10.400,00 bruto ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.350,00 bruto voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 10.500,00 bruto zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 5.000,00 bruto billijkheidsvergoeding
Totaal
Afl. 27.250,00 brutote vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
4.8.2 [
[B]
  • een bedrag ad Afl. 13.866,68 bruto ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.800,00 bruto voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 29.200,00 bruto zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 5.000,00 bruto zijnde een billijke schadevergoeding,
Totaal
Afl. 49.866,68 brutote vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
4.8.3 [
[C]
  • een bedrag ad Afl. 4.593,34 bruto ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 692,50 bruto voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 4.770,00 bruto zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 5.000,00 bruto zijnde een billijke schadevergoeding,
Totaal
Afl. 15.055,84 brutote vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
4.8.4 [
[X]
  • een bedrag ad Afl. 4.593,34 bruto ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.192,50 bruto voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 4.770,00 bruto zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 5.000,00 bruto zijnde een billijke schadevergoeding,
Totaal
Afl. 15.555,84 brutote vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
4.8.5 [
[Y]
  • een bedrag ad Afl. 10.400,00 bruto ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.350,00 bruto voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 14.700,00 bruto zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 5.000,00 bruto zijnde een billijke schadevergoeding,
Totaal
Afl. 31.450,00 brutote vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening
4.8.6 [
[Z]
  • een bedrag ad Afl. 11.440,00 bruto ter zake de opzegtermijn,
  • Afl. 1.485,00 bruto voor niet genoten vakantiedagen;
  • Afl. 14.850,00 bruto zijnde de cessantia-uitkering;
  • Afl. 5.000,00 bruto zijnde een billijke schadevergoeding,
Totaal
Afl. 32.775,00 brutote vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente vanaf 18 februari 2015 tot de dag der voldoening.
4.9
Gelet op de uitkomst van de procedure, wordt Bellagio in de kosten veroordeeld.
5. DE UITSPRAAK
De rechter in dit gerecht:
In de zaak 2338/15
5.1
verleent verzoekers gratis admissie;
5.2
veroordeelt Bellagio te betalen aan:
-
[X]een bedrag ad
Afl. 15.555,84 bruto;
-
[Y]een bedrag ad
Afl. 31.450,00 bruto;
alle bedragen te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
-
[Z]een bedrag ad
Afl. 32.775,00 bruto,
alle bedragen te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 18 februari 2015 tot de dag der voldoening;
5.3
veroordeelt Bellagio in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de werknemers begroot op Afl. 150,00 griffierecht en Afl. 2.700,00 voor salaris gemachtigde;
5.4
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders verzochte af;
In de zaak EJ 2329/15
5.6
verleent verzoekers gratis admissie;
5.7
veroordeelt Bellagio te betalen aan:
-
[A]een bedrag ad
Afl. 27.250,00 bruto;
-
[B]een bedrag ad
Afl. 49.866,68 bruto;
-
[C]een bedrag ad
Afl. 15.055,84 bruto;
alle bedragen te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente vanaf 2 februari 2015 tot de dag der voldoening;
5.8
veroordeelt Bellagio in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de werknemers begroot op Afl. 150,00 griffierecht en Afl. 2.700,00 voor salaris gemachtigde;
5.9
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.1
wijst het meer of anders verzochte af;
Deze beschikking is gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 24 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.