ECLI:NL:OGEAA:2016:362

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 mei 2016
Publicatiedatum
7 juni 2016
Zaaknummer
A.R. no. 50 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming na betalingsachterstand

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de eiseres, FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO (FCCA), een vordering ingediend tegen de gedaagden, aangeduid als Gedaagde c.s., wegens tekortkomingen in de nakoming van een huurovereenkomst. De procedure is gestart na een tussenvonnis op 9 maart 2016, waarbij een comparitie van partijen is gelast. Tijdens de zitting op 29 maart 2016 heeft FCCA, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J. Saade, een wijziging van eis verzocht, waarbij de ontbinding van de huurovereenkomst werd gevraagd in het geval dat de gedaagden zouden stoppen met betalen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: er is een huurovereenkomst gesloten tussen FCCA en Gedaagde c.s., maar de gedaagden zijn tekortgeschoten in hun betalingsverplichtingen. FCCA vordert onder andere de ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde pand en betaling van achterstallige huur en incassokosten. Gedaagde c.s. heeft de huurachterstand erkend, maar stelt dat er een betalingsregeling is getroffen met FCCA.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat FCCA voldoende heeft aangetoond dat Gedaagde c.s. zich niet aan de betalingsregeling heeft gehouden en dat de vorderingen van FCCA toewijsbaar zijn. Het vonnis, uitgesproken op 4 mei 2016, ontbindt de huurovereenkomst en beveelt Gedaagde c.s. om het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis te ontruimen. Daarnaast worden Gedaagde c.s. veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, wettelijke rente, incassokosten en de proceskosten aan FCCA.

Uitspraak

Vonnis van 4 mei 2016
Behorend bij A.R. no. 50 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
FUNDACION CAS PA COMUNIDAD ARUBANO,gevestigd te Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: FCCA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:

1..Gedaagde Y en 2. Gedaagde X,

beiden wonende te [adres] in Aruba,
GEDAAGDEN
hierna ook te noemen: Gedaagde c.s.,
procederende in persoon.

1.DE VERDERE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 9 maart 2016 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De ingevolge dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op dinsdag 29 maart 2016. Ter terechtzitting zijn verschenen FCCA door haar gemachtigde mr. J. Saade, occuperende voor zijn gemachtigde, alsmede mevrouw [naam mevrouw] (hoofd incassozaken) en gedaagden in persoon. Partijen hebben het woord gevoerd, en hebben gereageerd of kunnen reageren op elkaars stellingen.
1.2
FCCA heeft ter zitting wijziging thans vermindering van eis verzocht. Die eiswijziging, zijnde dat de huurovereenkomst voorwaardelijk wordt ontbonden in het geval dat gedaagden ophouden te betalen, is toegestaan.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen FCCA en Gedaagde c.s. is een huurovereenkomst gesloten.
2.2
Gedaagde c.s. is tekort geschoten in de nakoming van de uit die overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
FCCA vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
- de tussen partijen gesloten huurovereenkomst voorwaardelijk ontbindt, althans voor recht verklaart dat die huurovereenkomst is ontbonden;
- Gedaagde c.s. veroordeelt om het door hem van FCCA gehuurde, te weten het in Aruba te [adres] gelegen pand binnen één maand na dit vonnis te ontruimen met alle personen en goederen die zich aldaar van zijnentwege bevinden;
- Gedaagde c.s. hoofdelijk, des dat hetgeen de een heeft betaald de ander doet bevrijden, veroordeelt om aan FCCA te betalen Afl. 11.260,- aan achterstallige huur te vermeerderen met de wettelijke rente gerekend vanaf 12 januari 2016 tot aan de algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met Afl. 700,-- per maand voor iedere maand dat Gedaagde c.s. het gehuurde niet heeft ontruimd, onverminderd de tussentijdse huurverhogingen,
- Gedaagde c.s. veroordeelt te betalen Afl. 1.689,- aan incassokosten;
- Gedaagde c.s. hoofdelijk, des dat hetgeen de een heeft betaald de ander doet bevrijden, veroordeelt in de proceskosten,
3.2
Gedaagde c.s. heeft de huurachterstand erkend en gesteld dat ze een betalingsregeling heeft getroffen met FCCA.

4.DE BEOORDELING

4.1
FCCA heeft gemotiveerd betwist dat Gedaagde c.s. zich aan de betalingsregeling heeft gehouden. Gedaagde c.s. heeft deze stelling niet weersproken. Thans betaalt Gedaagde c.s. niet. De vorderingen zijn opeisbaar en zullen worden toegewezen.
4.2
Gedaagde c.s. zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van FCCA. Tot aan deze uitspraak worden die kosten begroot op Afl. 1.650,- aan griffierecht, Afl. 1.731,40 aan explootkosten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten van liquidatietarief 4, ad Afl. 750,-- per punt), zijnde in totaal Afl. 4.881,40.

5.DE BESLISSING

Het Gerecht:
ontbindt de tussen partijen gesloten huurovereenkomst met ingang van het moment dat Gedaagde c.s. ophoudt te betalen;
beveelt Gedaagde c.s. om in dat geval het gehuurde binnen twee weken na betekening van dit vonnis te ontruimen met alle personen en goederen die zich aldaar van zijnentwege bevinden;
veroordeelt Gedaagde c.s., des dat de een betalende, de ander zal zijn bevrijd, om aan FCCA te betalen Afl. 11.260,- aan achterstallige huur te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 12 januari 2016 tot aan de algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met Afl. 700,-- per maand voor iedere maand dat Gedaagde c.s. het gehuurde niet heeft ontruimd, onverminderd de tussentijdse huurverhogingen,
veroordeelt Gedaagde c.s. te betalen Afl. 1.689,- aan incassokosten;
veroordeelt Gedaagde c.s., des dat de een betalende, de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van de procedure die tot de datum van uitspraak aan de kant van FCCA worden begroot op Afl. 4.881,40.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.