In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de naamloze vennootschap Aruba Handelsmaatschappij N.V. (hierna: ATC) in beroep gegaan tegen een verstekvonnis van 5 juni 2013. ATC stelt dat zij niet-ontvankelijk is in het verzet wegens overschrijding van de termijn, maar voert aan dat er maandenlang onderhandelingen hebben plaatsgevonden over een schikking waarbij het vonnis ter sprake kwam. De rechter heeft ATC opgedragen bewijs te leveren dat de gedaagde op de hoogte was van de verplichting om medewerking te verlenen aan de registratie van een nummerplaat op naam van ATC. De rechter heeft tevens aangegeven dat partijen zich moeten voorbereiden op getuigenverhoren en dat de gedaagde persoonlijk moet verschijnen. Het gerecht heeft de partijen erop gewezen dat het horen van een te groot aantal getuigen in strijd kan komen met de goede procesorde. De uitspraak van de rechter laat ATC toe om door middel van getuigen te bewijzen dat de gedaagde op de hoogte was van de verplichting uit het vonnis van 5 juni 2013. De zitting voor het getuigenverhoor is gepland op een nader te bepalen datum in 2016, waarbij partijen hun bewijsstukken uiterlijk een week voor het verhoor moeten overleggen. Het gerecht houdt verdere beslissingen aan.