Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE BEOORDELING
5.DE UITSPRAAK
P1;
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vordert Aruba Bank N.V. betaling van een bedrag van Afl. 90.062,78 van Gedaagde X, die in persoon procedeert, en Gedaagde Y, die niet is verschenen. De vordering is gebaseerd op een tekortkoming in de nakoming van betalingsverplichtingen uit overeenkomsten van geldlening die zijn aangegaan door Gedaagde c.s. met Aruba Bank. De zaak betreft twee leningen: de B2B Personal Loan en de Mega Night Car Loan. Gedaagde X heeft verweer gevoerd, terwijl Gedaagde Y niet is verschenen.
De procedure omvatte een verzoekschrift, een conclusie van antwoord, een conclusie van repliek en een akte niet-dienen voor conclusie van dupliek door Gedaagde X. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 12 juli 2007 hebben Gedaagde c.s. een overeenkomst van geldlening getekend, gevolgd door een tweede leningsovereenkomst op 1 november 2007 door Gedaagde X, die door Gedaagde Y is ondertekend als partner van de geldlener. Er zijn ook amendementen op deze leningen getekend in 2009 en 2010.
De rechter heeft vastgesteld dat Gedaagde Y geen partij is bij de Mega Night Car Loan, omdat hij niet als geldlener is genoemd in de overeenkomst. De rechter heeft Aruba Bank de gelegenheid gegeven om toe te lichten op welke grond Gedaagde Y aansprakelijk is voor de terugbetaling van de Mega Night Car Loan. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 1 juni 2016 voor verdere uitlating door Aruba Bank, waarbij iedere verdere beslissing is aangehouden.