ECLI:NL:OGEAA:2016:368

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 mei 2016
Publicatiedatum
8 juni 2016
Zaaknummer
A.R. 2206 van 2012
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gemeenschapsschuld in ontbonden huwelijksgoederengemeenschap

In deze zaak, die betrekking heeft op de verdeling van een goederengemeenschap na een ontbonden huwelijk, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 4 mei 2016 uitspraak gedaan. De zaak betreft een geschil tussen twee partijen, die beiden in reconventie en conventie zijn opgetreden. De eiser in reconventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, en de gedaagde in reconventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, hebben hun standpunten uiteengezet in het kader van de verdeling van activa en passiva die tot de gemeenschap behoren.

Het gerecht heeft vastgesteld dat er voldoende duidelijkheid bestaat over de hoogte van de vordering en dat de verkoopopbrengst van een auto reeds is verdisconteerd. De rechter heeft de suggestie van de gedaagde in reconventie om de zaak aan te houden verworpen, en heeft geoordeeld dat alle schulden, inclusief die voor de financiering van sieraden, als gemeenschapsschuld moeten worden gedeeld. De rechter heeft ook opgemerkt dat eventuele teruggaven van de belastingdienst reeds door de fiscus zijn verrekend.

In de uitspraak is de verdeling van de activa en passiva vastgesteld, waarbij de gedaagde in reconventie is veroordeeld tot betaling van een bedrag van Afl. 12.264,60 aan de eiser in reconventie. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

Vonnis van 4 mei 2016
Behorend bij A.R. 2206 van 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Gedaagde in reconventie,
wonende te Aruba,
Eiseres, in conventie, gedaagde in reconventie,
Gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen
Eiser in reconventie,
wonende te Aruba,
Gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
Gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.

1.DE VERDERE PROCEDURE, in conventie en in reconventie

Voor het eerdere verloop van de procedure wordt verwezen naar het tussenvonnis d.d. 7 oktober 2015. Sedertdien heeft eiser in reconventie een akte uitlating genomen, gedaagde in reconventie een contra-akte en eiser in reconventie tenslotte een akte uitlating producties. Het vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING, in conventie en in reconventie

2.1
Het gerecht zal thans overgaan tot vaststelling van de tot de gemeenschap behorende activa en passiva. Het gerecht zal niet meegaan met de suggestie van Gedaagde in reconventie om de zaak aan te houden totdat uitspraak is gedaan in de procedure van Arubabank over de autolening. Voor de verdeling staat inmiddels voldoende vast wat de hoogte is van de vordering en dat de verkoopopbrengst van de auto reeds is verdisconteerd. Dat een deel van de lening was bedoeld om andere schulden af te lossen, zoals eiser in reconventie heeft gesteld en dat dit niet is gebeurd, doet niet af aan het gegeven dat het hier een gemeenschapsschuld betreft waarin beide partijen moeten delen. Het gerecht gaat niet mee met de stelling van eiser in reconventie dat hij niet hoeft te delen in de schuld aan […], nu deze is aangegaan ter financiering van sieraden van mevrouw. Er is geen geldige reden juist voor deze post de financiering uit te zonderen. Al het geleende geld zal immers in meer of mindere mate aan een van de echtelieden ten goede zijn gekomen.
2.2
Wat betreft de teruggaven van de belastingdienst is enige onduidelijkheid blijven bestaan. Op basis van de thans door eiser in reconventie overgelegde gegevens houdt het gerecht het er op dat eventuele teruggaven reeds door de fiscus zijn verrekend.
2.3
Het gerecht had in het tussenvonnis van 7 oktober 2015 aangegeven dat het voornemens was de schulden genoemd in rechtsoverweging 2.3 van dat vonnis, onderdelen b) tot en met g) onder verrekening aan Gedaagde in reconventie toe te delen en de schulden h) en i) onder verrekening aan eiser in reconventie. Hetgeen partijen sedertdien hebben aangegeven geeft geen aanleiding van dat voornemen af te wijken. De activa zijn reeds in onderling overleg verdeeld. De verrekening zal als volgt worden gelast:
Toe te delen aan Gedaagde in reconventie (V)
Waarde in Afl.
Toe te delen aan eiser in reconventie (M)
Waarde in Afl.
Bezit
Bezit
PM
PM
Schulden
Schulden
b) Rabobank
10.218
h) Arubabank
90.062,78
c) Garage Cordia
7.407,90
i) Belastingdienst
36.686,89
d) Island Finance
14.328
e) Kenro
4127,21
f) Setar
8571,65
g) Studielening
57.567,71
Totaal:
102.220,47
126.749,67
Te verrekenen
102.220,47
-126.749,67
Saldo
24.529,20
Waarvan 50% te betalen door Gedaagde in reconventie aan eiser in reconventie
12.264,60
Gedaagde in reconventie zal worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan eiser in reconventie.
Nu partijen gewezen echtelieden zijn, zullen de proceskosten worden gecompenseerd en wel zo dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.DE UITSPRAAK, in conventie en in reconventie

De rechter in dit gerecht:
Stelt de verdeling van de tussen partijen bestaande ontbonden huwelijksgoederengemeenschap vast als aangegeven in overweging 2.3;
Veroordeelt Gedaagde in reconventie tot betaling aan eiser in reconventie van Afl. 12.264,60;
Compenseert de proceskosten zo dat iedere partij de eigen kosten draagt;
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 mei 2016 in aanwezigheid van de griffier.