In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 4 mei 2016 een tussenvonnis uitgesproken in een geschil tussen Eiseres en de Caribbean Mercantile Bank N.V. (CMB). De zaak betreft de vraag naar de eigendomsverhoudingen van een en/of bankrekening na het overlijden van een mederekeninghouder. Eiseres, die als erfgenaam is benoemd in de testamentaire beschikking van de overleden erflater, vordert dat CMB het saldo van de bankrekening aan haar afstaat. CMB betwist de ontvankelijkheid van Eiseres en stelt dat zij niet kan beschikken over het saldo zolang de eigendomsverhouding niet duidelijk is gemaakt.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat Eiseres als enige gerechtigd is tot de nalatenschap van de erflater, maar dat dit niet automatisch betekent dat zij ook kan beschikken over het saldo van de spaarrekening. De rechter heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en de algemene voorwaarden van CMB besproken, en geconcludeerd dat de bank gerechtigd is om het saldo pas uit te keren aan Eiseres als er overeenstemming is over de eigendomsverhoudingen. Het Gerecht heeft een comparitie van partijen gelast om verdere inlichtingen te verkrijgen en om te trachten tot een minnelijke regeling te komen. De comparitie is gepland voor 3 juni 2016, waarbij Eiseres en CMB verplicht zijn om aanwezig te zijn met hun gemachtigden.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken tussen mederekeninghouders en de rol van de bank in het geval van overlijden van een rekeninghouder. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.