ECLI:NL:OGEAA:2016:39

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 januari 2016
Publicatiedatum
22 januari 2016
Zaaknummer
A.R. nr. 1966 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Achterstallige huur en comparitie van partijen tussen Fuchs Investment Company N.V. en Het Land Aruba

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Fuchs Investment Company N.V. (hierna: Fuchs) een vordering ingesteld tegen de openbare rechtspersoon Het Land Aruba (hierna: het Land) wegens achterstallige huur. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 september 2015 werd ingediend. Het Gerecht heeft op 13 januari 2016 een vonnis gewezen waarin het heeft besloten een comparitie van partijen te gelasten om inlichtingen te verkrijgen en een minnelijke regeling te beproeven. Het Gerecht heeft partijen erop gewezen dat het niet verschijnen van een partij ter comparitie gevolgen kan hebben, ook in het nadeel van die partij.

Fuchs vordert een bedrag van Afl. 46.176,96 aan huur voor de maand november 2014, dat volgens haar opeisbaar is. Het Land heeft deze vordering onvoldoende onderbouwd bestreden en het Gerecht heeft geoordeeld dat het Land dit bedrag verschuldigd is aan Fuchs. Daarnaast vordert Fuchs een vergoeding van Afl. 17.874,96 voor het gebruik van het pand na beëindiging van de huurovereenkomst, welke vergoeding is gebaseerd op het maandelijkse huurbedrag. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het Land ook deze vergoeding verschuldigd is, omdat het Land het pand pas op 12 december 2014 heeft ontruimd, terwijl de huurovereenkomst per 30 november 2014 was beëindigd.

Verder is vastgesteld dat het tapijt van het pand bij ontruiming niet in dezelfde staat verkeerde als bij aanvang van de huurovereenkomst, en dat Fuchs kosten heeft gemaakt voor het reinigen van het tapijt. Het Gerecht heeft Fuchs in de gelegenheid gesteld om te reageren op de stelling van het Land dat de vervuiling van het tapijt het gevolg was van toedoen van Fuchs. De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en de comparitie is gepland voor 12 februari 2016.

Uitspraak

Vonnis van 13 januari 2016.
Behorend bij A.R. nr. 1966 van 2015.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
FUCHS INVESTMENT COMPANY N.V.,
gevestigd te Aruba,
EISERES,
hierna ook te noemen: Fuchs,
gemachtigde: de advocaat mr. A.D.A.A. Carlo,
tegen:
de openbare rechtspersoon
HET LAND ARUBA,
zetelend in Aruba,
GEDAAGDE,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: mr. I.L. Ras-Orman.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op verzoekschrift met producties, ingediend op 2 september 2015;
- de conclusie van antwoord.
Het tussenvonnis is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht heeft kennis genomen van de gedingstukken en acht het zinvol om inlichtingen te verkrijgen en/of een minnelijke regeling van (een deel van) het geschil te beproeven. Het zal daartoe een comparitie van partijen gelasten, waarop het Land en Fuchs deugdelijk vertegenwoordigd dienen te verschijnen, desgewenst samen met gemachtigden.
2.2
Het Gerecht wijst partijen erop dat het uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen – ook in het nadeel van die partij – kan maken die het geraden zal achten.
2.3
De partij die zich ter comparitie op bescheiden wil beroepen, dient die stukken (niet zijnde pleitnota’s, want die worden - óók ter zitting - niet toegelaten)
uiterlijk één weekvóór de comparitie in fotokopie aan zijn wederpartij en aan de griffier van het gerecht over te leggen.
2.4
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, dient binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan ondergetekende rechter onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter om uitstel te verzoeken.
2.5
Alvast wordt het volgende overwogen. Het Land heeft de stelling van Fuchs, dat het Land nog Afl. 46.176,96 aan huur verschuldigd is aan Fuchs over de maand november 2014, onvoldoende onderbouwd bestreden. Het had te dezen op de weg van het Land gelegen om ter onderbouwing van zijn verweer betalingsbewijzen in het geding te brengen. Eén en ander brengt mee dat vast komt te staan dat het Land voormeld bedrag aan achterstallige huur opeisbaar verschuldigd is aan Fuchs.
2.6
Vast staat tussen partijen dat het Land de tussen partijen gesloten huurovereenkomst bij brief van 11 december 2014 (met terugwerkende kracht) heeft opgezegd per 30 november 2014, en dat het Land het van Fuchs gehuurde (hierna: het pand) eerst per 12 december 2014 heeft ontruimd en verlaten. In dit verband vordert Fuchs - zo het Gerecht begrijpt - een vergoeding ad Afl. 17.874,96 voor het gebruik van het pand na beëindiging van de huurovereenkomst, welke vergoeding naar rato is gebaseerd op het maandelijkse huurbedrag ad Afl. 46.176,96 inclusief bbo. Het Land stelt te dezen niets verschuldigd te zijn aan Fuchs, omdat Fuchs akkoord was gegaan met het gegeven dat het Land eerst op 12 december 2014 het pand zou ontruimen en verlaten. Die stelling mist voldoende grondslag. Met name is gesteld noch gebleken dat het Land om niet van 1 tot en met 12 december 2014 het pand mocht gebruiken. Vast komt daarom te staan dat het Land een gebruiksvergoeding verschuldigd is aan Fuchs van Afl. 17.874,96.
2.7
Vast staat voorts tussen partijen dat het tapijt van het pand bij ontruiming van het pand door het Land niet in dezelfde staat verkeerde als bij aanvang van de huurovereenkomst tussen partijen, en dat Fuchs Afl. 1.921,88 heeft moeten betalen aan een schoonmaakbedrijf om dat tapijt te reinigen. Fuchs wordt in dit verband ter zitting in de gelegenheid gesteld om te reageren op de stelling van het Land dat het tapijt - kort gezegd - door toedoen van Fuchs in de zin van lekkend aircowater vervuild is geraakt. Bij dit alles heeft te gelden dat artikel 14 van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst bepaalt dat in geval van oplevering daarvan het gehuurde door het Land in dezelfde staat als bij aanvang van de huur ter beschikking moet worden gesteld aan Fuchs.
2.8
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht,
- gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. A.H.M. van de Leur, rechter, op
vrijdag 12 februari 2016 om 14:30 uur in zaal Avan het in Aruba te J.G. Emanstraat 51 gelegen gerechtsgebouw;
- bepaalt dat Land en Fuchs dan vertegenwoordigd aanwezig moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen, desgewenst samen met gemachtigden,
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.