ECLI:NL:OGEAA:2016:393

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juni 2016
Publicatiedatum
20 juni 2016
Zaaknummer
A.R. 2089 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van een vaststellingsovereenkomst en eiswijziging in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Illes, in geschil met de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.B. Boyce. De zaak betreft een affectieve relatie tussen partijen die beiden eigenaar zijn van onroerende zaken in Oranjestad. Tijdens een comparitie zijn afspraken gemaakt over de toebedeling van de woningen, maar de uitvoering van deze afspraken is niet gerealiseerd. Eiseres vordert vernietiging van de vaststellingsovereenkomst op basis van bedrog of dwaling, omdat de woning die aan haar is toegewezen belast is met een aanzienlijke hypotheekschuld, terwijl de woning van gedaagde vrij van lasten is.

Het gerecht heeft de vordering van eiseres na comparitie beschouwd als een eiswijziging. Gedaagde verzet zich tegen deze wijziging en dringt aan op nakoming van de vaststellingsovereenkomst. Het gerecht oordeelt dat het doorhalen van de zaak op de rol niet automatisch betekent dat de procedure is beëindigd. Eiseres heeft niet afstand gedaan van haar recht om de vaststellingsovereenkomst aan te tasten. De procedure kan hervat worden en het gerecht biedt gedaagde de gelegenheid om inhoudelijk op de gewijzigde eis te reageren.

De zaak is verwezen naar de rolzitting van 29 juni 2016 voor verdere behandeling van de eiswijziging. Het gerecht houdt iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de uitkomst van de procedure nog niet definitief is. Dit vonnis is uitgesproken op 1 juni 2016 door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 1 juni 2016
Behorend bij A.R. 2089 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
Eiseres,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes,
tegen:
Gedaagde,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 11 maart 2015;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 april 2015;
- de brief van mr. Illes van 17 augustus 2015;
- de aantekeningen van de voortgezette comparitie van 9 september 2015;
- de conclusie na comparitie zijdens Eiseres;
- de conclusie van dupliek zijdens Gedaagde;
- akte na comparitie zijdens Gedaagde;
- de aantekening op de omslagmap van de rolzitting van 13 april 2016 dat Eiseres afziet van antwoordakte.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen hadden een affectieve relatie.
2.2
Zij zijn beiden eigenaar van de volgende onroerende zaken:
- een woning aan de [adres 1], Oranjestad,
- een woning aan de [adres 2], Oranjestad.
2.3
Bij gelegenheid van de comparitie van partijen in deze zaak hebben partijen (samengevat) de volgende afspraken gemaakt die in het proces-verbaal van de zitting zijn opgenomen.
2.4
De woning aan de [adres 2] wordt toebedeeld aan Eiseres. Zij betaalt vanaf 1 mei 2015 de met die woning samenhangende verplichtingen. De woning aan de [adres 1] wordt toebedeeld aan Gedaagde. Hij betaalt de kosten in verband met deze woning. Na uitvoering van de afspraak zullen partijen niets meer van elkaar te vorderen hebben.
2.5
Het is niet tot uitvoering van de vaststellingsovereenkomst gekomen.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiseres vordert, na wijziging van eis, vernietiging van de vaststellingsovereenkomst wegens bedrog dan wel dwaling dan wel – naar het gerecht begrijpt – wijziging of ontbinding van de overeenkomst. Ten slotte beroept Eiseres zich op vernietiging van de verdeling.
3.2
Eiseres grondt de vordering erop dat na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst is gebleken dat de aan haar toe te delen woning belast is met een hypotheekschuld van Afl. 85.935,97 terwijl de woning gekocht werd voor Afl. 81.600,. Daar staat tegenover dat Gedaagde een woning krijgt toebedeeld, vrij van lasten.
3.3
Gedaagde voert verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
Waar Eiseres de vaststellingsovereenkomst wil vernietigen of ontbinden wil Gedaagde dat deze wordt nagekomen. Het gerecht heeft de vordering van Eiseres na comparitie beschouwd als eiswijziging. Nu Gedaagde aandringt op nakoming en zich inhoudelijk niet over de merites van de gewijzigde vordering uitlaat begrijpt het gerecht dat hij zich tegen de eiswijziging verzet.
4.2
Het gerecht stelt voorop dat het doorhalen van een zaak op de algemene rol in beginsel slechts een administratieve handeling is die niet automatisch meebrengt dat aan het geschil en de procedure een einde komt [1] . Uit de comparitie noch uit de vaststellingsovereenkomst blijkt dat Eiseres heeft beoogd afstand van deze instantie te doen, noch heeft zij afstand gedaan van haar recht de vaststellingsovereenkomst aan te tasten. De procedure kan daarom worden hervat.
4.3
Naar oordeel van het gerecht is de eiswijziging niet ontoelaatbaar. Nu Gedaagde kennelijk van een ander rechtsgevolg van de doorhaling van de procedure op de rol is uitgegaan en daarom niet inhoudelijk op de gewijzigde eis is ingegaan zal het gerecht hem daartoe alsnog in de gelegenheid stellen. Daartoe zal de zaak naar de rol worden verwezen. Als Gedaagde daarbij stukken overlegt zal Eiseres daarop bij akte nog een keer mogen reageren. Als Gedaagde concludeert zonder overlegging van stukken zal Eiseres niet meer mogen reageren en wordt de zaak voor vonnis op de rol geplaatst.
4.4
Het gerecht houdt iedere verdere beslissing aan.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 29 juni 2016 voor conclusie na hervatting van het geding en eiswijziging zijdens Gedaagde;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Vgl. voor huidig Nederlands procesrecht art. 246 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en Van Maanen/Van Dam-Lely 2012, (T&C Rv) art. 246 Rv aantek. 2.