ECLI:NL:OGEAA:2016:394

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 januari 2016
Publicatiedatum
20 juni 2016
Zaaknummer
A.R. no. 3135 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake voeging en vorderingen tussen Shevis Accounting & Tax Consultants en Longlife Carpenter & Furniture N.V.

Op 6 januari 2016 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een vonnis gewezen in de zaak tussen Shevis Accounting & Tax Consultants VBA en Longlife Carpenter & Furniture N.V. In deze procedure vorderde Shevis dat Longlife werd veroordeeld tot betaling van Afl. 36.789,--, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. Longlife voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van Shevis in haar vorderingen. Daarnaast was er een incident tot voeging van Shera Accounting & Tax Consultants, die zich wilde voegen aan de zijde van Shevis. Longlife verzocht om afwijzing van dit verzoek.

Het Gerecht heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Shera geen voldoende belang heeft aangetoond voor voeging in de hoofdzaak. De rechter oordeelde dat het verzoek van Shera werd afgewezen en dat zij als in het ongelijk gestelde partij werd veroordeeld in de proceskosten. Wat betreft de hoofdzaak werd de procedure verwezen naar de rol voor dupliek aan de zijde van Longlife, waarbij verdere beslissingen werden aangehouden.

De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van belang bij een voeging en de gevolgen van een niet-ontvankelijk verklaring voor de eiseres. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en is een voorbeeld van de toepassing van artikel 214 Rv in de praktijk.

Uitspraak

Vonnis van 6 januari 2016
Behorend bij A.R. no. 3135 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de hoofdzaak van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHEVIS ACCOUNTING & TAX CONSULTANTS VBA,
h.o.d.n.
CROES ACCOUNTING & TAX CONSULTANTS,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Shevis,
gemachtigde: de advocaten mrs. A.F.J. Caster en M.M.M.C. Ecury,
tegen:
de naamloze vennootschap
LONGLIFE CARPENTER & FURNITURE N.V. ARUBA,
h.o.d.n.
LONGLIFE CARPENTER & FURNITURE N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Longlife,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes,
en in het incident tot voeging van:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHERA ACCOUNTING & TAX CONSULTANTS VBA,
h.o.d.n.
SHERA ACCOUNTING & TAX CONSULTANTS,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Shera,
gemachtigde: de advocaat mr. A.F.J. Caster,
tegen:
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SHEVIS ACCOUNTING & TAX CONSULTANTS VBA,
h.o.d.n.
CROES ACCOUNTING & TAX CONSULTANTS
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Shevis,
gemachtigde: de advocaten mrs. A.F.J. Caster en M.M.M.C. Ecury,
en:
de naamloze vennootschap
LONGLIFE CARPENTER & FURNITURE N.V. ARUBA,
h.o.d.n.
LONGLIFE CARPENTER & FURNITURE N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Longlife,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes.

1.DE PROCEDURE

in de hoofdzaak en in het incident tot voeging

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift in de hoofdzaak, met producties;
-de conclusie van antwoord in de hoofdzaak;
-de conclusie van repliek in de hoofdzaak;
-de incidentele conclusie tot voeging, met producties;
-de door Longlife genomen incidentele antwoordconclusie;
-de tegen Shevis verleende akte van niet dienen van een incidentele antwoordconclusie.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

in de hoofdzaak

2.1
Shevis vordert dat het Gerecht bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
-Longlife veroordeelt om ten titel van nakoming aan Shevis te betalen Afl. 36.789,--, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 3 oktober 2014 en met
Afl. 5.519,70 aan buitengerechtelijke incassokosten;
-te dezen enige andere juist voorkomende beslissing neemt;
-Longlife veroordeelt in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten.
2.2
Longlife voert verweer en concludeert dat Shevis niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot afwijzing daarvan, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren kosten rechtens.
in het incident tot voeging
2.3
Shera vordert dat het Gerecht haar toestemming verleent om zich in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van Shevis.
2.4
Longlife concludeert tot afwijzing van het door Shera verzochte, kosten rechtens. Hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld heeft Shevis geen verweer gevoerd.
in de hoofdzaak en in het incident tot voeging
2.5
Voor zover thans van belang voor de beslissing worden de stellingen van partijen hierna besproken.

3.DE BEOORDELING

in het incident tot voeging

3.1
Ingevolge artikel 214 Rv is een ieder die belang heeft bij een rechtsgeding aanhangig tussen andere partijen onder meer bevoegd te vorderen om zich daarin te mogen voegen.
3.2
In het licht van voormelde wettelijke bepaling stelt Shera dat zij belang heeft bij (bij de uitkomst van) de hoofdzaak, omdat zij werkzaamheden of opdrachten heeft verricht voor Longlife uit hoofde waarvan Shera schuldeiser is ten opzichte van Longlife.
3.3
Zonder nader uitleg - die ontbreekt - valt echter niet in te zien waaruit nu precies het door Shera bedoelde belang bestaat. Gesteld noch gebleken is met name welke rechten van Shera geraakt kunnen worden of verloren kunnen gaan door een voor Shevis ongunstige uitspraak in de hoofdzaak. Dit één en ander brengt met zich dat het incidentele verzoek van Shera zal worden afgewezen, en dat zij, als de in het ongelijk gestelde partij, zal worden veroordeeld in de incidentele proceskosten gevallen aan de zijde van Shevis en van Longlife. Met betrekking tot Shevis worden die kosten tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en met betrekking tot Longlife worden die kosten tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 900,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt van liquidatietarief 5, ad Afl. 900,-- per punt).
in de hoofdzaak
3.4
De hoofdzaak zal worden verwezen naar de rol voor dupliek zijdens Longlife.
3.5
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

4.DE BESLISSING

Het Gerecht:
in het incident tot voeging
-wijst af het door Shera verzochte;
-veroordeelt Shera in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van Shevis en van Longlife, tot aan deze uitspraak wat betreft Shevis begroot op nihil en wat betreft Longlife begroot op Afl. 900,-- aan salaris voor de gemachtigde;
in de hoofdzaak
-verwijst de hoofdzaak voor dupliek zijdens Longlife naar de rolzitting van
3 februari 2016;
-houdt aan iedere (verdere) beslissing.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 januari 2016 in tegenwoordigheid van de griffier.