ECLI:NL:OGEAA:2016:398

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 juni 2016
Publicatiedatum
20 juni 2016
Zaaknummer
K.G. 415 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning en spoedeisend belang in kort geding

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Eiser, eigenaar van de woning aan de Pieter Boerstraat 17, Gedaagde aangeklaagd voor ontruiming van de woning. Gedaagde woont zonder huur of vergoeding in de woning en heeft een aanzegging ontvangen om de woning per 31 januari 2016 te verlaten. Eiser vordert veroordeling van Gedaagde tot ontruiming en vergoeding van proceskosten, terwijl Gedaagde verweer voert en ook Eiser in de proceskosten wil veroordelen.

De rechter heeft de feiten en standpunten van beide partijen beoordeeld. Eiser heeft niet voldoende spoedeisend belang aangetoond, aangezien Gedaagde in afwachting is van een andere woning en bovendien zorgt voor de vader van partijen, die niet hoeft te verhuizen. De rechter concludeert dat Eiser de proceskosten van Gedaagde moet vergoeden, omdat hij in het ongelijk is gesteld.

De uitspraak, gedaan op 1 juni 2016, wijst het gevorderde af en veroordeelt Eiser in de kosten van de procedure, die aan de kant van Gedaagde worden begroot op Afl. 1.500 aan salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 1 juni 2016 (bij vervroeging)
Behorend bij K.G. 415 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
Eiser,
in Nederland,
hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. R. Marchena,
tegen:
Gedaagde,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. L.J. Pieters.

DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van Eiser;
- de pleitnota van Gedaagde;
- de aantekeningen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 31 maart 2016;
- de akte van 18 mei 2016 en de mededeling van partijen op de (rol)zitting van 18 mei 2016 dat zij niet tot een regeling zijn gekomen en vonnis vragen.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Eiser is eigenaar van de woning gelegen aan de Pieter Boerstraat 17.
2.2
Gedaagde woont in de woning van Eiser. Hij betaalt daarvoor geen huur of andere geldelijke vergoeding.
2.3
Bij brief van 16 december 2015 heeft Eiser Gedaagde aangezegd dat hij de woning per 31 januari 2016 diende te verlaten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert veroordeling van Gedaagde tot – kort gezegd – ontruiming, met veroordeling van Gedaagde tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Eiser grondt de vordering erop dat Gedaagde zonder recht of titel van de aan Eiser in eigendom toebehorende woning gebruik maakt.
3.3
Gedaagde voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Eiser in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er is concreet zicht op dat Gedaagde een woning te [adres] geleverd gaat krijgen. Deze zal daarna nog wel voor bewoning geschikt gemaakt moeten worden.
4.2
In dat licht heeft Eiser, die in Nederland woont en sinds 2011 al toestaat dat zijn broer in de woning [adres 1] woont, niet voldoende spoedeisend belang bij toewijzing van zijn vordering. Daar komt nog bij dat Gedaagde sinds 2013 voor de vader van partijen zorgt en de vader hoeft van Eiser niet te verhuizen zodat de woning toch niet leeg ter beschikking van Eiser komt.
4.3
Als de in het ongelijk te stellen partij zal Eiser de proceskosten van Gedaagde moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt Eiser in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Gedaagde worden begroot op Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.