ECLI:NL:OGEAA:2016:407

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 juni 2016
Publicatiedatum
22 juni 2016
Zaaknummer
B.B. nr. 1944 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldvordering tussen eiseres en gedaagde

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres E* een vordering ingesteld tegen gedaagde G* met betrekking tot een schuldvordering. E* verzocht het Gerecht om G* te veroordelen tot betaling van Afl. 5.949,48, vermeerderd met 15% aan incassokosten en wettelijke rente vanaf 12 december 2013. G* voerde verweer en stelde dat E* niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar verzoek.

Het Gerecht heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat er geen gronden zijn gesteld die de niet-ontvankelijkheid van E* rechtvaardigen. Het verweer van G* werd verworpen. De vordering van E* werd toegewezen, omdat de door haar opgeworpen stellingen niet of niet nader bestreden waren door G*. De gevorderde wettelijke rente en de ingangsdatum daarvan werden eveneens toegewezen.

Echter, de vordering van E* ter zake van vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte werd afgewezen, omdat niet was aangetoond dat partijen hiervoor een overeenkomst hadden gesloten. G* werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op Afl. 50,--. Het vonnis werd uitgesproken op 8 juni 2016 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 8 juni 2016
Behorend bij B.B. nr. 1944 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: E*,
procederend in persoon,
tegen:
[naam],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: G*,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-het verzoekschrift, met producties;
-de conclusie van antwoord, met producties;
-de conclusie van repliek, met producties;
-de tegen G* verleende akte niet dienen van dupliek.
1.2
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.DE VERZOCHTE WIJZIGING VAN EIS

E* heeft - zo het Gerecht begrijpt - om wijziging van eis verzocht. Dat verzoek wordt afgewezen omdat het voor het Gerecht onvoldoende duidelijk is hoe de door E* beoogde gewijzigde eis precies zou moeten luiden.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
E* verzoekt dat het Gerecht uitvoerbaar bij voorraad en kosten rechtens G* beveelt om aan E* te betalen Afl. 5.949,48, te vermeerderen met 15% aan incassokosten en met wettelijke rente gerekend vanaf 12 december 2013.
3.2
G* voert verweer en concludeert dat E* niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte, althans tot al dan niet gedeeltelijke afwijzing daarvan, kosten rechtens.

4.DE BEOORDELING

4.1
Er zijn gronden gesteld noch gebleken waaruit volgt dat E* niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het door haar verzochte. Het ontvankelijkheidsverweer van G* wordt daarom verworpen.
4.2
G* heeft de (juistheid van) de bij gelegenheid van repliek door E* opgeworpen al dan niet nadere stellingen niet of niet nader bestreden. Die stellingen rechtvaardigen de toewijzing van het in hoofdsom door E* gevorderde bedrag. De daarover gevorderde wettelijke rente en de ingangsdatum daarvan zullen, als zijnde onbestreden, eveneens worden toegewezen.
4.3
De vordering ter zake van vergoeding van kosten van verkrijging van voldoening buiten rechte zal worden afgewezen. Gesteld noch is gebleken dat partijen vergoeding van die kosten zijn overeengekomen, en niet is gesteld dat E* schade heeft geleden in de vorm van niet in de proceskostenveroordeling begrepen kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
4.4
G* zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van E*, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 50,-- aan verschotten. Voor het verzoekschrift van E* en haar conclusie van repliek worden geen punten van het liquidatietarief toegekend, omdat E* in persoon procedeerde en overigens in deze procedure niet werd bijgestaan door een daartoe door het Hof toegelaten beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt G* om aan E* te betalen Afl. 5.949,48, te vermeerderen wettelijke rente gerekend vanaf 12 december 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
-veroordeelt G* in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van E*, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 50,--;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.