ECLI:NL:OGEAA:2016:418
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke intrekking van een kleine autobusvergunning wegens niet naleven van de voorgeschreven route
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 13 juni 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen de intrekking van een kleine autobusvergunning. De vergunning was tijdelijk ingetrokken door de Minister van Toerisme, Transport, Primaire Sector en Cultuur, omdat de vergunninghouder, appellante, niet de volledige route had afgelegd zoals voorgeschreven in de vergunning. De appellante had bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Appellante heeft vervolgens beroep ingesteld bij het gerecht.
Tijdens de zitting op 9 mei 2016 heeft het gerecht vastgesteld dat appellante meerdere keren was gewaarschuwd voor het niet naleven van de voorwaarden van de vergunning. De rechter oordeelde dat het algemeen belang van een adequate dienstverlening in het openbaar vervoer vereist dat de route zoals in de vergunning is aangegeven, wordt nageleefd. De rechter erkende de discretionaire bevoegdheid van de minister om de vergunning in te trekken en oordeelde dat de beleidsregels die hiervoor zijn vastgesteld, niet onredelijk zijn.
Het gerecht heeft ook overwogen dat appellante niet was verschenen op de hoorzitting van de bezwaarprocedure, waardoor haar stelling dat zij niet gehoord was, niet kon worden gehonoreerd. De rechter concludeerde dat de intrekking van de vergunning rechtmatig was en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.