Uitspraak
1.DE VERDERE PROCEDURE
- de tussenbeschikking van 23 februari 2016
- de akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van De L’Isle;
- de akte uitlating aan de zijde van [X];
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die voorlag bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de rechter op 14 juni 2016 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijk geschil tussen [X], een voormalige echtgenote, en de naamloze vennootschap Tandartsenpraktijk M.E. de L’Isle N.V., h.o.d.n. De L’Isle Family Dental Clinic. De procedure betreft een loonvordering van [X] over de periode 2009-2013, waarin zij stelt dat zij niet het volledige salaris heeft ontvangen dat haar toekwam. De zaak is eerder behandeld met een tussenbeschikking op 23 februari 2016, waarin de L’Isle werd opgedragen bewijs te leveren van de salarisbetalingen aan [X].
Tijdens de procedure heeft de L’Isle bewijsstukken overgelegd, waaronder loonopgaven en bankafschriften, waaruit zou moeten blijken dat de betalingen zijn verricht. [X] heeft echter inconsistenties in haar eigen bewijsvoering aangetoond, wat leidde tot twijfels over haar claims. De rechter heeft vastgesteld dat de overgelegde loonopgaven een bewijsvermoeden van betaling opleveren, en dat [X] nooit eerder heeft geklaagd over het ontvangen loon, ondanks haar betrokkenheid bij de tandartsenpraktijk.
Uiteindelijk heeft de rechter de vordering van [X] afgewezen, met de overweging dat zij in het ongelijk is gesteld en dat de kosten van de procedure voor haar rekening komen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van consistente en overtuigende bewijsvoering in arbeidsrechtelijke geschillen, vooral wanneer de partijen een persoonlijke relatie hebben.