ECLI:NL:OGEAA:2016:43

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 januari 2016
Publicatiedatum
25 januari 2016
Zaaknummer
A.R. 768 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking in civiele procedure tussen Aruba Bank N.V. en gedaagden

In de zaak tussen Aruba Bank N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. M.H.J. Kock, en de gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.R. Bryson, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 20 januari 2016 een tussenvonnis uitgesproken. De procedure is gestart met een akte eiswijziging en de partijen hebben geprobeerd een regeling te treffen, maar zijn daar niet in geslaagd. De gedaagden, die aanvankelijk zonder advocaat procedeerden, hebben in hun conclusie van dupliek inhoudelijk verweer gevoerd. Het gerecht heeft besloten het verweer van de gedaagden niet als tardief te beschouwen, gezien hun eerdere status zonder juridische bijstand. Aruba Bank krijgt de gelegenheid om te reageren op de conclusie van antwoord van de gedaagden, waarna de gedaagden nogmaals mogen reageren. De zaak is verwezen naar de rol voor nadere conclusies, en verdere beslissingen zijn aangehouden. Het vonnis is uitgesproken door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 20 januari 2016
Behorend bij A.R. 768 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap,
ARUBA BANK N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.H.J. Kock,
tegen:
GEDAAGDEN,
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagden],
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis
- de voor de comparitie van partijen toegezonden stukken, de akte eiswijziging en de ter zitting gemaakte aantekeningen;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE PROCEDURE

2.1
Partijen hebben kennelijk naar aanleiding van de comparitie getracht een regeling te treffen maar zijn daar niet in geslaagd. Bij conclusie van dupliek hebben [gedaagden], die eerder niet door een advocaat werden bijgestaan, in wezen pas inhoudelijk verweer gevoerd, althans dat uitgebreid. Nu [gedaagden] aanvankelijk in persoon procedeerden en zij zich na de comparitie van professionele hulp hebben voorzien zal het gerecht in dit geval het verweer, voor zover dat nog niet was gevoerd, niet als tardief beschouwen maar Aruba Bank in de gelegenheid stellen te reageren op de conclusie van antwoord. Daarna mogen [gedaagden] nog een keer reageren.
2.2
De zaak zal daarvoor naar de rol worden verwezen. Iedere verdere beslissing zal aangehouden worden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rol van [datum] voor nadere conclusie na tussenvonnis zijdens Aruba Bank;
verstaat dat nadien [gedaagden] nog een keer een nadere antwoordconclusie na tussenvonnis mogen nemen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.