ECLI:NL:OGEAA:2016:443

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 juni 2016
Publicatiedatum
18 juli 2016
Zaaknummer
A.R.B.B. 1450 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van koopsom en buitengerechtelijke kosten na ontbinding van overeenkomst betreffende de bouw van een barbecue

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A.R. Bryson, een vordering ingesteld tegen gedaagde, de naamloze vennootschap ALINOX WELDING SHOP N.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff. De zaak betreft de deugdelijkheid van een door gedaagde gebouwde stenen barbecue. Eiser heeft in 2011 de barbecue aangeschaft en heeft na klachten over gebreken in 2012 en 2014 uiteindelijk de overeenkomst ontbonden. Eiser vordert de terugbetaling van de koopsom van Afl. 2.550,--, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.

Gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat eiser niet tijdig heeft geklaagd over de gebreken, zoals vereist door artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek. Gedaagde stelt dat de gebreken zijn ontstaan door het niet aanbrengen van een aanbevolen coating, wat volgens hem heeft geleid tot corrosie door de zeelucht. Het gerecht heeft echter geoordeeld dat gedaagde niet heeft aangetoond dat zijn belangen zijn geschaad door de vermeende late klacht van eiser. Bovendien heeft het gerecht vastgesteld dat de barbecue gebreken vertoont die niet te wijten zijn aan de zeelucht, maar aan het gebruik van ongeschikt materiaal.

Het gerecht heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van de koopsom, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 29 juni 2016 door mr. P.A.H. Lemaire en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 29 juni 2016
Behorend bij A.R.B.B. 1450 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[naam],
domicilie kiezende te Aruba ten kantore van na te melden gemachtigde,
eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
tegen:
de naamloze vennootschap
ALINOX WELDING SHOP N.V.,
gevestigd te Aruba,
gedaagde,
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Voor het eerdere verloop van de procedure wordt verwezen naar het tussenvonnis van 30 september 2015. Hierop heeft op 3 november 2015 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Na de comparitie is geconcludeerd voor repliek en voor dupliek. De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.
Dit vonnis is, vanwege tijdelijke ontstentenis, gewezen door een andere rechter dan degene die het tussenvonnis wees.

2.DE VERDERE BEOORDELING

De vaststaande feiten

2.1
Partijen twisten over de deugdelijkheid van een door gedaagde voor eiser gebouwde stenen barbecue. Als niet-betwist staat vast dat gedaagde de barbecue in januari 2011 heeft gebouwd en dat eiser de bedongen koopsom heeft betaald. Tevens staat vast dat gedaagde, na klachten van eiser over gebreken aan de barbecue, deze op 13 september 2012 komt repareren. In augustus 2014 heeft eiser andermaal geklaagd over gebreken aan de barbecue.
De vordering
2.2
Eiser heeft gedaagde bij brief van 20 mei 2015 in gebreke gesteld en hem nog 10 dagen respijt gegeven om een nieuwe barbecue te installeren. Bij gebreke daarvan heeft hij de overeenkomst ontbonden. Gedaagde heeft nagelaten aan de sommatie te voldoen. In deze procedure vordert eiser de koopsom ad Afl. 2.550,-- terug, vermeerderd met 15% buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 382,50 en met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2015, met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure.
Het verweer
2.3
Gedaagde voert aan dat eiser zich in strijd met artikel 7:23 van het Burgerlijk Wetboek (BW) ná de reparatie van 13 september 2012 niet binnen bekwame tijd kennis heeft gegeven dat het geleverde wederom niet aan de overeenkomst beantwoordt. Tevens stelt gedaagde dat eiser heeft verzuimd de door hem aanbevolen coating aan te brengen, hetgeen volgens gedaagde heeft geleid tot de gestelde gebreken als gevolg van corrosie door de zeelucht. Hij concludeert tot afwijzing van de vordering.
Het oordeel van het gerecht
2.4
Artikel 7:23, eerste lid, (http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/bwbid=BWBR0005290/article=23) BW strekt ertoe de verkoper te beschermen tegen al te late en feitelijk nog moeilijk te betwisten klachten. Een vaste termijn of vuistregel wordt in de rechtspraak niet gehanteerd. De Hoge Raad acht voor de beantwoording van de vraag of kennisgeving van gebreken tijdig is geschied in belangrijke mate bepalend in hoeverre door de in acht genomen termijn de belangen van de verkoper zijn geschaad. [1] Als die belangen niet zijn geschaad, is er in beginsel geen reden de koper een gebrek aan voortvarendheid te verwijten.
2.5
In dit geval is de vraag in welk belang gedaagde is geschaad doordat eiser, na de reparatie van 13 september 2012 pas in augustus 2014 opnieuw heeft geklaagd over (volgens eiser) oude en nieuwe gebreken. Gedaagde heeft geen zodanig nadeel gemeld en nadeel blijkt ook niet anderszins uit het dossier. Het gerecht verwerpt daarom het verweer dat eiser niet binnen bekwame termijn de gebreken heeft gemeld.
2.6
Wel staat vast dat de barbecue nog steeds gebreken vertoont. Gedaagde stelt dat die gebreken zijn veroorzaakt door het niet-aanbrengen van de geadviseerde coating, waardoor corrosie ontstaat. Deze zou belangrijk zijn geweest omdat eiser slechts op 100 meter van zee woont. Het gerecht verwerpt ook dit verweer. Op de overgelegde foto’s is te zien dat de bakstenen in de dragende wand volledig zijn gescheurd. Door eiser is overgelegd een rapport van de bouwkundig adviseur J. Gomez. Hierin wordt aangegeven dat zowel de zijwanden ter plaatse van het vuurgebied als de mortel niet van vuurbestendig materiaal zijn gemaakt en barsten vertonen. Ook ter plaatse van de koollade is de betonlaag opengebarsten vanwege onvoldoende wapening en hitte. De schoorsteen is daarentegen goed gebleven doordat deze geen directe hitte krijgt. Gedaagde heeft dit rapport onvoldoende feitelijk betwist. Nu de gebreken zich voordoen op de plaatsen die aan hitte worden blootgesteld en niet op bijvoorbeeld de schoorsteen, neemt het gerecht als vaststaand aan dat er inderdaad sprake is van gebruik van materiaal dat niet geschikt is om een barbecue van te bouwen (en dus niet van corrosie door de zoute lucht) en dat het geleverde dus ondeugdelijk is. Eiser heeft de overeenkomst tussen partijen buitengerechtelijk ontbonden. De prestaties dienen derhalve te worden ongedaan gemaakt.
2.7
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering dient te worden toegewezen. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de zijde van eiser.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
Veroordeelt gedaagde om aan eiser te betalen Afl. 2.550,--, vermeerderd met 15% buitengerechtelijke incassokosten en met de wettelijke rente vanaf 30 mei 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
Veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure aan de zijde van eiser, tot op heden begroot op Afl. 50,-- aan griffierechten, nihil aan verschotten en Afl. 625,--- aan salaris gemachtigde;
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.A.H. Lemaire, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Arrest van 25 maart 2011 ECLI:NL:HR:2011:BP8991.