ECLI:NL:OGEAA:2016:45

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
20 januari 2016
Publicatiedatum
25 januari 2016
Zaaknummer
A.R. 1671 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van een geldlening met rente en proceskosten door Aruba Bank

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Aruba Bank N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, hier aangeduid als [gedaagde]. De vordering betreft de terugbetaling van een geldlening die door Aruba Bank aan [gedaagde] was verstrekt. De procedure begon met een tussenvonnis en een comparitie van partijen, waarbij de gedaagde een verklaring omtrent inkomen en vermogen heeft overgelegd. Tijdens deze comparitie heeft [gedaagde] aangegeven zich niet langer tegen de vordering te willen verweren.

Aruba Bank vorderde de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van het openstaande saldo van de lening, vermeerderd met rente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een (toerekenbare) tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank heeft de vordering van Aruba Bank toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een bedrag van Afl. 26.059,54, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. Tevens is het beslag beperkt tot Afl. 450 per maand, zolang er geen andere beslagen worden gelegd.

De uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen op 20 januari 2016, en de rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kosten van de procedure aan de zijde van [gedaagde] zijn begroot op Afl. 750 aan griffierecht, Afl. 883,40 aan explootkosten en Afl. 2.700 aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 20 januari 2016
Behorend bij A.R. 1671 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap,
ARUBA BANK N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Aruba Bank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
GEDAAGDE,
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. C.S. Edwards.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis;
- de aantekeningen van de comparitie van partijen;
- de faxbrief zijdens Aruba Bank van 2 december 2015.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Aruba Bank en [gedaagde] hebben een overeenkomst van geldlening gesloten.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Aruba Bank vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [gedaagde] tot (terug)betaling van het nog openstaande saldo van de geleende som, te vermeerderen met rente, met veroordeling van [gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten waaronder de beslagkosten.
3.2
Aruba Bank grondt de vordering op (toerekenbare) tekortkoming in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot terugbetaling.
3.3 [
[gedaagde] voert hiertegen verweer.

4.DE BEOORDELING

4.1
Bij gelegenheid van de comparitie heeft [gedaagde] een verklaring omtrent inkomen en vermogen overgelegd en te kennen gegeven zich niet langer tegen de vordering te willen verweren.
4.2
Bij faxbrief van 2 december 2015 heeft mr. Barrios namens Aruba Bank te kennen gegeven het conservatoir, ook wanneer dat executoriaal wordt, te willen beperken tot Afl. 450, per maand onder de voorwaarde dat geen andere beslagen worden gelegd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verleent [gedaagde] toestemming kosteloos te procederen;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Aruba Bank van een bedrag van Afl. 26.059,54, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 18% per jaar vanaf 18 juli 2014 over de hoofdsom van Afl. 24.754,83 tot het moment dat lening is voldaan en te vermeerderen met Afl. 3.713,22 aan buitengerechtelijke incassokosten;
verstaat dat Aruba Bank het beslag beperkt tot Afl. 450, per maand zolang geen andere beslagen worden gelegd;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [gedaagde] worden begroot op Afl. 750, aan griffierecht, Afl. 883,40 aan explootkosten en Afl. 2.700, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 20 januari 2016 in aanwezigheid van de griffier.