ECLI:NL:OGEAA:2016:462

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 juni 2016
Publicatiedatum
25 juli 2016
Zaaknummer
E.J. 1196 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onregelmatig ontslag en schadevergoeding in arbeidsovereenkomst tussen verzoekster en NCC Network B.V.

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. N.S. Gravenstijn, een verzoek ingediend tegen NCC Network B.V. (hierna: NCC), dat niet verschenen is. De procedure begon met een inleidend verzoekschrift op 3 juni 2015, gevolgd door een tussenbeschikking op 5 april 2016. Verzoekster heeft geprotesteerd tegen haar ontslag op staande voet, dat op 3 december 2014 zou zijn verleend. Ze verzoekt het gerecht om te verklaren dat het ontslag onregelmatig en kennelijk onredelijk is, en om NCC te veroordelen tot betaling van verschillende schadevergoedingen en achterstallig loon.

De rechter heeft vastgesteld dat NCC gevestigd is in Curaçao en dat het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing is. De vordering van verzoekster is niet weersproken door NCC, dat niet op de zitting verscheen. De rechter heeft geoordeeld dat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst onregelmatig en kennelijk onredelijk was. Verzoekster heeft recht op een schadevergoeding van Afl. 6.663,50, vermeerderd met wettelijke rente, en Afl. 4.846,50 aan achterstallig loon, eveneens vermeerderd met wettelijke rente. NCC is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten van verzoekster.

De beschikking is uitgesproken op 28 juni 2016 door mr. W.J. Noordhuizen, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het verzoek van verzoekster om aanvullende schadevergoeding werd afgewezen, omdat dit onvoldoende onderbouwd was.

Uitspraak

Beschikking van 28 juni 2016
Behorend bij E.J. 1196 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen:
de besloten vennootschap
NCC NETWORK B.V.,
te Curaçao,
hierna ook te noemen: NCC,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, ingediend op 3 juni 2015;
- de tussenbeschikking van 5 april 2016;
- de dienstbrief van de griffier van 5 april 2016 waarin NCC werd opgeroepen voor de zitting van 14 juni 2016.
1.2 [
verzoekster] is voor de mondelingen behandeling verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. NCC is ondanks oproeping niet verschenen. NCC heeft eerder bij brief, ingekomen op 1 december 2015 te kennen gegeven ervan op de hoogte te zijn dat onder bovengenoemd nummer een procedure tegen haar aanhangig is gemaakt.
1.3
Aan de verschenen partij is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Door [verzoekster] enerzijds en [naam X] (verder: [X]) anderzijds is op een onbekende datum een akte getekend met de volgende tekst:
Ami [verzoekster] […} ta risibiendo for di [X] (NCC Network)
Aw 3500,- komo un voorschot pa kuminsa traha pa NCC Network entrante 10 di Septemer 2014 pa un period indefini.
Spesifikashon di trabou:
  • Sales/marketing executive
  • TV host
  • Event Planner
  • All around coordinator.
Contracto ofishal lo wordu firma dentro di 15 dia dor di Financiele directeur [naam financieel directeur].
De akte is opgemaakt op papier met een logo van NCC Network.
2.2
Bij brief van 19 december 2014, gericht aan onder andere NCC, heeft [verzoekster] geprotesteerd tegen een haar verleend ontslag op staande voet op 3 december 2014.

3.HET VERZOEK EN HET VERWEER

3.1 [
[verzoekster] verzoekt het gerecht om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking:
- voor recht te verklaren dat het ontslag onregelmatig en kennelijk onredelijk is;
- NCC te veroordelen aan [verzoekster] te betalen Afl. 3.500,-- ten titel van schadeloosstelling wegens onregelmatig ontslag, 1 week cessantia-uitkering ad Afl 807,69, schadevergoeding naar billijkheid ad Afl. 1.750,-- en niet opgenomen vakantiedagen ad Afl. 605,81, alles vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van het ontslag, tot aan de dag der algehele voldoening;
- NCC te veroordelen aan [verzoekster] het achterstallig loon ad Afl. 4.846,50 te betalen, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7A;1614q BW en de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid;
- NCC in de proceskosten te veroordelen.
3.2 [
Verzoekster] grondt het verzoek erop dat zij op staande voet is ontslagen terwijl geen sprake was van een daartoe vereiste dringende reden. Zij stelt zich op het standpunt dat de opzeggingstermijn niet in acht is genomen en het aan haar gegeven ontslag op staande voet onder opgave van een voorgewende en/of valse reden, zonder een zorgvuldige belangenafweging is geschied.
3.3
NCC is niet verschenen.

4.DE BEOORDELING

Ambtshalve
4.1
NCC is gevestigd in Curaçao. Ingevolge het bepaalde onder artikel B van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in burgerlijk rechtsvorderlijke verhouding tot de (voormalige) Nederlandse Antillen het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de (voormalige) Nederlandse Antillen van toepassing. Ingevolge artikel 429c lid 7 van dat wetboek is in zaken betreffende een arbeidsovereenkomst mede bevoegd de rechter in eerste aanleg van de plaats waar de arbeid gewoonlijk wordt of laatstelijk gewoonlijk werd verricht. Niet betwist is dat de arbeid werd verricht in Aruba zodat aan het gerecht interregionale rechtsmacht en daarbinnen relatieve bevoegdheid toekomt.
Inhoudelijk
4.2
De vordering is niet weersproken. Waarom NCC veroordeeld zou moeten worden tot vergoeding van “verschuldigde boete rente bank/hypotheek” is niet duidelijk gemaakt. Dat deel van de vordering wordt als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Er doen zich voor het overige ambtshalve geen afwijzingsgronden voor. De vordering zal daarom worden toegewezen. Een deel van de rentevordering is niet duidelijk. De wettelijke rente over het desbetreffende deel zal daarom worden toegewezen vanaf de datum van indiening van het verzoek.
4.3
Als de in het ongelijk te stellen partij zal NCC de proceskosten van [verzoekster] moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
verklaart voor recht dat NCC de arbeidsovereenkomst onregelmatig en kennelijk onredelijk heeft beëindigd;
veroordeelt NCC tot betaling aan [verzoekster] van een bedrag van Afl. 6.663,50, te vermeerderen met de wettelijke rente, steeds over het saldo van de dan openstaande hoofdsom vanaf 3 december 2014 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt NCC tot betaling aan [verzoekster] van een bedrag van Afl. 4.846,50 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 juli 2015;
veroordeelt NCC in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verzoekster] worden begroot op Afl. 50, aan griffierecht, Afl. 275,50 aan explootkosten en Afl. 2.250, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 28 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.