ECLI:NL:OGEAA:2016:467

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
6 juli 2016
Publicatiedatum
25 juli 2016
Zaaknummer
K.G. no. 1277 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om reisverbod en omgangsregeling voor minderjarige in kort geding

In deze zaak heeft Eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, een kort geding aangespannen tegen Gedaagde, die niet is verschenen. Eiser verzoekt om vervangende toestemming om de minderjarige te erkennen, mede te belasten met het ouderlijk gezag en een omgangsregeling vast te stellen. Eiser vordert tevens een verbod voor Gedaagde om met de minderjarige naar het buitenland te reizen, hangende de beslissing in de bodemprocedure. De procedure is gestart met een verzoekschrift op 2 juni 2016, gevolgd door een aantal mondelinge behandelingen waarbij Gedaagde niet is verschenen.

De feiten van de zaak zijn als volgt: Eiser en Gedaagde hebben een affectieve relatie gehad waaruit een minderjarig kind is geboren. Gedaagde heeft het gezag over de minderjarige, maar Eiser heeft via DNA-onderzoek aangetoond dat hij de biologische vader is. Eiser vreest dat Gedaagde met de minderjarige naar Colombia wil verhuizen, wat de kans op een gezonde vader-kind relatie zou verkleinen. Het gerecht oordeelt dat Eiser voldoende belang heeft bij zijn verzoek en dat er sprake is van spoedeisend belang.

Het gerecht heeft besloten om Eiser gratis admissie te verlenen en Gedaagde te verbieden met de minderjarige uit Aruba te reizen, op straffe van een dwangsom. Tevens is er een voorlopige omgangsregeling vastgesteld waarbij Eiser de minderjarige wekelijks op donderdag kan ophalen en op vrijdag terugbrengen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 6 juli 2016 door mr. Y.M. Vanwersch.

Uitspraak

Vonnis van 6 juli 2016
Behorend bij K.G. no. 1277 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het kort geding tussen:
Eiser,
wonende in Aruba,
eiser, hierna ook te noemen: Eiser,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen:
Gedaagde,
ingeschreven te [adres], doch feitelijk zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: Gedaagde,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met producties, ingediend op 2 juni 2016;
  • de brief van 16 juni 2016 aan de zijde van Eiser met de akte aanvulling/wijziging van eis;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 17 juni 2016, waaruit blijkt dat Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen en Gedaagde niet;
  • de beschikking van 17 juni 2016 tot wederoproeping van Gedaagde;
  • de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 29 juni 2016, waaruit blijkt dat Eiser en zijn gemachtigde zijn verschenen en Gedaagde, ondanks deugdelijke oproeping daartoe, niet.
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Partijen hebben een affectieve relatie gehad. Uit deze relatie is geboren het minderjarig kind: [de minderjarige] (hierna te noemen: de minderjarige) geboren op [geboortedatum] in Aruba. Gedaagde heeft alleen het gezag over de minderjarige.
2.2
Uit de overgelegde resultaten van het DNA-onderzoek van [datum] blijkt dat 99.99% zeker is dat dat Eiser de biologische vader is van de minderjarige.
2.3
Eiser heeft bij dit gerecht een verzoek ingediend om vervangende toestemming te krijgen om de minderjarige te erkennen, Eiser mede te belasten met het ouderlijk gezag en een omgangsregeling te bepalen tussen hem en de minderjarige.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Eiser vordert – na wijziging van eis en bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad – Gedaagde te verbieden met de minderjarige naar het buitenland af te reizen en/of te verhuizen dan wel te verbieden dat de minderjarige met een derde naar het buitenland vertrekt hangende de beslissing in de bodemprocedure, op straffe van het verbeuren van een dwangsom van Afl. 500,= per dag of gedeelte daarvan bij het niet voldoen van het door het gerecht uit te spreken verbod, een omgangsregeling te bepalen tussen Eiser en de minderjarige, met veroordeling van Gedaagde in de proceskosten. Eiser heeft tevens verzocht om kosteloos te mogen procederen.
3.2
Gedaagde is, ondanks deugdelijk te zijn opgeroepen, niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Van spoedeisend belang is op grond van de aard van de zaak en gezien het thans in het geding zijnde belangen van de minderjarige genoegzaam gebleken.
4.2
Gedaagde oefent op grond van artikel 1:253b van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA) van rechtswege alleen het gezag over de minderjarige.
4.3
Het gerecht oordeelt dat Eiser voldoende belang heeft bij zijn verzoek. Eiser heeft onweersproken gesteld dat Gedaagde heeft gedreigd met de minderjarige naar Colombia te verhuizen. Eiser vreest dat Gedaagde of een derde met de minderjarige Aruba zal verlaten. Indien Gedaagde haar dreigement realiseert, wordt de kans dat tussen de minderjarige en Eiser een gezonde vader-kind relatie ontstaat, kleiner. Eiser heeft derhalve belang bij de verzochte voorziening, zodat het verbod zal worden toegewezen.
4.4
Eiser heeft verzocht om een omgangsregeling vast te stellen tussen hem en de minderjarige op grond van het bepaalde in artikel 1:377a lid 1 BWA. Nu geen van de bezwaren als vermeld in artikel 1:377a lid 3 BWA zich voordoen, althans dat is gesteld noch gebleken, wordt de omgang als ter zitting verzocht bepaald.
4.5
In de aard van het geding en de relatie tussen partijen ziet het gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.DE BESLISSING

De rechter in dit gerecht:
5.1
verleent Eiser gratis admissie;
5.2
verbiedt Gedaagde met de minderjarige uit Aruba te reizen zolang niet in de bodemprocedure is beslist, op straffe van een dwangsom van Afl. 500,= per dag of dagdeel in geval van overtreding van dit verbod vanaf de dag na de betekening van dit vonnis en met een maximum Afl. 100.000,=;
5.3
bepaalt de voorlopige omgangsregeling tussen Eiser en de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba, als volgt:
- elke week van donderdag om 8:00 uur tot vrijdag 19:00 uur, waarbij Eiser de minderjarige ophaalt en terug brengt bij Gedaagde;
5.4
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.5
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y. M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 6 juli 2016 in aanwezigheid van de griffier.