ECLI:NL:OGEAA:2016:483

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 juni 2016
Publicatiedatum
27 juli 2016
Zaaknummer
A.R. 1525 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over betalingsverplichtingen en incassokosten tussen Inarch en Mispel

In deze civiele procedure tussen de naamloze vennootschap Inarch Interior & Architectural Design N.V. (hierna: Inarch) en de naamloze vennootschap Mispel Corporation N.V. (hierna: Mispel) staat de vraag centraal of Mispel in verzuim is met betrekking tot haar betalingsverplichtingen jegens Inarch. De overeenkomst tussen partijen dateert van 12 januari 2012 en betreft een project aan de L.G. Boulevard. Inarch vordert betaling van een bedrag van Afl. 88.855,22, vermeerderd met rente en incassokosten, terwijl Mispel betwist dat er een rente van 2% per maand is overeengekomen.

De rechtbank oordeelt dat de ondertekende overeenkomst geen bepalingen bevat over rente en incassokosten, en dat de enkele vermelding op de factuur niet voldoende is om een overeenkomst tot stand te brengen. De rechtbank wijst de primaire vordering van Inarch af, maar oordeelt dat Mispel wel in verzuim is geraakt na een ingebrekestelling van 17 april 2015. Mispel is vanaf 22 april 2015 wettelijke rente verschuldigd over het openstaande bedrag.

Daarnaast wordt de vordering van Inarch tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten gematigd, omdat deze niet aan de dubbele redelijkheidstoets voldoet. De proceskosten worden gecompenseerd, en de rechter veroordeelt Mispel tot betaling van de wettelijke rente en een bedrag aan buitengerechtelijke kosten, terwijl het meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 15 juni 2016 door mr. Y.M. Vanwersch.

Uitspraak

Vonnis van 15 juni 2016
Behorend bij A.R. 1525 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
INARCH INTERIOR & ARCHITECTURAL DESIGN N.V.. N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Inarch,
gemachtigde: de advocaten mrs. E.J.M. Lotter Homan en C.A.P. Schröder,
tegen:
de naamloze vennootschap,
MISPEL CORPORATION N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Mispel,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de akte uitlating producties.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen partijen is op 12 januari 2012 een overeenkomst tot stand gekomen ten behoeve van het project: ‘Design commercial/condominium building aan de L.G. Boulevard’. Deze overeenkomst is op 24 oktober 2012 aangepast en ondertekend op 12 februari 2013.
2.2
Bij brief van 17 april 2015 sommeert Inarch Mispel om binnen 5 dagen een bedrag ad Afl. 109.201,20 te voldoen, te vermeerderen met 1,5% rente over de periode 1 maart 2015 tot de dag der voldoening alsmede 15% incassokosten.
2.3
Onderaan de ‘statements’ en ‘invoices’ van Inarch is vermeld: ’invoices are due upon receipt of invoice. On all overdue accounts a 1.5% interest per month will be charged. In case of default: ‘All legal expenses and fees, including 20% extra judicial costs will be for your account.’

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Inarch vordert veroordeling van Mispel tot betaling van
Primaireen bedrag van Alf. 88.855,22 bestaande uit de contractuele rente van 1,5% per maand, te rekenen vanaf 30 maart 2013 alsmede 15% incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 juli 2015 tot de dag der voldoening;
subsidiairMispel te veroordelen tot betaling van een bedrag ad Afl. 23.629,62 bestaande uit de wettelijke rente berekend vanaf 30 mart 2013 alsmede de werkelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 juli 2015 tot de dag der voldoening.
3.2
Aan deze vordering legt Inarch het volgende - samengevat - ten grondslag. Mispel is tekort geschoten in haar betalingsverplichting jegens Inarch. De termijn der voldoening verliep op 30 maart 2013, waardoor Mispel in verzuim is. Nadien heeft Mispel verschillende betalingen verricht. De handtekening onder de factuur behelst een akkoord verklaring ten aanzien van de bedongen rente en de incassokosten.
3.3
Mispel voert samengevat het volgende verweer.
Tussen partijen is geen rente van 2% per maand overeengekomen. De enkele vermelding op de factuur is onvoldoende voor de totstandkoming van een overeenkomst. Wel kan wettelijke rente verschuldigd zijn, indien Mispel in verzuim is (geweest). Evenmin zijn partijen incassokosten overeengekomen en bovendien is het gevorderde bedrag onduidelijk. Ook de gevorderde ‘reële incassokosten’ moeten worden afgewezen, nu deze de dubbele redelijkheidstoets niet doorstaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
De kern van het geschil betreft de vraag wat partijen concreet zijn overeengekomen met betrekking tot door Mispel te betalen rente en/of incassokosten.
4.2
In de door partijen ondertekende overeenkomst ‘Architect’s Fee Agreement’ is niets bedongen met betrekking de verschuldigdheid van rente en/of incassokosten. Uitsluitend onderaan de facturen wordt hiervan melding gemaakt. Met Mispel is het gerecht van oordeel dat het tekenen van een invoice niet tot gevolg heeft dat ervan uit moet worden gegaan dat zij heeft ingestemd met door de wederpartij onderaan de factuur vermelde en eenzijdig bedongen rente en/of incassokosten. Voor het bestaan van een overeenkomst is immers wilsovereenstemming vereist en gesteld noch gebleken is dat hiervan sprake was.
Zonder nadere toelichting die ontbreekt, wordt ervan uit gegaan dat Mispel uitsluitend voor ontvangst heeft getekend en niet ter accordering van het rente- en kostenbeding.
Dit heeft tot gevolg dat de gevorderde ‘overeengekomen rente- en incassokosten’ afgewezen worden, nu deze niet zijn overeengekomen.
4.3
Nu het primair gevorderde afgewezen wordt, dient het subsidiair gevorderde beoordeeld te worden. Aanspraak op de wettelijke rente bestaat vanaf het moment dat de schuldenaar in verzuim is. Volgens Inarch is Mispel vanaf 30 maart 2013 in verzuim. Ter onderbouwing van deze stelling verwijst zij naar de overeenkomst waarin is bepaald: ‘Balance due upon Principal’s First Disbursment from Financial Institution or other sources and/or before March 2012’. Gelet op de datum waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, 24 oktober 2012 alsmede de datum van ondertekening,12 februari 2013, is er sprake van een kennelijke verschrijving en is duidelijk dat maart 2013 bedoeld wordt. Om deze reden is Inarch bij de berekening van de verschuldigde rente uitgegaan van 30 maart 2013. Dit alles aldus Inarch.
4.4
Met Mispel is het gerecht van oordeel dat de hiervoor geciteerde bepaling in het contract aan duidelijkheid te wensen overlaat en dat 30 maart 2013 niet als overeengekomen fatale termijn aangemerkt kan worden. Voor zo ver Inarch dat heeft bedoeld, lag het op haar weg om dit duidelijk te stipuleren. Onduidelijkheden in het contract komen voor haar rekening en risico. Nu er geen sprake is van een overeengekomen fatale termijn, is de wettelijke rente pas verschuldigd vanaf het moment dat Mispel in verzuim is. Het verzuim treedt in wanneer de schuldenaar in gebreke wordt gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij hem een redelijke termijn voor de nakoming wordt gesteld en nakoming binnen deze termijn uitblijft.
4.5
De brief van 17 april 2015 (productie 3 bij inleidend verzoekschrift) kan worden aangemerkt als een ingebrekestelling, aangezien hierin concreet wordt aangegeven welk bedrag Mispel verschuldigd en binnen welke termijn zij dit - vermeerderd met rente en kosten - dient te voldoen. Anders dan Mispel is het gerecht van oordeel dat een termijn van 5 dagen niet onredelijk is, zodat Mispel met ingang van 22 april 2015 in verzuim is.
Vanaf deze datum is Mispel de wettelijke rente verschuldigd over de op dat moment openstaande hoofdsom.
4.6
Bij conclusie van dupliek heeft Mispel een overzicht overgelegd van de door haar gedane betalingen. Hieruit blijkt dat zij op 22 april 2015 een bedrag van Afl. 46.445,00 verschuldigd was, welk bedrag zij op 11 juni 2015 heeft betaald. Dit heeft Inarch erkend. Aldus is Mispel de wettelijke rente verschuldigd over dit restant bedrag over de periode 22 april tot 11 juni 2015. Dit wordt aldus toegewezen.
4.7
Ten aanzien van de subsidiair gevorderde ‘werkelijke’ buitengerechtelijke incassokosten wordt als volgt overwogen. Vast staat dat Mispel het restant van de hoofdsom niet binnen de termijn van de ingebrekestelling heeft voldaan. Uit de overlegde facturen, die betrekking zouden hebben op de buitengerechtelijke werkzaamheden, volgt dat werkzaamheden in rekening zijn gebracht die betrekking hebben op de periode 31 maart 2015 tot 30 juni 2014. Aangenomen wordt dat Inarch in deze periode getracht heeft om betaling buiten rechte te verkrijgen, doch niet alle gedeclareerde werkzaamheden kunnen hiermee in verband worden gebracht. Om te beginnen acht het gerecht het niet opportuun om de tijd besteed aan ‘intern overleg’ en het bestuderen van jurisprudentie in rekening te brengen. Een advocaat wordt ingehuurd vanwege zijn deskundigheid en de tijd gemoeid met studie en/of intern overleg wordt geacht in het honorarium te zijn verdisconteerd. Ook is het gerecht met Mispel van oordeel dat 2,8 uur voor het bestuderen van jurisprudentie in het kader van een incassotraject buitensporig is, evenals 2,8 uur voor het opstellen van de onderhavige sommatiebrief.
4.8
De kosten van rechtsbijstand komen op grond van artikel 6:96 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek voor vergoeding in aanmerking als die kosten: a) in redelijkheid zijn gemaakt ter verkrijging van voldoening buiten rechte, en b) naar hun aard en omvang redelijk zijn. Met Mispel is het gerecht van oordeel dat de vordering deze dubbele redelijkheidheidstoets niet kan doorstaan. Om deze reden wordt de gevorderde vergoeding wegens buitengerechtelijke incassowerkzaamheden gematigd tot een bedrag gelijk aan twee punten van het liquidatietarief behorende bij de, tijde van de ingebrekestelling, openstaande hoofdsom ad Afl. 46.445,00, derhalve Afl. 1.100,00 per punt. Tegen de gevorderde wettelijke rente over de incassokosten ingaande 11 juni 2015 is geen separaat verweer gevoerd, zodat dit gedeelte van de vordering toewijsbaar is.
4.9
Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten gecompenseerd.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
veroordeelt Mispel tot betaling aan Inarch de wettelijke rente over de hoofdsom ad Afl. 46.445,00 over de periode 22 april tot 11 juni 2015;
5.2
veroordeelt Mispel tot betaling van buitengerechtelijke kosten ad Afl. 2.200,00, ter vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 juni 2015 tot de dag der voldoening;
5.3
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt;
5.4
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 juni 2016 in aanwezigheid van de griffier.