ECLI:NL:OGEAA:2016:506

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 juli 2016
Publicatiedatum
12 augustus 2016
Zaaknummer
P-2015/16465, 240 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte voor mishandeling, bedreiging en mishandeling van een politieagent

In deze strafzaak is een jonge man veroordeeld voor meerdere feiten, waaronder mishandeling met een gebroken fles, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en de mishandeling van een politieagent. De feiten vonden plaats op 26 december 2015 in Aruba, waar de verdachte, na een avond uit, betrokken raakte bij een vechtpartij in Café Capri. De verdachte heeft de aangevers, waaronder een politieagent, bedreigd en mishandeld, wat leidde tot ernstige verwondingen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier maanden geëist, maar het gerecht oordeelde dat de ernst van de feiten een hogere straf rechtvaardigde. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering werd gebracht. Daarnaast werd de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen, die schade hadden geleden door zijn daden. De vorderingen van de benadeelde partijen werden grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele vorderingen die niet ontvankelijk werden verklaard. Het gerecht benadrukte de impact van het geweld op de samenleving en de noodzaak om dergelijke misdrijven streng te bestraffen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
zonder vaste woon- of verblijfsplaat op Aruba.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 26 mei 2016 en 16 juni 2016. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn raadsvrouw, mr. C.J. Hart. Tegen de niet verschenen verdachte is verstek verleend.
De officier van justitie, mr. A. Erades, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten 3 en 4 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft het woord tot verdediging gevoerd.
De benadeelde partijen hebben ter terechtzitting een vordering tot schadevergoeding ingediend.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
Feit 1
hij op 26 december 2015 te Aruba,
ter uitvoering van het voornemen om opzettelijk [aangever 1] van het leven te beroven, opzettelijk voornoemde [aangever 1] met een gebroken fles, althans met een scherp voorwerp, in zijn nek en/of hals heeft gestoken,
zijnde de verdere uitvoering van dat voornemen niet voltooid,
artikel 2:259 wetboek van strafrecht
subsidiair, althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling en/of bewezenverklaring mocht of zou kunnen volgen
hij op 26 december 2015 te Aruba,
opzettelijk mishandelend, [aangever 1], met een wapen, te weten een gebroken fles, zijnde een wapen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, in zijn nek en/of hals heeft gestoken waardoor hij letsel heeft ondervonden;
artikel 2:273 lid 2 wetboek van strafrecht
Feit 2
hij op 26 december 2015 te Aruba,
ter uitvoering van het voornemen om opzettelijk [aangever 2] van het leven te beroven, opzettelijk voornoemde [aangever 2] met een gebroken fles, althans met een scherp voorwerp, in zijn gezicht heeft gestoken,
zijnde de verdere uitvoering van dat voornemen niet voltooid,
artikel 2:259 wetboek van strafrecht
subsidiair, althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling en/of bewezenverklaring mocht of zou kunnen volgen
hij op 26 december 2015 te Aruba,
aan een persoon, te weten [aangever 2], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel,
te weten een litteken in zijn gezicht, heeft toegebracht, door deze opzettelijk met een gebroken fles, althans met een scherp voorwerp, in zijn gezicht te steken;
artikel 2:275 wetboek van strafrecht
meer subsidiair, althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling en/of bewezenverklaring mocht of zou kunnen volgen
hij op 26 december 2015 te Aruba,
ter uitvoering van het voornemen om opzettelijk [aangever 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk voornoemde [aangever 2] met een gebroken fles, althans met een scherp voorwerp, in zijn gezicht heeft gestoken,
zijnde de verdere uitvoering van dat voornemen niet voltooid,
uiterst subsidiair, althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling en/of bewezenverklaring mocht of zou kunnen volgen
hij op 26 december 2015 te Aruba,
opzettelijk mishandelend, [aangever 2], met een wapen, te weten een gebroken fles, zijnde een wapen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, in zijn gezicht heeft gestoken waardoor hij letsel heeft ondervonden;
artikel 2:273 lid 2 wetboek van strafrecht
Feit 3
hij op 26 december 2015 te Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
[aangever 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader toen en aldaar
opzettelijk voornoemde [aangever 3] meermalen, althans eenmaal, (telkens) dreigend de woorden toegevoegd:" Vamos a matarlo" en/of "we gaan je dood maken", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of met een gebroken fles in de hand;
Artikel 2:255 wetboek van strafrecht
Feit 4
hij op 26 december 2015 te Aruba,
opzettelijk [aangever 3], zijnde opsporingsambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, heeft mishandeld,
immers heeft hij toen en aldaar opzettelijk voornoemde [aangever 3] met zijn tot vuist gebalde hand(en) geslagen en/of met hem geworsteld,
waardoor voornoemde [aangever 3] ten val is gekomen en letsel en/of pijn heeft ondervonden;
Artikel 2:273 juncto artikel 2:277 wetboek van strafrecht

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

A.
Vrijspraak
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen niet de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder feit feit 1 primair en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan en zal de verdachte daarvan vrijspreken.
B. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
Feit 1
subsidiair,
hij op 26 december 2015 te Aruba,
opzettelijk mishandelend, [aangever 1], met een wapen, te weten een gebroken fles, zijnde een wapen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de Wapenverordening, in zijn nek
en/of halsheeft gestoken waardoor hij letsel heeft ondervonden;
Feit 3
hij op 26 december 2015 te Aruba,
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen,
[aangever 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met mishandeling met gebruikmaking van wapenen als bedoeld bij het tweede lid van artikel 1 van de Wapenverordening 1931,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader toen en aldaar
opzettelijk voornoemde [aangever 3] meermalen,
althans eenmaal, (telkens)dreigend de woorden toegevoegd:" Vamos a matarlo"
en/of "we gaan je dood maken", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of met een gebroken fles in de hand;
Feit 4
hij op 26 december 2015 te Aruba,
opzettelijk [aangever 3], zijnde opsporingsambtenaar in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, heeft mishandeld,
immers heeft hij toen en aldaar opzettelijk voornoemde [aangever 3] met zijn tot vuist gebalde hand(en) geslagen en/of met hem geworsteld,
waardoor voornoemde [aangever 3] ten val is gekomen en letsel en
/ofpijn heeft ondervonden;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als “bijlage” betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, sectie Divisie Algemene Recherche, mutatienummer 379865, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 7 april 2016 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij voormeld Korps.
Voor zover geschriften worden gebruikt, worden deze slechts gebruikt in samenhang met de inhoud van andere bewijsmiddelen, die op hetzelfde feiten betrekking hebben.
Feit 1 subsidiair:
* Een proces-verbaal aanhouding/bevinding, bijlage 2, in de wettelijke vorm opgemaakt, gesloten en ondertekend alleen door verbalisant [verbalisant 2], voor zover inhoudende,
-zakelijk weergegeven-;
Op zaterdag 26 december 2015, omstreeks 01:55 uur, dirigeerde de dienstdoende centralist de surveillance van Oranjestad en Noord naar de lokaliteit “Capri” te Tanki Leendert voor een grote vechtpartij.
* Een proces-verbaal, bijlage 27, in de wettelijke vorm opgemaakt, gesloten en ondertekend door verbalisanten [verbalisant 1 en verbalisant 3], voor zover inhoudende,
als verklaring van de verdachte, -zakelijk weerggegeven-;
Ik droeg een witte t-shirt met een donker opschrift op de voorkant. Ik droeg een zwartkleurig lange sport broek.
Ik had echt veel aguardiente in Capri gedronken. Hierna ging ik naar buiten om een sigaret te roken en ik herinner me niet meer wat er gebeurd was. Ik wist niet waarvoor ik werd aangehouden. Ik was heel dronken.
* Een proces-verbaal, bijlage 30, in de wettelijke vorm opgemaakt, gesloten en getekend door [verbalisant 4], voor zover inhoudende, als
nader verklaring van aangever [aangever 1],zakelijk weergegeven-;
De man die mij met de fles had mishandeld sprak goed spaans. Bedoeld man die mij met de fles mishandelde, was gekleed in een wit t-shirt, toen hij in de cafe capri kwam. Hij heeft bruine huidskleur. Toen hij met de fles sloeg had hij zijn t-shirt niet meer aan. Hij hield deze in zijn hand. Hij had een bloot bovenlijf.
* Een proces-verbaal, bijlage 32, in de wettelijke vorm opgemaakt, gesloten en getekend door [verbalisant 5], voor zover inhoudende, als
verklaring van de getuige [getuige 1],zakelijk weergegeven-;
Later zag ik dat toen ze buiten de zaak waren, dat de man in het witte t-shirt een fles bier had gebroken en een van het beveiligingspersoneel hiermee had gestoken en of geslagen. Volgens mij had hij de beveiliger met de gebroken fles tegen zijn nek geslagen en of gestoken.
* Een geschrift, bijlage 30, te weten
een geneeskundige verklaring d.d. 26 december 2015 van de arts drs. B. Westra,arts assitent bij Dr. Horacio E. Oduber Hospital, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-;
Lichamelijk onderzoek: HH: achterzijde rechter oor grote wond van ongeveer 10cm aan, aantal arteriële bloedingen en ook diepere bloeding, geen vitale structuren bedreigt.
Conclusie: 32-jarige man opgenomen met wond nek (niet majeur) na gevecht.
Feiten 3 en 4:
* Een proces-verbaal, gevoegd achter bijlage 20, mutatienummer 1512260159.AMB, in de wettelijke vorm opgemaakt, gesloten en getekend door [verbalisant 6], voor zover inhoudende, als
verklaring van de aangever [aangever 3], tevens door deze op ambtseed opgemaakt en ondertekend, zakelijk weergegeven-;
Heden, 26 december 2015, omstreeks 01:59 uur, bevond ik mij, verbalisant, buitendienst, op piket bij de Cafe Capri Bar en Restaurant gelegen te Tanki Leendert. Ik zag nagenoeg recht voor mij op een afstand van ongeveer 7 meter een fors gebouwde man van bruine huidskleur met bloot bovenlichaam. Ik zag dat beide mannen zeer agressief waren. De man met de Adidas t-shirt had de andere man toegeschreeuwd en kwam in onze richting met de gebroken fles ter hand. De man had al eerder de beveiliger ernstig verwond met een gebroken fles aan zijn nek en hij had eerder geschreeuwd: “vamos a matarlo”. De andere fors gebouwde man liep in de richting van de andere man gekleed met de zwarte Adidas t-shirt. Zij waren samen in de buurt van elkaar en waren met elkaar aan het overleggen. Zij schreeuwden op verschillende keren dat zij mij dood zouden gaan maken en dat het hen niets scheelde dat ik van de politie was.
Ter hoogte van de Jayced Wheels zei de man met de Adidas t-shirt tegen de andere: “als wij hem beiden meteen aanvallen kunnen wij hem doodmaken. Ik had mijn vuurwapen nog ter hand. Ik zag dat beide mannen op mij af kwamen.
Ik liep meteen op de man met bloot bovenlichaam om hem aan te houden voor de mishandeling dat hij eerder had gepleegd en de constante bedreigingen tegen mij. De man nam een gevechtshouding aan, verzette zich tegen zijn aanhouding door door met zijn vuisten in alle richtingen te slaan. Ik kwam gedurende dit ten val en voelde hevige pijn aan mijn rechterhand.
Bij controle bij het ziekenhuis, na het nemen van een röntgenfoto werd aan mij medegedeeld dat ik een ernstig botbreuk heb opgelopen aan mijn rechterduim en door de plastische chirurg geopereerd moet worden.
* Een geschrift, gevoegd achter bijlage 20 mutatienummer 1512260159.AMB, te weten
een geneeskundige verklaring d.d. 26 december 2015 van de arts drs. N.A.M. Duindam,poortarts bij Dr. Horacio E. Oduber Hospital, betreffende [aangever 3], voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-;
1. Omschrijving van het letsel.
A. Uitwendig waargenomen letsel: zwelling duim rechts
is er sprake van uitwendig bloedverlies? gering
B. Is er vermoeden van niet uitwendig waarneembaar letsel? ja
Is er vermoeden van botbreuk? ja
D. Is opname noodzakelijk? nee
Is operatief ingreep noodzakelijk? ja
2. Bijzondere mededelingen: fractuur duim rechts met dislocatie.
* Een proces-verbaal, bijlage 30, in de wettelijke vorm opgemaakt, gesloten en getekend door [verbalisant 6], voor zover inhoudende, als
nader verklaring van aangever [aangever 1],zakelijk weergegeven-;
De man die mij met de fles had mishandeld sprak goed spaans. Bedoeld man die mij met de fles mishandelde, was gekleed in een wit t-shirt, toen hij in de cafe capri kwam. Hij heeft bruine huidskleur. Toen hij met de fles sloeg had hij zijn t-shirt niet meer aan. Hij hield deze in zijn hand. Hij had een bloot bovenlijf.
Bewijsoverwegingen
Feit 1:
De officier van justitie heeft vrijspraak geëist omdat uit de bewijsmiddelen niet overtuigend wordt afgeleid welke van de verdachten, [aangever 1] heeft gestoken. De verdediging is het daarmee eens.
Het gerecht is echter van oordeel dat uit de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van aangever [aangever 1], volgt dat verdachte die in het Cafe Capri met vrienden zat te drinken en een wit t-shirt aan had, aangever [aangever 1] van achteren met een gebroken fles, zijn nek heeft gestoken terwijl aangever [aangever 1] medeverdachte op de grond vasthield. Nadat aangever [aangever 1] door de verdachte werd gestoken begon hij hevig te bloeden waardoor hij per ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht voor medische behandeling. Dit wordt verder ondersteund door de verklaring van de getuige [getuige 2] die ook heeft gezien hoe verdachte, aangever [aangever 1] met een gebroken fles van achteren in zijn nek heeft gestoken.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
1. Subsidiair: mishandeling met een wapen,
strafbaar gesteld bij artikel 2:273, lid 2 van het Wetboek van Strafrecht.
3. Medeplegen, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht,
strafbaar gesteld bij artikel 2:255 van het Wetboek van Strafrecht.
4. Mishandeling, aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening,
strafbaar gesteld bij artikel 2:273, lid 1 juncto artikel 2:277 lid 1, sub c, van het Wetboek van Strafrecht.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf of maatregel

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een drietal feiten. Verdachte heeft de uitsmijter [aangever 1] met een gebroken fles achter in zijn nek gestoken nadat hij met vrienden aan het drinken was bij Cafe Capri. Daarna heeft verdachte samen met medeverdachte de aangever [aangever 3] met de dood bedreigd. En als laatste heeft verdachte de aangever [aangever 3], die een politieambtenaar is, mishandeld waardoor [aangever 3] een fractuur heeft opgelopen aan zijn duim.
Het gerecht rekent de verdachte aan dat hij heeft - na ernstig alchohol misbruik - gekozen voor het onnodig gebruik van geweld als gevolg waarvan het slachtoffer lichamelijke pijn heeft ervaren. Een delict als het thans bewezenverklaarde veroorzaakt voorts grote onrust en gevoelens van onveiligheid in de samenleving, daar het een misdrijf is met een agressief, gewelddadig en openbaar karakter in een uitgaansgelegenheid.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Ten voordele van verdachte geldt dat hij nooit eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Het gerecht legt een hogere straf op dan door de officier van justitie geëist, nu het deze eis onvoldoende tegemoet vindt komen aan de ernst van de feiten en de rol die hij in het geheel heeft gespeeld. Bovendien komt het gerecht tot bewezenverklaring van een extra feit.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Benadeelde partijen

Uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1 en aangever 1] schade heeft geleden ten gevolge van het door verdachte gepleegde feit, als bewezen verklaard, welke schade derhalve aan verdachtes schuld te wijten is.
De hoogte van die schade is, gelet op noodzakelijke tandheelkundige behandeling, genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van Afl. 4.800.-
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht en verdachte voor dat feit zal worden veroordeeld, zal het gerecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan het Land Aruba van een bedrag groot Afl. 4.800,- ten behoeve van het slachtoffer [benadee;de partij 1 en aangever 1], bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door zesennegentig (96) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
Tevens is komen vast te staan, dat de benadeelde partij [benadeelde partij 2 en aangever 3] schade aan zijn horloge heeft geleden ten gevolge van het door verdachte gepleegde feit, als bewezen verklaard, welke schade derhalve aan verdachtes schuld te wijten is.
De hoogde van die schade is, ter reparatie van het horloge, genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 259,-.
Schadevergoedingsmaatregel
Nu de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht en verdachte voor dat feit zal worden veroordeeld, zal het gerecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan het Land Aruba van een bedrag groot € 259,- ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2 en aangever 3], bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door tien (10) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
De vordering van de benadeelde partijen, die in die vordering ontvankelijk zijn, zijn in dier voege toewijsbaar.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2 en aangever 3] ten aanzien van zijn werkzaamheden als dj, is naar het oordeel van het gerecht niet van zodanige aard dat deze zich leent voor behandeling in dit strafgeding. De vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. De benadeelde partij zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard in die vordering.
Nu het tenlastegelegde feit onder 2 niet bewezen zal worden verklaard, wordt de benadeelde partij [benadeelde partij 3 en aangever 2] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:78 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht.

12.Beslissing

Het gerecht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek 4A omschreven heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
twaalf (12) maanden;
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
veroordeelt de verdachte op de eis van de benadeelde partij [benadeelde partij 1 en aangever 1], hoofdelijk in die zin dat als mededader heeft betaald de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd om aan deze tegen kwijting te betalen een bedrag van Afl.
4.800,- (zegge: vierduizendachthonderd florin), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop het thans onder feit 1 bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, tot die van de voldoening;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2 en aangever 3] in zijn vordering voor het overige niet ontvankelijk;
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan het Land Aruba ten behoeve van de benadeelde partij van een bedrag van
Afl. 4.800,= (zegge: vierduizendachthonderd florin), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
zesennegentig (96) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
veroordeelt de verdachte op de eis van de benadeelde partij [benadeelde partij 2 en aangever 3], hoofdelijk in die zin dat als mededader heeft betaald de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd om aan deze tegen kwijting te betalen een bedrag van
€ 259,- (zegge: tweehonderdnegenenvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag waarop het thans onder feit 4 bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, tot die van de voldoening;
legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan het Land Aruba ten behoeve van de benadeelde partij van een bedrag van
€ 259,- (zegge: tweehonderdnegenenvijftig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
tien (10) dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3 en aangever 2] in zijn vordering niet ontvankelijk.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. P.A.H. Lemaire en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 7 juli 2016, in tegenwoordigheid van de griffier.