ECLI:NL:OGEAA:2016:515

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2016
Publicatiedatum
31 augustus 2016
Zaaknummer
E.J. 302 van 2014
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en veroordeling loonvordering in Aruba

In de zaak tussen [verzoekster] en de naamloze vennootschap [verweerder 1] en [verweerder 2], heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 augustus 2016 uitspraak gedaan. [Verzoekster] verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 23 augustus 2013 en om veroordeling van de verweerders tot betaling van een loonvordering van Afl. 18.001,16, alsook vergoeding van de proceskosten. De procedure begon met een verzoekschrift en een mondelinge behandeling op 14 juni 2016. De verweerders waren niet verschenen, ondanks dat zij eerder uitstel van behandeling hadden gevraagd, wat was geweigerd.

De feiten van de zaak tonen aan dat [verzoekster] sinds juli 2013 geen salaris meer ontving van [verweerder 1], waarvan [verweerder 2] de bestuurder is. Het Gerecht oordeelde dat de arbeidsovereenkomst niet met terugwerkende kracht kon worden ontbonden, maar dat de vordering van [verzoekster] om te verklaren dat de arbeidsovereenkomst op 23 augustus 2013 is ontbonden, als onweersproken voor toewijzing in aanmerking kwam. Ook de loonvordering werd als onweersproken toegewezen.

Het Gerecht overwoog dat [verweerder 2] persoonlijk aansprakelijk kon zijn, maar dat de enkele omstandigheid dat hij de vennootschap niet liquideert, niet voldoende was om hem persoonlijk te veroordelen. Uiteindelijk werd [verweerder 1] veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, terwijl het meer of anders verzochte werd afgewezen. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Beschikking van 23 augustus 2016
Behorend bij E.J. 302 van 2014
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. E.E. Rosenstand,
tegen:
de naamloze vennootschap
[verweerder 1].,
en
[verweerder 2]
beide te Aruba,
hierna ook te noemen: [verweerders],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de mondelinge behandeling op 14 juni 2016.
[Verweerders] hebben kort voor de zitting schriftelijk uitstel van behandeling gevraagd. Dat is geweigerd aangezien het verzoek op 14 februari 2014 werd ingediend en na diverse uitstellen reeds eerder een laatste uitstel werd verleend.
Aan [verzoekster] is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[verzoekster] is in dienst van [verweerder 1]. [Verweerder 2] is bestuurder van -[verweerder 1].
2.2
Sinds juli 2013 ontvangt [verzoekster] geen salaris meer.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[verzoekster] verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst per 23 augustus 2013 en veroordeling van [Verweerders] tot betaling van 18.001,16, met veroordeling van [Verweerders] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
[verzoekster] grondt het verzoek erop dat het haar toekomende loon niet geheel werd betaald en [verweerder 2] bovendien onrechtmatig jegens haar handelt doordat [verweerder 1] niet tot betaling overgaat.
3.3 [
[Verweerders] zijn niet verschenen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht kan de arbeidsovereenkomst niet met terugwerkende kracht ontbinden. Het gerecht verstaat de vordering aldus, dat [verzoekster] vordert voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst op 23 augustus 2013 is ontbonden. Die vordering komt, als onweersproken, voor toewijzing in aanmerking.
4.2
De loonvordering komt eveneens als onweersproken voor toewijzing in aanmerking.
4.3
Volgens [verzoekster] is [verweerder 2] persoonlijk aansprakelijk omdat zij, ondanks arbeidsongeschiktheid, haar praktijkvennootschap niet liquideert.
4.4
Het gerecht gaat ervan uit, dat er een zodanig nauwe band tussen [Verweerder 1] en [Verweerder 2] bestaat dat de vordering uit hoofde van persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder voor het nakomen van de loonbetalingsverplichting door [verweerder 1] jegens [verzoekster], bij gebrek aan betwisting, kan worden beschouwd als een zaak betreffende een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 429b lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
4.5
De vordering zal niettemin worden afgewezen. De enkele omstandigheid dat Francis [verweerder 2] de vennootschap niet liquideert brengt niet reeds mee dat haar persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt van het feit dat [verweerder 2] is de vordering van [verzoekster] niet voldoet.
4.6
Als de in overwegende mate in het ongelijk te stellen partij zal [verweerder 1] de proceskosten van [verzoekster] moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verklaart voor recht dat de arbeidsovereenkomst op 23 augustus 2013 is ontbonden;
veroordeelt [verweerder 1] tot betaling aan [verzoekster] van een bedrag van Afl. 18.001,16;
veroordeelt [verweerder 1] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [verzoekster] worden begroot op Afl. 50, aan griffierecht, Afl. 192, aan explootkosten en Afl. 1.800, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
verstaat dat [verweerder 2] geen proceskosten heeft gemaakt;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 23 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.