ECLI:NL:OGEAA:2016:517

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2016
Publicatiedatum
31 augustus 2016
Zaaknummer
EJ nr. 207 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking inzake gezag en omgang met psychologische begeleiding

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 23 augustus 2016 een tussenbeschikking gegeven in het kader van een verzoek van de vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, tegen de moeder, die in persoon aanwezig was. De zaak betreft het gezag en de omgang met hun minderjarige kind, waarbij de Voogdijraad betrokken is. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 1 december 2015, waarin al aandacht werd besteed aan de problematiek rondom de communicatie tussen de ouders en de omgangsregeling met de minderjarige.

De Voogdijraad heeft op 16 juni 2016 een rapport ingediend, waaruit blijkt dat de moeder heeft geweigerd om psychologische begeleiding te ontvangen, ondanks eerdere verzoeken en afspraken. De vader heeft daarentegen wel alle afspraken nagekomen. De Voogdijraad heeft geconstateerd dat de moeder misbruik maakt van haar gezag door de omgangsregeling niet na te komen en heeft verzocht om de minderjarige onder toezicht te stellen.

Tijdens de zitting op 21 juni 2016, waar zowel de vader als de moeder aanwezig waren, is besproken dat de moeder nu bereid is om medewerking te verlenen aan een voorlopige omgangsregeling, maar alleen onder supervisie van de psycholoog van de Voogdijraad. Het gerecht heeft besloten dat het in het belang van de minderjarige is dat beide ouders psychologische begeleiding krijgen om de communicatie te verbeteren. De zaak is verwezen naar een rolzitting voor verdere behandeling en het indienen van een rapport door de Voogdijraad. De voorlopige omgangsregeling is vastgesteld voor elke donderdag van 16.00 tot 16.30 uur bij de Voogdijraad, ingaande 23 juni 2016. De verdere beslissingen zijn aangehouden tot de volgende zitting op 6 december 2016.

Uitspraak

Beschikking van 23 augustus 2016
Behorend bij EJ nr. 207 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[de vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen
[de moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna de moeder,
in persoon.
Belanghebbende:
[de minderjarige], de minderjarige.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 1 december 2015. De verdere procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad ingediend op 16 juni 2016,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 21 juni 2016, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde en de moeder in persoon. Namens de Voogdijraad is aanwezig mevrouw R. Kelly en mevrouw M. Fingal.
De uitspraak is

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag en omgang

2.1
Uit het rapport van de Voogdijraad kan worden afgeleid dat de moeder - ondanks de beslissing van dit gerecht van 1 december 2015 - geweigerd heeft om in het belang van de minderjarige begeleiding te krijgen van de psycholoog van de Voogdijraad voor wat betreft de verstoorde communicatie met de vader. De vader is wel op alle afspraken van de Voogdijraad verschenen.
Voorts is gebleken dat de moeder geweigerd heeft om de vastgestelde voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige na te komen. De moeder heeft ook niet mee willen werken aan een omgangsregeling onder supervisie van de psycholoog van de Voogdijraad. De Voogdijraad is van oordeel dat de moeder misbruik maakt van haar gezag en verzoekt, gelet op het belang van de minderjarige, om de minderjarige voor de duur van zes maanden onder toezicht te stellen met benoeming van een medewerker van Fundacion Guiami als gezinsvoogd.
2.2
Ter zitting is gebleken dat de moeder thans geen werk heeft en, gelet op het verzoek van de Voogdijraad, thans wel medewerking wenst te verlenen aan een voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige maar onder supervisie van de psycholoog van de Voogdijraad. Het gerecht zal gelet op het een en ander in het belang van de minderjarige onderstaande voorlopige omgangsregeling vaststellen.
2.3
Het gerecht acht het nog steeds in het belang van de minderjarige dat partijen verplichte psychologische begeleiding krijgen voor wat betreft hun verstoorde communicatie en zal de moeder nogmaals in de gelegenheid stellen om hieraan mee te werken. Aan de Voogdijraad wordt verzocht om met partijen afspraken te maken terzake de psychologische begeleiding.
2.4
De zaak zal nogmaals worden verwezen naar een hieronder te vermelden rolzitting voor overlegging van het rapport zijdens de Voogdijraad ten aanzien van het gezag en de omgangsregeling.
2.5
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
verzoekt de Voogdijraad om - middels psychologische begeleiding - onderzoek in te stellen naar de communicatie tussen partijen en de mogelijkheden ten aanzien van een omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige en daarover een rapport uit te brengen,
verwijst de zaak naar de zitting van
dinsdag 6 december 2016 om 8.30 uur, voor het indienen van het rapport zijdens de Voogdijraad,
bepaalt de voorlopige omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
- elke donderdag van 16.00 uur tot 16.30 uur bij de Voogdijraad ingaande 23 juni 2016,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van 23 augustus 2016 in aanwezigheid van de griffier.