ECLI:NL:OGEAA:2016:519

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
23 augustus 2016
Publicatiedatum
31 augustus 2016
Zaaknummer
EJ nr. 1177 van 2015
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing ouderlijk gezag en gezamenlijk gezag toegewezen in een zaak betreffende een minderjarige

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader van een minderjarige een verzoek ingediend tot ontheffing van de moeder uit het gezag over de minderjarige en om hem met eenhoofdig gezag te belasten. De moeder, die in Haïti woont, heeft altijd het ouderlijk gezag over de minderjarige gehad, die sinds 28 juli 2012 bij de vader in Aruba woont. De vader heeft de minderjarige erkend, maar is niet bevoegd om het verzoek tot ontheffing van het gezag in te dienen, zoals bepaald in artikel 1:267 BW. Het gerecht heeft geoordeeld dat de vader niet ontvankelijk is in zijn primair verzoek tot ontheffing van de moeder uit het gezag.

Ten overvloede heeft het gerecht overwogen dat, zelfs als het verzoek inhoudelijk zou worden beoordeeld, het niet toewijsbaar zou zijn. Er is geen bewijs dat de moeder ongeschikt of onmachtig is om haar opvoedingsplicht te vervullen. De moeder laat de minderjarige bij de vader wonen, wat in het belang van de minderjarige wordt geacht, gezien de betere omstandigheden in Aruba. De vader en de moeder hebben regelmatig contact via Skype, en de minderjarige wenst bij de vader te blijven wonen.

Uiteindelijk heeft het gerecht het subsidiaire verzoek van de vader toegewezen, waarbij is bepaald dat de vader en de moeder gezamenlijk belast zullen worden met het gezag over de minderjarige. De beschikking is gegeven op 23 augustus 2016 door rechter mr. E.M.D. Angela, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Beschikking van 23 augustus 2016
Behorend bij EJ nr. 1177 van 2015
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
[de vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.O. Lopez.
Belanghebbenden:
[de minderjarige], de minderjarige, wonende in Aruba,
[de moeder],de moeder, wonende in Haïti,

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit
- het verzoekschrift, ingediend op 1 juni 2015;
- het minderjarigenverhoor op 30 november 2015;
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 1 december 2015, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader in persoon bijgestaan door zijn gemachtigde;
- de akte uitlating zijdens verzoeker, ingediend op 17 mei 2016.
De uitspraak is nader bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Uit een affectieve relatie tussen de moeder en de vader is op [geboortedatum] 2002 in Haïti geboren [de minderjarige] (hierna: de minderjarige). De vader heeft de minderjarige erkend. De moeder is belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige.
2.2
De minderjarige woont sinds 28 juli 2012 (zonder verblijfstitel) bij verzoeker in Aruba. De moeder heeft altijd in Haïti gewoond.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt primair tot ontheffing van de moeder uit het gezag over de minderjarige en om de vader met het eenhoofdig gezag over de minderjarige te belasten. Subsidiair wordt verzocht om de vader gezamenlijk met de moeder te belasten met het gezag over de minderjarige.

4.DE BEOORDELING

Ontheffing

4.1
De vader behoort niet tot de in artikel 1:267 BW opgenomen kring der personen/instanties die tot het doen van een verzoek tot ontheffing van het gezag bevoegd zijn. Hij is dan ook niet ontvankelijk in zijn primair verzoek.
4.2
Ten overvloede overweegt het gerecht dat ook bij een inhoudelijke beoordeling het primair verzoek niet toewijsbaar zou zijn. Niet aannemelijk is geworden dat de moeder ongeschikt of onmachtig is om haar plicht tot opvoeding en verzorging te vervullen. Daarvan is geen sprake als de moeder de minderjarige alhier bij de vader laat komen om door de vader te worden opgevoed omdat hij het hier veel beter (qua onderwijs, financiën etc.) zal hebben dan in Haïti. De omstandigheid dat de minderjarige niet over een verblijfstitel beschikt, beïnvloedt een en ander niet.
Gezamenlijk gezag
4.3
De vader en de moeder communiceren maandelijks via Skype met elkaar. De minderjarige heeft ook maandelijks contact met de moeder via Skype. De minderjarige gaat hier naar school en wenst bij de vader te blijven wonen.
4.4
Het gerecht zal het subsidiair verzoek van de vader toewijzen, nu niet is gebleken dat het belang van de minderjarige zich hiertegen verzet.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
verklaart de vader niet ontvankelijk in zijn verzoek tot ontheffing;
bepaalt dat de vader, [de vader], voortaan gezamenlijk met de moeder [de moeder], zal zijn belast met het gezag over de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2002 in Haïti,
bepaalt dat de griffier van dit gerecht deze beslissing zal aantekenen in het gezagsregister,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven op 23 augustus 2016 door de rechter mr. E.M.D. Angela in tegenwoordigheid van de griffier.