ECLI:NL:OGEAA:2016:519
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontheffing ouderlijk gezag en gezamenlijk gezag toegewezen in een zaak betreffende een minderjarige
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader van een minderjarige een verzoek ingediend tot ontheffing van de moeder uit het gezag over de minderjarige en om hem met eenhoofdig gezag te belasten. De moeder, die in Haïti woont, heeft altijd het ouderlijk gezag over de minderjarige gehad, die sinds 28 juli 2012 bij de vader in Aruba woont. De vader heeft de minderjarige erkend, maar is niet bevoegd om het verzoek tot ontheffing van het gezag in te dienen, zoals bepaald in artikel 1:267 BW. Het gerecht heeft geoordeeld dat de vader niet ontvankelijk is in zijn primair verzoek tot ontheffing van de moeder uit het gezag.
Ten overvloede heeft het gerecht overwogen dat, zelfs als het verzoek inhoudelijk zou worden beoordeeld, het niet toewijsbaar zou zijn. Er is geen bewijs dat de moeder ongeschikt of onmachtig is om haar opvoedingsplicht te vervullen. De moeder laat de minderjarige bij de vader wonen, wat in het belang van de minderjarige wordt geacht, gezien de betere omstandigheden in Aruba. De vader en de moeder hebben regelmatig contact via Skype, en de minderjarige wenst bij de vader te blijven wonen.
Uiteindelijk heeft het gerecht het subsidiaire verzoek van de vader toegewezen, waarbij is bepaald dat de vader en de moeder gezamenlijk belast zullen worden met het gezag over de minderjarige. De beschikking is gegeven op 23 augustus 2016 door rechter mr. E.M.D. Angela, en is uitvoerbaar bij voorraad.