In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.O. Lopez, een verzoek ingediend tegen de naamloze vennootschap Merantillas N.V., vertegenwoordigd door mr. L.J. Pieters, met betrekking tot een kennelijk onredelijk ontslag. De procedure begon met een verzoekschrift en een verweerschrift, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 april 2016. Tijdens deze zitting heeft verzoeker zijn eis gewijzigd en zijn petitum aangepast. Merantillas heeft verweer gevoerd en verzocht om niet-ontvankelijkheid van verzoeker.
De rechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet in staat is om de kosten van de procedure te dragen en verleent hem verlof tot kosteloos procederen. Het Gerecht heeft vervolgens de ontvankelijkheid van verzoeker beoordeeld en het verweer van Merantillas verworpen. De feiten van de zaak zijn als volgt: verzoeker was in dienst van Merantillas en werd op 24 juni 2015 op staande voet ontslagen. Verzoeker heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen, maar heeft later besloten om zijn vorderingen te baseren op kennelijk onredelijk ontslag.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat het ontslag rechtsgeldig was en dat de vorderingen van verzoeker zijn verjaard. De rechter heeft geconcludeerd dat Merantillas een dringende reden had voor het ontslag, aangezien verzoeker zich ernstig misdroeg op de werkvloer. De vorderingen van verzoeker zijn afgewezen en hij is veroordeeld in de proceskosten. De beschikking is gegeven op 23 augustus 2016 door mr. A.H.M. van de Leur.