ECLI:NL:OGEAA:2016:544
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding uit hoofde van onrechtmatige daad tegen het Land Aruba
In deze zaak vorderde Eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. G.B. Wever, schadevergoeding van het Land Aruba wegens onrechtmatig handelen. De vordering was gebaseerd op een intrekkingsbesluit van 24 mei 2010, waarbij Eiseres, die eerder was benoemd als gerechtsdeurwaarder, in een andere functie werd aangesteld. Eiseres stelde dat het intrekkingsbesluit onrechtmatig was en vorderde een schadevergoeding van Afl. 419.151,--, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 oktober 2013. Het Land, vertegenwoordigd door dhr. A. Lumenier, voerde verweer en concludeerde tot niet-ontvankelijkheid van Eiseres.
Het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba oordeelde dat Eiseres niet-ontvankelijk was in haar vorderingen. Het Gerecht stelde vast dat de Raad van Beroep in Ambtenarenzaken eerder het intrekkingsbesluit had vernietigd, maar dat Eiseres geen recht had op schadevergoeding omdat zij niet had aangetoond dat zij zich had gemeld om tewerkgesteld te worden. Het Gerecht oordeelde dat de Raad zich bevoegd had geoordeeld om ook de schadevergoeding te beoordelen en dat Eiseres niet in haar recht was gedaan. Het Gerecht verklaarde Eiseres niet-ontvankelijk in haar vorderingen en veroordeelde haar in de proceskosten, die op nihil werden begroot, aangezien het Land werd bijgestaan door een ambtenaar.
De uitspraak werd gedaan op 24 augustus 2016 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.