Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
GUARANTEE by Mr. & Mrs. Man for [bedrijf] (i.o) a/o Mr. Man.
The Bank may require the Guarantor to pay even though it has not made attempts to collect from the debtor or anyone else’.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een vordering van de naamloze vennootschap Banco di Caribe (Aruba) N.V. (BdC) tegen Man en Vrouw, die als gedaagden optreden. De zaak betreft een garantstelling die door Man en Vrouw is verstrekt voor een geldleenovereenkomst tussen BdC en een derde partij, CA. De vordering van BdC is gebaseerd op de niet-nakoming van betalingsverplichtingen door CA, die sinds mei 2014 in gebreke is gebleven. BdC heeft Man c.s. aangesproken op hun persoonlijke garantstelling voor een bedrag van Afl. 600.000,00, vermeerderd met rente en incassokosten.
De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder een verzoekschrift en conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De rechter heeft vastgesteld dat de garantstelling rechtmatig kan worden uitgewonnen, aangezien CA haar verplichtingen niet nakomt en BdC voldoende tijd heeft gegeven om aan haar betalingsverplichtingen te voldoen. De rechter heeft het verweer van Man c.s. verworpen, waarin zij stelden dat de uitwinning van de garantstelling onaanvaardbaar was en dat BdC eerst verhaal had moeten halen bij CA.
Uiteindelijk heeft de rechter geoordeeld dat Man c.s. hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van Afl. 600.000,00, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 juli 2015. De gevorderde rente van 18% en de buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De uitspraak werd gedaan op 24 augustus 2016, waarbij de rechter ook de proceskosten aan de zijde van BdC heeft toegewezen.